Interview Meta Daniëls, mede-eigenaar landgoed Scherpenzeel
Een verdeeld landgoed groeit naar eenheid
Landgoed Scherpenzeel is via vererving verdeeld in tien eigendommen. Een stichting van familieleden werkt aan samenhang in beheer en tegenwicht tegen verdere versnippering bij vererving.
Een van de actieve eigenaren, Meta Daniëls, beschrijft de kern van landgoed Scherpenzeel: “Landbouw is altijd de economische drager geweest. Dat is logisch, want twee derde van de duizend hectare is landbouwgrond. Vroeger was dat gemengd bedrijf. Nu is dat allemaal melkveehouderij. Bos en natuur zijn kleinschalig, op het zuidelijkste deel na, dat op de Utrechtse Heuvelrug ligt. Er zijn tien bezittingen, waaronder enkele BV’s en onverdeeldheden. Voor samenhang en continuïteit in het beheer hebben we in 2002 een samenwerkingsstichting opgericht, die sinds 2011 erkend is als Anbi. Geen van de familieleden woont hier, maar ze verblijven hier wel vaak in een van de zes familiehuizen.”
Daniëls: “De stichting heeft geen beslissingsbevoegdheid over de bezittingen, maar in het bestuur is ruim de helft van het bezit vertegenwoordigd. Dus is het goed mogelijk om in overleg met de gezamenlijke rentmeester plannen te maken. Toen in 1978 onze eigen rentmeester met pensioen ging, hebben alle eigenaren het dagelijkse beheer van hun bezit namelijk ondergebracht bij ’t Schoutenhuis. Dit rentmeesterkantoor zorgt samen met onze ene medewerker voor de lopende zaken.”
“De stichting is ook aanspreekpunt naar buiten. Het is voor de overheid veel interessanter als wij gezamenlijk een plan indienen voor bijvoorbeeld de restauratie van zeven schaapskooien dan als we dat een voor een doen. Ook is het veel makkelijker om samen te onderhandelen bij het aanleggen van bijvoorbeeld klompenpaden. Want die gaan over de gronden van diverse familieleden.”
Kleinschalig landschap zoals vroeger in de hele Gelderse Vallei. Foto: landgoed Scherpenzeel.
“De stichting is, behalve voor samenhang in het beheer, ook bedoeld als tegenwicht tegen de autonome ontwikkeling dat bij elke vererving naar een volgende generatie het bezit verder verdeeld raakt. De mop gaat er immers af als je nog maar een klein stukje grond hebt dat weinig opbrengt en waarvan je de geschiedenis niet begrijpt. Vererving vergroot dan het risico dat kinderen van de volgende generatie op een gegeven moment hun snipper grond verkopen. Bijvoorbeeld omdat ze een groot huis willen kopen, een wereldreis willen maken of een bedrijf starten. Als je samen werkt aan de toekomst van het bezit en er samen plezier aan beleeft, dan blijf je ook de band met de grond voelen.”
“De eerste daden van de stichting waren het schrijven van een beleidsplan voor het bosbeheer en een gezamenlijke landgoedvisie. Daar hebben we een ingenieursbureau bij ingeschakeld. Bedoeling van die landgoedvisie was om invloed te krijgen op het bestemmingsplan van de gemeente. Inmiddels hebben we goede relaties met bestuurders en ambtenaren. We organiseren geregeld werkbezoeken en dan leer je elkaar ook op een andere dan de formele manier kennen.”
“Zo is het jaarlijkse uitje van de ambtenaren een keer hier bij het kantoor geëindigd. Bij een borrel kan je wat vertellen over het landgoed. We hebben ook eens een middag gefietst met bestuurders. Bij een boerderij die vrijkomt, heb ik de vraag opgeworpen wat zij zouden doen als die van hen was. Dat leverde heel leuke gesprekken op. Het landgoedkantoor in deze gerestaureerde schaapskooi hebben we in 2009 feestelijk geopend. Daarbij hebben we alle buren uitgenodigd, de gemeente, de bouwers. De Vereniging Oud-Scherpenzeel liet in de schuur in een tentoonstelling de historie zien van schaapskooien in dit gebied. Dat was een groot succes.”
De stichting Landgoed Scherpenzeel heeft afgelopen jaren met steun van de provincie Gelderland naast het restaureren van zeven schaapskooien ook andere cultuurhistorische projecten tot stand gebracht, zoals het schilderen van de kenmerkende blauwwitte luiken aan woningen, het opsnoeien van lanen en de restauratie van de familiegrafkelder uit 1852 op begraafplaats De Glashorst. Ook de uitgave van het historische boek ‘Verhalen van Scherpenzeel’ in 2013 kwam mede met geld van de provincie tot stand1. “Samen met de stichting Geldersch Landschap en Kasteelen werken we sinds 2014 aan het herstel van de buitenplaats Huis Scherpenzeel. De provincie Gelderland toont zich enthousiast omdat meer eigenaren samen een project bedenken en uitvoeren.”
