Federatie Particulier Grondbezit

Interview: Albert graaf Schimmelpenninck

Interview Albert graaf Schimmelpenninck, landgoed Twickel

Het grootste particuliere landgoed van Nederland


Twickel speelt een voorbeeldrol. Met Boeren voor Natuur, een groot maatschappelijk draagvlak en dure natuur zoals blauwgrasland, veen en natte heide. Twickel combineert een lange historie met vernieuwingen.

De stichting Twickel is de erfgenaam van een familiebezit dat vanaf 1347 steeds vererfde. Met ruim 6500 hectare is dit het grootste landgoederenbezit in particuliere handen.

De bezittingen liggen verdeeld over twee landen, vier provincies, dertien gemeenten en heeft dus te maken met negentien overheden met verschillende regels en besturen. Het grootste bezit, 4000 hectare bij Delden, grenst aan de Twentse stedenband, wordt doorsneden door twee snelwegen en het Twentekanaal. Door het landgoed lopen ook nog een spoorlijn en diverse provinciale wegen.

Groeiende inkomsten haalt Twickel uit erfpacht. Twickel heeft inmiddels honderd woonboerderijen in erfpacht gegeven. “Ook hebben we erfpachtinkomsten van een golfbaan, de Amerikaanse school en een verpleeghuis in Wassenaar, sportterreinen in drie gemeenten, een school in Dieren. Van de zeven hotels en restaurants zijn er twee in erfpacht en vijf in verhuur”, vertelt Albert Schimmelpenninck, inmiddels ex-directeur en rentmeester.

Nog iets groter, maar relatief afnemend, zijn de inkomsten uit agrarische pacht. “Wij willen zelf het onderhoud van de actieve boerderijen blijven doen, dus die houden we in eigendom. Woonboerderijen geven we in erfpacht uit maar de erfpachtvoorwaarden moeten garanderen dat het uiterlijk van de gebouwen en het kleurgebruik ongewijzigd blijven”, aldus de directeur. “De pacht beperken we tot grondgebonden landbouw. We willen dus geen varkens- en kippenstallen die voer van buiten moeten aanvoeren en mest weer naar buiten afvoeren.” Een mooi en groen uitgangspunt, maar dat schept ook een dilemma. “Want we hebben pachters nodig voor het beheer van het landgoed en voor de pachtinkomsten.”

weilanden twickel

Weilanden op landgoed Twickel. Foto: Johan Wieland / Flickr

“Ook zijn we geen voorstander van verdere intensivering van melkveebedrijven. Ik ben bezorgd over de trend naar grootschaligheid en over het gebrek aan opvolgers”, zegt de rentmeester. “Wij hebben hier een kleinschalig landschap en dat willen we graag zo houden. Voor de algemene trend naar steeds meer hectares per boerderij hebben we maar beperkt ruimte. Gemiddeld telt een boerderij op Twickel vijftig hectare."
"We zijn al naar de Pachtkamer geweest omdat een pachter van 150 naar 220 koeien wilde. De boer kon gelukkig niet aantonen dat zijn inkomsten zouden stijgen, want met meer koeien heb je ook meer personeel nodig."
"Wij zien liever dat boeren hun inkomen verhogen met verbrede landbouw, zoals kaas maken en bed & breakfast. Wij helpen ze in die richting met bijdragen aan een haalbaarheidsonderzoek. Bijvoorbeeld een onderzoek met als vraag ‘Is kaas van het merk Twickel zinvol?’ Dat is tot nu toe niets geworden. De boeren willen wel melk leveren, maar geen beperking in hun bedrijfsvoering. Zo willen zij het recht om hun koeien op stal te houden, terwijl wij ze het liefst buiten zien in de weides. Bovendien vrezen ze bij een mislukking van het Twickelkaas-project dat ze hun relatie met de melkfabriek kwijt zijn.”
“We hebben wel een geitenboer die yoghurt maakt en een vleesveehouder die rundvlees verkoopt. Ze halen de tussenhandel eruit en leveren zelf aan winkels onder eigen merk.”

Schimmelpenninck heeft drie oplossingen uitgewerkt om boeren en landgoed met elkaar te blijven combineren.

