Federatie Particulier Grondbezit

Interview: Hugo Vernhout

Interview Hugo Vernhout, directeur-rentmeester landgoed Vilsteren

'Financieel een van de gezondste landgoederen’


Het is niet te merken in het monumentale koetshuis en ook buiten niet op de glooiende weilanden, de heide of onder de ruisende bomen. “Bijna alle gas van Nederland stroomt door dit landgoed.” Vilsteren, ten westen van het Overijsselse Ommen, dankt de riante positie van “een van de financieel gezondste landgoederen van Nederland” aan een compressor- en mengstation. Ruim een derde van de inkomsten haalt het landgoed uit een erfpachtcontract van 40 hectare met de Gasunie.

Directeur-rentmeester Hugo Vernhout heeft vertrouwen in de toekomst van deze inkomstenbron. “De Gasunie investeert nog steeds, zoals in nieuwe leidingen voor het mengen van stikstof uit de lucht. Het mengstation voegt stikstof toe tot Slochteren-niveau. Dat moet vanwege de groeiende import van hoogcalorisch gas met veel minder stikstof, onder meer uit Rusland. Anders zouden onze kachels en fornuizen potentiële bommen zijn.” Na het kabinetsbesluit om te stoppen met winning van Gronings gas, zal het gasnet naar verwachting nog tientallen jaren nodig zijn voor transport van geïmporteerd gas. Ook voor waterstof, verwachte opvolger van aardgas, is het leidingnet geschikt.

Een andere factor die de financiën gezond maakt, is de houding van de aandeelhouders. “Hun uitgangspunt is behoud, verdere ontwikkeling en doorgeven van het landgoed aan de volgende generatie en niet het halen van financieel rendement uit de aandelen. De 37 aandeelhouders krijgen net genoeg dividend om de belastingheffing in box 3 te compenseren. Daarnaast kent Vilsteren een clausule in de statuten die voorschrijft dat bij verkoop eerst de overige aandeelhouders mogen bieden. Ook kent Vilsteren een aandeelhoudersovereenkomst die de kans dat de aandelen binnen de familie blijven zo groot mogelijk maakt.”

Toch is alweer jaren geleden een terreinbeherende organisatie – Landschap Overijssel – aandeelhouder geworden van het particuliere landgoed Vilsteren. Zo is de bijzondere situatie ontstaan dat een natuurbeschermingsorganisatie mee kan kijken in de boeken van een familiebezit. Een bestuurslid van Landschap Overijssel neemt deel aan de tweejaarlijkse aandeelhoudersvergaderingen, stelt vragen, geeft advies en stemt mee. “Het landgoed heeft er voordeel van”, stelt Hugo Vernhout, “want als we de natuurwaarde van de heide willen verhogen, hebben we een eigenaar die daar verstand van heeft.”

landgoedvilsteren

Molen op landgoed Vilsteren, gezien vanaf het hoofdhuis. Foto: nederlandselandgoederen.nl / Landgoed Vilsteren. 

Vernhout is ook tevreden over de BV-vorm. “Natuurlijk heeft een stichting allerlei fiscale voordelen, maar bij een BV is de betrokkenheid van de hele familie vele malen groter dan bij een stichting, omdat de aandeelhouders eigenaren zijn. Juist omdat het hier meer een emotioneel dan een financieel bezit voor de aandeelhouders betreft, is die betrokkenheid van wezenlijk belang.”

Directie en familie beschrijven hun houding tegenover het landgoed als: “Wel met de tijd meegaan, maar niet met de waan van de dag.” Aanpassingen worden overwogen met respect voor in het verleden gemaakte keuzes. Een goed voorbeeld is de aanpassing van het voorplein. Het nieuwe beheerplan voor de ruim 140 hectare grote historische buitenplaats suggereerde een ander padenpatroon. “Dat hebben we eerst met roodwitte lijnen uitgezet, daarna de paden gemaaid, al wandelend uitgeprobeerd en vervolgens van het dak af bekeken. Met wat lichte aanpassingen hebben we het toen pas uitgevoerd.”