“Samenwerken, zowel intern als extern, rendeert en wordt beloond”, ervaart Meta Daniëls de laatste jaren. “Samenwerken ontwikkelt zich tot een karakteristiek van Scherpenzeel.”
Meta Daniëls studeerde sociale wetenschappen. Zij was twintig jaar psychotherapeut in ziekenhuizen en bij Riaggs, maar besloot toen haar hart te volgen. Na omscholing mag zij zich rentmeester-NVR noemen. “Als kind wilde ik eigenlijk boer worden.” Zij beheert een deel van het landgoed en adviseert als zzp’er anderen. “Maar ik besteed de meeste tijd als vrijwilliger aan de gezamenlijke projecten van de stichting Landgoed Scherpenzeel.”
“Van de twintig agrarische pachtbedrijven zijn er de laatste jaren zes gestopt”, vertelt Daniëls. “Je moet als landgoedeigenaar tegenwoordig actief zijn, proactief zelfs. Vroeger gingen ontwikkelingen veel langzamer. Als een boer stopte, zochten onze ouders een andere boer. Dat is niet meer aan de orde. We zoeken nu naar nieuwe bestemmingen, of naar manieren om de landbouw ook aan de gang te houden op locaties waar de productiekosten te hoog zijn door het fraaie landschap.”
“Zo wonen en werken sinds 2008 op éen van die erven 24 mensen met een handicap. Eigenaar van het woonzorgcentrum is Abrona, een christelijke organisatie voor dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking. Abrona heeft het centrum gebouwd. De vijf hectare grond hebben wij in erfpacht uitgegeven.”
“Binnen de stichting praten we over het ontwikkelen van nieuwe inkomstenbronnen en we leren van elkaar. Om deze terreinen die we geërfd hebben weer aan de volgende generatie door te kunnen geven, moet er geld verdiend worden. Kernactiviteit op Scherpenzeel is goed beschouwd eerder landschapsbeheer dan natuurbeheer. We zijn vooral bezig met het beheren van agrarisch cultuurlandschap met lanen, houtwallen en kleine bosjes. Geen uitgestrekte wouden. Bij ons zie je nog het coulisselandschap dat vroeger de hele Gelderse Vallei kenmerkte.”
Grote waarde, nog geen geld
“De uitdaging is ervoor te zorgen dat het publieke belang ook een redelijk rendement gaat opleveren. Dat is een kwestie van ondernemerschap, en van lange adem. Ik ben niet als ondernemer opgegroeid, maar ik heb al veel geleerd. En ik heb groot respect gekregen voor mensen die een bedrijf weten te ontwikkelen.”
“Maar hoe verdienen we geld met de publieke functies die ons landgoed blijkt te hebben? Groen, aantrekkelijk landschap is ‘in’. Mensen willen er wonen. Bedrijven vestigen zich er graag. Recreatie zal nog belangrijker worden. Mensen trekken er op uit om te gaan mountainbiken, wandelen, fietsen, paardrijden. Ze worden er gezonder van. Als landgoed houden wij, samen met de pachters, het gewaardeerde landschap in stand, met paden, houtwallen, singels en sloten. Het is een private investering die een groot publiek belang dient.” Meta Daniëls wil dus de waarde en de opbrengst van recreatie vergroten. “Maar de kosten van openstelling vormen nog steeds op veel landgoederen en ook bij ons een treurig punt. Het blijkt dat de overheidsbijdrage voor openstelling tot op heden niet meer dan een derde van de kosten van openstelling bedraagt. En nu gaan de provinciale en lokale bestuurders ‘in debat’ wie meer moet gaan betalen voor toezicht en aansprakelijkheid. Dat gaat dus nog wel even duren.”
“Een klein begin vormen de vier klompenpaden over ons landgoed. Voor deze gemarkeerde wandelroutes betaalt de provincie nu 45 cent per meter per jaar. Vrijwilligers beheren de paden en onderhouden bruggetjes en bordjes. Wij snoeien twee keer per jaar de takken die over de paden heen hangen. Het is natuurlijk géén geld, want het toezicht en de aansprakelijkheid zijn niet geregeld”, aldus Daniëls. “Maar het feit dat er een contract is opgesteld, betekent wel erkenning van de particuliere eigenaar.”