  1. Boeren voor Natuur. “Dat doen drie pachters, een met vleesvee en twee met schapen. Zij mogen geen mineralen van buiten het bedrijf halen, dus geen voer en geen organische of kunstmest. Zo staat hun bedrijfsvoering in dienst van natuur en landschap. Productie staat niet meer voorop. Ze boeren eigenlijk zoals het vroeger ging. Dat leidt tot verschraling van weilanden en heides, zodat daar soorten terugkomen die onder invloed van kunstmest en bestrijdingsmiddelen verdwenen zijn.”
    “Zij krijgen een forse vergoeding voor het leveren van maatschappelijke diensten als natuur, recreatie, wateropvang en waterzuivering. Dat geld komt uit een vermogensfonds dat voor de helft gevuld wordt door het Rijk, voor een kwart door de provincie Overijssel. De rest komt van waterschap, gemeenten en onze stichting, die ongeveer vijf procent bijdraagt.” Vanwege het overheidsgeld had Twickel toestemming nodig van Brussel omdat anders een verbod dreigde vanwege illegale staatssteun. Alleen voor deze drie boeren, en een boer in Midden-Delfland, kwam die toestemming. Brussel besluit later of meer boeren mogen overstappen. Idee en ondersteuning komen van de Wageningen Universiteit.
  1. Eigen landschapsregeling. “Die betalen we helemaal zelf. Per boerenbedrijf registreren we het aantal meter grenzen met natuurgebieden, houtwallen en solitaire bomen. Ze krijgen – na aftrek van wat een gemiddelde boer aan bosranden heeft – een vergoeding ter compensatie van het opbrengstverlies. Dat kan oplopen tot enkele duizenden euro’s per jaar. Eigenlijk zou de overheid dit moeten betalen, maar dat past niet in de Brusselse regels voor staatssteun.”
    “Niet alle landschapselementen zijn heilig. Het gaat er om het karakter van het Twentse landschap te behouden. Soms kan er dan iets geschoven worden waardoor de boer makkelijker kan werken.”
  1. Water en natuur. “Langs de Hagmolenbeek leggen we samen met het waterschap nieuwe natuur aan, gesteund door de Europese Kaderrichtlijn Water die eisen stelt aan de waterkwaliteit. Tegelijk kunnen we ook iets doen aan de opvang van overvloedig water. Daarbij is een oude meander hersteld."
    "Voor twee pachters die ruimte maken voor nieuwe natuur hebben we grond gekocht in Drenthe waar zij hun bedrijven kunnen voortzetten. De beste gronden gaan we herverkavelen zodat de twee achterblijvende pachters er ook op vooruitgaan.”

Hout nog steeds belangrijk

Naast de pachtinkomsten heeft Twickel vooral inkomsten uit bosbouw. “Een deel van Twickel is productiebos, een deel is natuur en het meeste zit in een tussencategorie. We oogsten nu ongeveer de helft van de bijgroei.”
Vooral het Twickelse eikenhout staat goed bekend. Daarvan produceert het landgoed jaarlijks duizend kubieke meter. “Als enige landgoed hebben we een eigen zagerij. Die produceerde vroeger vooral voor eigen gebruik en de lokale markt. Nu richten we ons op klanten in het hele land die kwaliteit willen, voor houten vloeren bijvoorbeeld. Afnemers zijn restauratieaannemers, werven die oude botters herstellen, meubelmakers. We kunnen het grenen hout een jaar lang wateren. Het is een milieuvriendelijke vorm van verduurzaming en het komt de kwaliteit van het timmerhout sterk ten goede.”
”De kosten van het bos- en landschapsonderhoud proberen we te drukken door brandhoutklanten tegen een geringe vergoeding in te schakelen bij arbeidsintensief onderhoud waarbij brandhout vrijkomt. Ook schoolkinderen komen hier helpen. Zo versterken we de binding met de samenleving.”
“Met overheidssubsidies is veel achterstallig onderhoud van natuurgebieden en monumenten weggewerkt. Maar als de subsidies teruglopen, komt dit op een lager pitje. We kunnen het wel een paar jaar uitzingen want de onderhoudstoestand is over het algemeen op een behoorlijk niveau.”
“Met de jacht gaan we geleidelijk over naar een extensievere vorm. Dat betekent een lagere jachthuur maar geen diensten van een dure jachtopzichter van Twickel. Want bij hoge huren bestaat het gevaar dat we mensen krijgen met veel geld, maar weinig betrokkenheid. De jachtcombinaties regelen de jachtveldverzorging zelf. Zij zorgen ook voor wildakkers en hoogzitten. Wij doen nog wel het algemeen toezicht met onze BOA’s (buitengewone opsporingsambtenaren).”