 Wil het landgoed nog uitbreiden? “Ja”, zegt rentmeester Vernhout zonder aarzelen. “Om vier redenen. In de eerste plaats kopen we landbouwgrond om pachters te faciliteren die op minder goede grond zitten of moeten wijken voor natuurontwikkeling. Verder willen we de historische grenzen herstellen. Dus toevoegen wat ooit verkocht is of bij vererving gesplitst. Ook kan het een tactische keuze zijn om invloed te krijgen op de ontwikkelingen in de directe nabijheid.”

“Ten slotte is er nog een belangrijke fiscale reden. Landgoed Vilsteren is ondergebracht in een Natuurschoonwet(NSW)-BV. Dit betekent dat minimaal 70% van de waarde van de bezittingen gerangschikt moet zijn onder de Natuurschoonwet. Om boven die norm van 70% te blijven, kopen we dus rangschikkingwaardige grond en veranderen we landbouwgrond in natuur. We zitten nu ruim boven de norm. Dat willen we zo houden, omdat fluctuaties in de waarde anders voor verrassingen kunnen zorgen.”
"De NSW kent een ingewikkelde formule voor het vaststellen van de waarde. Die kan dus jaarlijks schommelen en ineens onder 70% schieten. Dan moet je binnen een jaar grond bijkopen en in natuur omzetten."

De drastische rijksbezuinigingen vreest Vernhout niet. “Structureel ontvangen we per jaar €60.000 met een looptijd van zes jaar. Daarnaast krijgen we incidentele subsidies voor eenmalige projecten, zoals het Landgoedcentrum, herstel van cultuurhistorische elementen en de ontwikkeling van een landgoedmerk. Dat is op de jaaromzet van bijna negen ton zo weinig dat we geen drastische maatregelen hoeven te nemen. Zelfs als alle subsidie zou wegvallen, heeft dat geen effect op het onderhoud, zoals bij veel andere landgoederen het geval is.”

Wel maakt Vernhout zich zorgen over het onderhoud van de rijksmonumenten. “De Brim-subsidie is een loterij geworden. Daarbij heeft de overheid plannen om vanaf 2017 de aftrek op het onderhoud van monumentenpanden af te schaffen. Het behoud van monumenten is daarmee serieus in het geding.”

Goedkoper natuurbeheer met vleesvee 

“Ik zie genoeg mogelijkheden voor het economisch gebruik van natuur. We zouden bijvoorbeeld een grote begrazingseenheid in de uiterwaarden van de Overijsselse Vecht aan de noordkant van het landgoed kunnen instellen met vleesvee. Dan kunnen alle afscheidingen weg, gaan de beheerlasten van de bloemrijke graslanden omlaag en levert natuur ook nog wat op. Dat gaat misschien ten koste van enkele natuurwaarden vergeleken met ecologisch beheer, maar is veel minder duur.”

Hugo Vernhout begrijpt wel dat het Rijk snijdt in natuursubsidies. “In dit land waren we hier en daar wel doorgeschoten. Niemand stond stil bij de hoge kosten van het beheer.” Maar hij erkent: “Soms is het onontkoombaar dat natuur geld kost. Zoals voor een heideveld van zestig hectare, half nat, half droog. Wij houden de heide in stand om ons cultuurhistorische verhaal te kunnen vertellen. Dat gaat over eeuwenlang beheer van hooilanden aan de noordkant langs de Vecht, woeste grond waar de schapen graasden in het zuiden, en in het midden de akkers op de essen die groeiden door het mengsel van heideplaggen en schapenmest waarmee de boeren jaarlijks de akkers bemestten.”

“Zoek niet de grenzen op van wat mag”, waarschuwt Vernhout andere landgoedeigenaren. Zo zal hij de fiscus steeds van tevoren informeren over plannen. “Bij het Landgoedcentrum en het natuurkampeerterrein kregen we als NSW-BV van tevoren toestemming. