Federatie Particulier Grondbezit

Nog meer uit de natuur

Nog meer uit de natuur

33. CO2-emissierechten


Oogsten van broeikasgas gebeurt overal door groene planten, struiken en bomen. Het Nationaal Groenfonds financiert de aanleg van zogenaamde Klimaatbossen met CO2-rechten waarvoor bedrijven betalen die CO2 produceren. Het Groenfonds heeft al 2558 hectare gefinancierd, Stichting Face 1283 hectare, samen dus 3841 hectare. Bron: Jaarverslag 2013 Groenfonds en Probos Kerngegevens Bos en Hout in Nederland, december 2013.

Voorbeelden

  • Landschap Noord-Holland begon in 2014 met veenvorming financieren uit CO2-emissierechten. Particulieren en bedrijven betalen vrijwillig een bedrag per ton CO2 bijvoorbeeld voor een vliegreis en kiezen daarvoor op een website een nabijgelegen project. Het Landschap heeft zich laten inspireren door vergevorderde projecten in Engeland en Duitsland, met hulp van McDonald’s en Volkswagen. Sinds begin 2013 loopt een proef in het Ilperveld die laat zien wat er mogelijk is. Met een hoger waterpeil stopt de afbraak van veen. Dat biedt dubbele klimaatwinst, want veenvorming betekent vastleggen van CO2 én minder CO2-productie vergeleken met ontwatering. Ontwatering van veenweide brengt zuurstof in de grond waardoor het veen verteert. Gevolgen zijn onder meer bodemdaling van 1 tot 2 centimeter per jaar, verzakkende wegen, huizen en leidingen, baggervorming en verzilting. De CO2-productie van alle Nederlandse veenweidegebieden is vergelijkbaar met 2 miljoen auto’s. Het Noord-Hollandse project ‘Omhoog met het veen’ laat die dubbele klimaatwinst zien. Zie: landschapnoordholland.nl/project/omhoog-met-het-veen-herstel-van-veengroei-veenweidenmoorfutures.de en wetlands.org

  • Natte landbouw met teelt van lisdodde, riet, veenmos, cranberry en rijst levert volgens rapporten van de provincies Zuid- en Noord-Holland een hoger rendement op dan de huidige melkveehouderij. Van €965 per hectare per jaar voor melkvee tot €1630 voor lisdodde en €2625 voor veenmos. Voor Europa zijn er al tweehonderd plantensoorten geselecteerd met toepassingen als voedingsgewas, medicijnen, veevoer, brandstof en grondstof voor constructiemateriaal. Toepassingen van lisdodde zijn er al voor isolatiemateriaal, constructieplaat, lijm, voedingsgewas en vezels voor papier en textiel. In Duitsland en Oostenrijk staan fabrieken die lisdodde verwerken tot isolatiemateriaal. Veenmos kan turf vervangen die nu in hoogvenen in Baltische staten wordt geoogst als potgrond voor onder meer orchideeën. Natte landbouw heeft verder een gunstig effect op wateropvang, waterzuivering en biodiversiteit. Zo kunnen weidevogels terugkeren, maar ook purperreiger, roerdomp en otter.

  • Roel van Gerwen, afdeling Natuurlijke Zaken van Landschap-Noord-Holland, heeft tien bedrijven gevonden die investeren in een project natte landbouw, soms in natura als een laboratorium. Dit project onderzoekt drie topgewassen: eendenkroos (groenbemester, veevoer, bio ethanol en vleesvervanger), veenmos (potgrond, decoratie) en lisdodde (isolatie, bouwmateriaal). Natte landbouw reduceert de bodemdaling van 1 centimeter per jaar voor 90%. 

  • Het Veenweiden Innovatiecentrum in het Utrechtse Zegveld werkt aan oplossingen voor bodemdaling, met steun van de provincie Zuid-Holland à €1.625.000. Directeur Frank Lenssinck innoveert onder meer met eendenkroos als krachtvoer voor het vee. Ook onderzoekt hij of het mogelijk is om cranberries te kweken voor bessensaus en medicijnen. Met aangepast waterbeheer kan de teelt na vier jaar winstgevend zijn. Verder laat hij olifantsgras (miscanthus) groeien om papier van te maken. De hoge elasticiteit van de stengel maakt olifantsgras ook geschikt als grondstof voor bouwmaterialen. Zo kan het als bewapening in beton gebruikt worden (merknaam: Xiriton), waardoor het beton CO2 bindt, hogere treksterkte krijgt, taaier en tegelijk veel lichter wordt. Er zijn zelfs betonsoorten mee gemaakt die op water blijven drijven. Directeur Lenssinck experimenteert met agrarische viskweek, dus zoetwatervisteelt in het veengebied, meldt de Utrechtse Commissaris van de Koning Willibrord van Beek op 31 oktober 2014. Zie: (link) en (link). Het Veenweiden Innovatiecentrum is een initiatief uit 2012 van drie provincies, zes waterschappen en LTO Groene Hart.

  • Experiment met natuur en cranberry’s. Het Veenweiden Innovatiecentrum is ook betrokken bij een proef in Polder Middelblok nabij Gouderak voor het ontwikkelen van natuur gecombineerd met de teelt van cranberry's. De lage cranberry-planten passen bij de graslandennatuur in de Krimpenerwaard en de bessen leveren inkomsten op. De cranberryteelt kan ook bodemdaling verminderen. Cranberry’s groeien namelijk het beste op natte veengrond.  Initiatiefnemer van het experiment is Bart Crouwers. Deze ondernemer deed inspiratie op bij het Veenweiden Innovatiecentrum en bij cranberrytelers in Letland. Crouwers wil cranberry biologisch telen, zonder bestrijdingsmiddelen en bemesting. De juiste voedingsbodem vergt afgraven van de bovenste laag grond. De vrijkomende grond wordt gebruikt in de nabije omgeving. De proef start naar verwachting begin 2017. Het experiment past binnen het landbouwinnovatieprogramma van de gemeente Krimpenerwaard en wordt verder ondersteund door het Veenweiden Innovatiecentrum, het hoogheemraadschap Schieland en de provincie Zuid-Holland. Komende jaren moet blijken of deze teelt kansen biedt voor agrarische ondernemers. Bron: Provincie Zuid-Holland, 20/09/16.

  • Bufferzones Bargerveen. De stichting Bargerveen en de Radboud Universiteit Nijmegen houden een proef met natte landbouw langs de rand van het Drentse hoogveengebied Bargerveen. De proef moet uitwijzen of het mogelijk is om in de bufferzone rond het gebied gewassen als riet, wilgen en lisdodde te telen, gewassen die tegen een hoge waterstand kunnen. Het project begint op 16 hectare bufferzone bij Zwartemeer op grond die eigendom is van Staatsbosbeheer en wordt uitgevoerd in opdracht van het grensoverschrijdende Naturpark Moor-Veenland.
    Het Bargerveen is een van de laatst overgebleven hoogveengebieden van Nederland. Omdat veen gedijt bij een hoge waterstand, wordt de grondwaterstand binnen deze bufferzone flink verhoogd. De zones worden daardoor minder geschikt voor gangbare landbouw en daarom willen de projectpartijen uitvinden of de gebieden zich wel lenen voor de paludi-cultuur, een vorm van natte landbouw.
    Mocht de proef positief uitpakken dan kunnen zowel boeren als natuurbeheerders profiteren. Boeren krijgen mogelijk de kans om nieuwe gewassen te telen. Ook voor natuurbeheerders kan dit extra inkomsten genereren. De proef kan de opmaat zijn voor een groter project met natte landbouw in het natuurpark Veenland en in veengebieden aan Duitse zijde van de grens. Aan de zuidkant van het Bargerveen wordt gewerkt aan een bufferzone van 200 hectare, waarvoor een deel van de grond al is aangekocht. Bron: Dagblad van het Noorden, 29/09/16.

  • De provincie Friesland werkt aan een koolstofbank die boeren in het veenweidegebied compenseert voor lagere opbrengsten door een hoger waterpeil. Het geld van de koolstofbank komt van bedrijven die CO2 produceren en manieren zoeken om die CO2 op te vangen. De provincie sluit aan bij het project Valuta voor Veen van de Friese Milieu Federatie. Friesland zoekt samenwerking met Noord-, Zuid-Holland en Utrecht. Bron: Leeuwarder Courant, 17 november 2015.

  • De kern van de CO2 Bank van Utrecht luidt dat bedrijven, organisaties en huishoudens hun CO2-uitstoot compenseren met lokale projecten in de eigen regio. Als eerste bedrijf heeft Mourik in Groot-Ammers zijn werk aan de N237 gecompenseerd. Met dit geld financiert de CO2 Bank een zonnepanelenproject. Alle scholen in de provincie Utrecht krijgen advies over de mogelijkheden om zonnepanelen te plaatsen. Vervolgens worden op tien scholen zonnepanelen geplaatst, waarmee de uitstoot van het werk aan de provinciale weg is gecompenseerd. De CO2 Bank Utrecht is een initiatief van de Natuur en Milieufederatie Utrecht. Zie: CO2bank-utrecht.nl.

34. Bronwater


Het Utrechts Landschap heeft aan de gevel van zijn bezoekerscentrum Beerschoten een kraan waar bronwater van de Utrechtse Heuvelrug uitkomt. Het is in feite leidingwater, dat het waterbedrijf Vitens niet ver daar vandaan oppompt. Het bronwater zou een inkomstenbron kunnen zijn, verpakt in flessen of in bidons met reclame, want de kwaliteit is hoog. Niet als concurrent van grote bronwaterleveranciers als Spa en Sourcy, maar in een vorm van samenwerking zoals co-branding, waarbij het groene en duurzame imago van de ene partij de productie- en marketingkracht van de andere partij versterkt.
Als sponsor van Het Utrechts Landschap levert Vitens dit water gratis. Het Utrechts Landschap voert sinds 2013 gesprekken met Vitens over een creatieve oplossing die beide partijen voordeel brengt. Elders in het land zoeken meer partijen naar een manier om drinkwaterbedrijven te laten meebetalen aan de zuivering van water door natuur.

Toekomst ligt er in drinkwaterbedrijven die natuur bezitten en koesteren als bron van hun product, zoals PWN in Noord-Holland, Evides in Noord-Brabant en Dunea in Zuid-Holland. Zij krijgen daarbij steun van de regering, zoals blijkt uit de Rijksnatuurvisie van april 2014: “Het kabinet steunt het streven van drinkwaterbedrijven om een rol als volwaardig natuurbeheerder te vervullen.”
In een reactie op de Rijksnatuurvisie laat drinkwaterkoepel Vewin weten dat haar leden bereid zijn natuurgebieden te kopen. Maar zo’n vaart zal het niet lopen. “Want het Rijk wil geen grond verkopen, om strategische redenen. Als zo’n bedrijf in buitenlandse handen komt, kan het gaan om vitale landsbelangen. Op dit moment heeft alleen Dunea interesse. Daar gaat het om kust en duinen. Stel dat GDF Suez Dunea koopt dan komt Napoleon weer terug”, grapt SBB-directeur Sylvo Thijsen, met een serieuze ondertoon.
De SBB-directeur lijkt te somber. Zo kocht Vitens 200 van de 500 hectare bos op Heumensoord in 2017 van de gemeente Nijmegen. Natuurmonumenten gaat als erfpachter heel Heumensoord beheren. Vitens koopt de grond om de waterwinning van 150.000 klanten veilig te stellen. Nijmegen kreeg €2,3 miljoen voor het terrein. De gemeente gaat het geld gebruiken om groen aan te planten in stenige wijken. Bron: De Gelderlander 13-3-2017.

Ruim twee derde (14.000 van de 21.000 hectare) van het grondbezit van de drie duinwaterbedrijven valt onder de Habitatrichtlijn. PWN, Dunea en Waternet besteden respectievelijk €4,3 miljoen, €2,4 miljoen en €3,5 miljoen per jaar aan natuurbeheer. Consumenten betalen de beheerkosten wat neerkomt op ongeveer 4 cent per m3 bij PWN, 4 cent per m3 bij Dunea en 5-6 cent per m3 bij Waternet.
Dunea zorgt voor het drinkwater van 1,2 miljoen mensen in de westelijke Randstad. Dunea ontvangt jaarlijks in het Natura 2000-gebied Meijendel-Berkheide ruim een miljoen mensen. In het Programma Investeringen Meijendel is natuur integraal in de planning meegenomen. Van de totale investering komt 15% mede ten goede aan natuur en recreatie. Deze laatste investeringen vergroten het draagvlak bij bezoekers en omgeving. Dat levert tijdwinst in vergunningprocedures op, en een efficiënte uitvoering. Natuurwinst is behaald door oevers van plassen opnieuw in te richten en een grote oppervlakte verstuivingen te herstellen. Daarmee komt de natuurlijke dynamiek terug in de duinen en kan de bijzondere habitat van duingraslanden zich ontwikkelen. Het zand dat vrijkomt bij de plagwerkzaamheden wordt gebruikt bij de verbetering van de waterwinning.
Het Programma vormt ook een voedingsbodem voor innovatie. Verbetering van de ondergrondse infrastructuur voor de waterwinning bleek goed te combineren met bovengronds herstel van een stuifduin. Het Programma laat zien dat de natuurcombinatie met drinkwater werkt.

Veluwse restaurants die Veluws water serveren hebben een donatieovereenkomst gesloten met het Veluwefonds. Daarin staat dat de restaurants 10% van de omzet in Veluws water doneren en dat het Veluwefonds 90% van die donaties investeert in natte, Veluwse natuur. Het Veluwefonds werkt samen met organisaties als de Bekenstichting, Geldersch Landschap en Kasteelen, Landschapsbeheer Gelderland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en particuliere landgoederen.De eerste deelnemer is 't Olde Regthuys in Elburg. De opbrengst gaat naar herstel van de Leuvenumse Beek. Zie: https://www.veluwefonds.nl/veluwswater/