Pact van Twickel

Het grootste particuliere landgoed van Nederland heeft veel recreatievoorzieningen die bekendheid en draagvlak opleveren, maar geen inkomsten. Geld voor aanleg en onderhoud komt deels van overheden. Alle partijen hebben elkaar na jaren overleg gevonden in het Pact van Twickel. De uitdaging luidde, het landschappelijk en cultureel erfgoed in de oksel van de A1/A35 in stand houden, mét behoud van de landbouw als economische drager. De overeenkomst is in 2009 getekend door provincie Overijssel, waterschap Regge en Dinkel, Regio Twente, de drie gemeenten Hof van Twente, Hengelo en Borne en de stichting Twickel.
Afspraken zijn gemaakt over een aantal projecten. Het eerste was de ‘Umfassungsweg’, die in 2011 open ging. Dat is een wandelroute van negen kilometer die in een wijde boog om het kasteel heenloopt en alle landschapstypen van Twickel laat zien. De Umfassungsweg is 120 jaar geleden ontworpen door landschapsarchitect Eduard Petzold, maar nu pas voltooid.
Een ander project is de aanleg van nieuwe natuur langs de Hagmolenbeek waarbij twee van de vier pachters naar Drenthe verhuizen. Ook de restauratie van het Overpark tegenover het kasteel is onderdeel van het Pact.
Met 600.000 Twentenaren in de directe omgeving ervaart Twickel de toenemende betekenis van recreatie. Twickel heeft zelf voorzieningen gemaakt als losloopgebieden voor honden. Regio Twente heeft in overleg met Twickel een mountainbikeroute van zeventig kilometer aangelegd. Vijf wielerclubs onderhouden elk circa vijftien kilometer van die route. In 2013 hebben overheden en Twickel overeenstemming bereikt voor een tweede investeringsronde, namelijk van €5 miljoen voor de komende twee jaar. Doel is versterking van de landbouwstructuur. Het landgoed wil de eigen boeren toekomst bieden en tegelijk het kleinschalige landschap behouden. Soms kunnen landschapselementen verwijderd worden om deze elders te herplanten zodat de pachters efficiënter kunnen werken.
Daarnaast wordt gewerkt aan vrijwillige kavelruil. Bij de afsluiting van het Pact is voor €1,8 miljoen aan landbouwprojecten uitgevoerd, waarvan de helft voor rekening van de pachters kwam. De rest kwam van de stichting en de overheden van het Pact. Van de 45 pachters doen er al 35 mee aan één of meer deelprojecten. Karakteristieke Twickelschuren en erven worden opgeknapt, waterhuishouding en bodem verbeteren en de bedrijvigheid verbreedt.
Het voorbeeld van het Pact van Twickel krijgt navolging. De gemeenten Rhenen en Veenendaal, landgoed Prattenburg en de provincie Utrecht hebben in 2011 een convenant ondertekend om duurzame instandhouding van één van de grootste particuliere landgoederen van Utrecht te garanderen. Het landgoed mag op drie plaatsen beginnen aan kleinschalige woningbouw. In ruil daarvoor zijn de plannen voor een hotel geschrapt.

