Inleiding
Het Nationaal Groenfonds kan een streekfonds helpen aan een startbedrag, regelt vaak het betaalverkeer en kan de financiering regelen van aankoop, inrichting en exploitatie. Zo maakte de Rabo Streekrekening voor de Veluwe op 4 juni 2014 een vliegende start met een eerste inleg van €5 miljoen van het Nationaal Groenfonds.
Nederland telde begin 2017 vijfenveertig streekfondsen. In totaal beschikken zij jaarlijks over €60 miljoen. De uitgaven lopen sterk uiteen. Zo besteedt het Groene Woud Streekfonds jaarlijks €200.000 en het Streekfonds Utrechtse Heuvelrug €100.000, terwijl het Streekfonds Drentsche Aa beschikt over €40.000. Zie: streekfonds.nl.
Met steun van Streekfonds Het Groene Woud worden in Oirschot 50 landpoorten geplaatst. Foto: Jan Waalen / Flickr
Een streekfonds zou idealiter zo groot moeten zijn dat de uitgaven betaald kunnen worden uit de opbrengsten van rente, leningen en investeringen, aangevuld met inkomsten van de deelnemers (bedrijven, overheden), zodat het gestorte kapitaal intact blijft. Voor zover bekend beschikken alleen het Streekfonds Midden-Delfland en het Landschapsfonds Ooijpolder-Groesbeek over zoveel geld, respectievelijk €8 miljoen en €6 miljoen dat zij landschapsinvesteringen kunnen doen uit de opbrengsten zoals rente. Alle andere streekfondsen hebben geen eigen kapitaal en geven uit wat ze jaarlijks binnen krijgen.
Naar een idee van de ASN Bank biedt de Rabobank in steeds meer regio’s een spaarrekening onder de naam streekrekening, voor bedrijven, organisaties en overheden, dus niet voor personen, die minimaal €25.000 aan spaargeld inleggen. Gemeenten, provincies en waterschappen moesten vanaf 2014 afhaken omdat het parlement besloot dat lagere overheden hun overtollig geld op een spaarrekening van het Rijk moeten zetten, het zogenaamde schatkistbankieren.
De Rabobank maakt jaarlijks vanuit de streekrekening een bonus over naar een streek- of landschapsfonds. Die bonus berekent de bank als volgt: alle uitgekeerde spaarrente per streekrekening wordt opgeteld. Een bedrag dat overeenkomt met vijf procent van de totaalrente gaat als schenking naar het streekfonds. De streekrekeninghouders kunnen beslissen om een deel van hun eigen rente over te maken naar het streekfonds. Nogal wat bedrijven blijken de hele rente of zelfs een deel van hun spaargeld over te maken voor investeringen die de eigen omgeving aantrekkelijker maken.
Een voorzichtige voorspelling van het Planbureau voor de Leefomgeving komt uit op een mogelijk jaarbedrag van €4 miljoen uit alle streekrekeningen samen. Dat is ruim 6% van de totale kosten aan landschapsbeheer à €64 miljoen. Een wellicht belangrijker effect van de streekrekening is de verbondenheid van de deelnemende bedrijven en organisaties met hun streek.
Nederland kent veel fondsen die bijdragen aan natuur en landschap. Wie hulp zoekt bij de zoektocht naar geschikte fondsen kan onder meer terecht bij Fondsenwerving Nederland: fondsenwerving-nederland.nl/gratis-quickscan.
Voorbeeld. Voor een gebiedsplan Loonse en Drunense Duinen krijgt de Gebiedsonderneming Duinboeren en Maatschappij (financiële) steun van provincie Noord-Brabant, Rabobank, Brabants Landschap, Natuurmonumenten, Brabant Water, Landbouwinnovatie Brabant, waterschappen De Dommel en Brabantse Delta en regiogemeenten Hart van Brabant. Deze partners financieren jaarlijks op basis van een jaarplan. De grootste geldschieter is het Gieske Strijbis fonds, een privaat fonds uit Wassenaar dat onder meer natuurinnovaties steunt. Met hun donatie van drie ton is het initiatief van de grond gekomen. Bij goede resultaten zullen zij die donatie nog vier jaar doen.
Ook via sparen en beleggen lopen groene geldstromen. Ten slotte wordt op diverse plaatsen nagedacht over de oprichting van een algemeen Natuurfonds met een bekend boegbeeld. Dat zou ook investeerders en vermogenden aantrekken.