Het thema intrigeert haar. “Landschap is er immers niet zomaar. Duidelijk is dat wij - net als boeren - assertiever en creatiever moeten zijn over wat wij de samenleving allemaal bieden. Want dat mooi landschap niet vanzelf spreekt, zien wij grondeigenaren aan de debetkant van onze jaarcijfers.”
Goed voor draagvlak
“Mijn grootmoeder woonde tot 1956 in Huis Scherpenzeel, midden in het dorp. Mijn moeder en haar zuster hebben het in 1975 geschonken aan de gemeente, als gemeentehuis. Intussen heeft de gemeente het in erfpacht gegeven aan de stichting Geldersch Landschap en Kasteelen. Er zit nu een kantoor in en horeca. Samen met het Geldersch Landschap steken we nu veel energie in herstel van het omliggende park. Dit project was genomineerd voor de Gelderse Prijs van de Ruimtelijke Kwaliteit 2016. Een enorme opsteker, en goed voor het draagvlak bij de lokale overheid.”
De ontwikkeling van het landgoed begon in 1793, toen de Amsterdamse VOC-koopman Johannes Bastianus van Naamen Huis Scherpenzeel kocht met omliggende landerijen. Zijn nazaten breidden het bezit uit met grond, boerderijen en een deel van het dorp. Kleindochter Benudina van Naamen erfde het landgoed in 1854 en zij liet het Huis samen met haar man Herman Royaards verbouwen tot een witgepleisterd zomerhuis. ’s Winters woonde de familie Royaards, met intussen zeven kinderen, in Utrecht. Permanente bewoning kreeg het huis in 1900, toen hun jongste zoon Anton het huis erfde en in datzelfde jaar burgemeester werd van Scherpenzeel. Bij die erfenis begon de verdeling, want Antons broer Johan en zijn zuster Wilhelmina kregen ook elk een deel. De huidige eigenaren van het landgoed zijn allemaal afstammeling van deze drie Royaardsen.1
1 Verhalen van Scherpenzeel over historie en bewoners van het Landgoed, uitgave stichting Landgoed Scherpenzeel en stichting In Arcadië, eindredactie R.H.M. van Immerseel, 2013. Zie: landgoedscherpenzeel.nl.
Karakteristieken Scherpenzeel
- Gelegen in gemeenten Scherpenzeel, Utrechtse Heuvelrug, Woudenberg, Barneveld.
- Oppervlakte: 1.075 hectare, waarvan 715 hectare landbouw en 360 hectare bos en natuur, verdeeld over veel kleinere percelen bos, houtwallen en lanen.
- Grond door vererving sinds 1900 verdeeld over tien bezittingen, enkele in de vorm van een NSW-BV, andere onverdeeld en één bezit van 1 persoon.
- ’t Schoutenhuis is voor alle eigenaren beherend rentmeester.
- Stichting Landgoed Scherpenzeel, opgericht in 2002 door een deel van de eigenaren, bevordert samenwerking en initieert gezamenlijke projecten.
- 20 monumentale boerderijen met blauwwitte luiken, 7 schaapskooien, 2 dienstwoningen, buitenschietbaan, 6 beheerderwoningen/vakantiehuizen, beheerkantoor.
- Eigenaren wonen niet op landgoed.
- Eén medewerker in gezamenlijke dienst. Taken: opstellen en uitvoeren planning beheer bos en natuur, onderhoud gebouwen, toezicht, aansturing vaste vrijwilligersgroep, aanspreekpunt voor pachters, eigenaren en omgeving.
- Deelnemer landelijk basisschoolproject ‘Van Luchtkasteel tot Dassenburcht’ over particuliere landgoederen, met landgoedquiz gemaakt door vrijwilligers.
Inkomsten
80% agrarische pacht uit land en gebouwen: 14 verpachte hoeves.
15% uit verhuur en erfpacht woningen en Woonzorgcentrum Groot Ruwinkel
5% uit bos, hout en subsidies
Plannen
- Verschuiving inkomsten van landbouwpacht naar erfpacht via omzetten van vrijkomende boerderijen naar wonen en zorg.
- Meer inkomsten uit publieke functies, zoals recreatie.
- Rol stichting in samenhang familie versterken: wat zijn de gedeelde waarden.
Meta Daniëls is projectleider in de stichting Landgoed Scherpenzeel en mede-eigenaar van dit landgoed. Zij is rentmeester-NVR en tot voor kort voorzitter van het Utrechts Particulier Grondbezit. Ook is zij vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk Nederland. Zij studeerde sociale wetenschappen, was twintig jaar psychotherapeut in ziekenhuizen en bij Riaggs.