Aan- en verkoop

Nog steeds verwerft Twickel geregeld nieuwe grond. Schimmelpenninck: “Primair kijken we naar afronding, want een deel van het bezit ligt versnipperd en op afstand. Op onze balans staat een potje voor aan- en verkoop. Dat vullen we bijvoorbeeld met geld uit de verkoop van opstallen waarvan de grond in erfpacht gaat. De recente verkoop van grond aan de gemeente voor een nieuwbouwwijk in Delden leverde miljoenen op. Overigens kregen we aan de andere kant van Delden compensatiegrond.”
Twickel heeft ook interesse in gronden die het kabinet-Rutte in de verkoop doet. “We hebben een brief aan Staatsbosbeheer gestuurd en percelen genoemd die wij wel willen overnemen, bijvoorbeeld bij de Rijnstrangen onder Zevenaar en snippertjes bij Dieren. Ook hebben we interesse in gronden van Domeinen langs de IJssel. Dit blijkt echter een zeer traag proces.”
Plannen heeft Twickel voor diverse nieuwe inkomstenbronnen. Zo zou Schimmelpenninck graag het hoofdgebouw van het landgoed Hof te Dieren willen herbouwen. “Het moet dan wel een rendabele bestemming krijgen zodat dit als kostendrager kan fungeren voor het beheer van het fraaie Zocher-park daar.” Ook bestaan er plannen om op diverse voormalige boerenerven nieuwe woningen te bouwen in ruil voor het verwijderen van overtollige stallen.

Spanning met Vrienden

“De Vereniging Vrienden van Twickel is ontstaan uit een actiegroep die de aanleg van een weg dwars door het landgoed wist te voorkomen. Na dit succes veranderden de verhoudingen, want de Vrienden toonden zich kritisch over het bos- en natuurbeleid van de stichting. Wel terecht, want het toenmalige bestuur had weinig contact met de buitenwereld. Inmiddels zijn de verhoudingen sterk verbeterd.”
Schimmelpenninck: “De Vereniging is een teken dat Twickel leeft in de omgeving. De Vrienden dragen niet direct bij aan financiën en beheer. Wel doen ze incidenteel wat, zoals de inscriptie herstellen van de gedenksteen van de landschapsarchitect Eduard Petzold. Ik hoop dat ze hun kennis gaan inzetten voor educatie, want op dat gebied kan er meer.”
 “Ook zou ik ze actiever wensen als spreekbuis van de recreanten. Zo had de gemeente een plan ter inzage gelegd dat wij steunen om een aantal zandwegen af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer. Nu kwamen er alleen bezwaren binnen, dus hoort de gemeente niets van de steun van wandelaars die liever niet in de stofwolken en het lawaai lopen. De gemeente heeft het plan op de lange baan geschoven.”

Belangrijk moment in de geschiedenis van Twickel is het besluit van de laatste eigenaar, baronesse van Heeckeren van Wassenaer, om Twickel inclusief tweehonderd gebouwen - waaronder het kasteel en interieur met een grote kunstcollectie - over te dragen aan een stichting. Omdat ze geen kinderen had, vreesde ze versnippering van het bezit. Als gebaar naar de familie gaf zij een familielid het woonrecht van het kasteel om het private karakter van het landgoed voort te zetten.
Doel van stichting Twickel, opgericht in 1953, is het in stand houden van natuur en cultuur op het landgoed. “We kregen bij het overlijden van de baronesse in 1975 er ook de effectenportefeuille bij”, vertelt Albert Schimmelpenninck. Met een glimlach: “De stichting maakte dus een goede start.”
Bij het overlijden van de baronesse bleken naast de aandelen ook de buitenbezittingen aan de stichting toe te vallen. Zoals de Hof te Dieren, de Geldersche Waard in Zevenaar, landgoed de Nettelhorst in Lochem, Hof te Borculo, Brecklenkamp en het Duitse Lage, polder Zuydwijk en het Baljuwhuis in Wassenaar.

zonnewijzer
Zonnewijzer in de kasteeltuin van Twickel. Foto: Johan Wieland / Flickr

Karakteristieken Twickel

  • Twickel bestaat sinds 1347. In 1875 was het grondbezit 10.000 hectare groot. De stichting is eigenaar sinds 1953. Laatste eigenaresse, Baronesse van Heeckeren van Wassenaer, schonk stichting Twickel het hele landgoed in Delden. Bij haar overlijden in 1975 kreeg de stichting ook de buitenbezittingen erbij. Gratis woonrecht voor het kasteel gaat ‘zo mogelijk’ naar familie van de barones om het private karakter voort te zetten. Het stichtingsbestuur heeft vijf leden, van wie één benoemd door Natuurmonumenten en één door de Nederlandse Kastelenstichting. Kasteelbewoner en rentmeester wonen alle vergaderingen bij.
  • Grootste particuliere landgoed in Nederland met ruim 6.500 hectare waarvan het eigenlijke landgoed Twickel bij Delden 2/3 omvat. De overige landgoederen zijn: Hof te Dieren, Gelderse Waard bij Zevenaar, Nettelhorst bij Lochem, Zuydwijk, Santhorst en Baljuwhuis in Wassenaar, bezittingen te Brecklenkamp bij Ootmarsum, het Duitse Lage en landbouwgronden in Drenthe.
  • Grondgebruik: 53% landbouw, 43% bos en natuur, 4% erven en recreatie.
  • 60 boerderijen met gemiddeld 50 hectare, waarvan 45 melkveebedrijven, overige 15 vleesvee, schapen, geiten, akker, pluimvee en wijnbouw.
  • 140 woonhuizen/woonboerderijen.
  • Kasteel Twickel met bijgebouwen en tuinen met landgoedwinkel en oranjerie (in de zomer theeschenkerij).
  • Andere bezittingen: 3 watermolens, watertoren, houtzagerij, historische houtzaagmolen, ommuurde moestuin met Victoriaanse kassen, museumboerderij, wagenmakerij, golfbaan, tuinen, park, heideveldjes en bossen.
  • Jaarlijks krijgen pachters een korting op de pacht ter compensatie van de beperkingen op kleine, grillig gevormde percelen. Het gaat in totaal om €250.000.
  • Ongeveer 25.000 m2 asbestdak wordt vervangen en voor ruim 400.000 kW zonnepanelen gelegd.
  • Winstgevend zijn landbouwpacht, erfpacht woonboerderijen, woningverhuur, huur/erfpachtbedrijven zoals horeca en zagerij.
  • Verliesgevend zijn kasteel, tuin, monumenten, park, landschap en natuur.
  • Kostenneutraal zijn bos, recreatie en jacht.
  • Subsidies: bijna €1 miljoen, te weten €600.000 voor projectsubsidies (gemiddeld over 5 jaar), €325.000 voor instandhouding en openstelling, €50.000 voor agrarisch natuurbeheer.
  • Personeel: 50, verdeeld over 40 fte’s. Vrijwilligers: 100, voor rondleidingen in en om kasteel, onderhoud tuinen en moestuin, bomen knotten, heide vrijstellen, molenaars in twee watermolens en in de oude zagerij. Ook enkele BOA’s. Vereniging Vrienden van Twickel telt 1750 leden.
  • Huidige bewoner Kasteel Twickel: Roderik Graf zu Castell-Rüdenhausen.


Inkomsten

Jaaromzet €6 miljoen

38% agrarische pacht
38% huur en erfpacht (waaronder 100 woonboerderijen)
11% bos, landschap, natuur, jacht en recreatie
4% dividenden en rente (gemiddeld over 5 jaar)
4% publieksactiviteiten en landgoedwinkel met 15.000 bezoekers per jaar
1% buitenplaats (kasteel, tuinen, archief)
1% (netto) zagerij

Uitgaven

33% onderhoud gebouwen
25% algemeen beheer
19% bos, landschap, natuur, jacht en recreatie
17% buitenplaats
6% publieksactiviteiten en landgoedwinkel

Plannen

  • Hoofdgebouw van Hof te Dieren herbouwen
  • Huizen bouwen op voormalige boerenerven in ruil voor verwijderen overtollige stallen.
  • Innovatie: aanleg van elzenhakhout op ‘omgekeerde rabatten’. Op de rabatten kunnen oogstmachines rijden. In de lage delen staan de elzen. Dit is een oude cultuur op een nieuwe, rendabele manier. Tweede functie: wateropvang.

Albert graaf Schimmelpenninck (1951) is rentmeester en was van 1984 tot juni 2017 directeur stichting Twickel. Voorts is hij bestuurslid van stichting Landgoed Wildenborch te Vorden en van stichting Baron van Ittersum Fonds, ex-bestuurslid van de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), OPG, Landschap Overijssel, Bosgroep Salland-Twente, waterschap Regge en Dinkel, Bosschap en mede-eigenaar via een NSW-BV van landgoed Nijenhuis-Westerflier te Diepenheim. Schimmelpenninck is civiel ingenieur en was tot 1984 bouwcoördinator van het Diakonessenhuis in Utrecht. Albert heeft drie broers, nazaten van raadspensionaris Schimmelpenninck ten tijde van Napoleon.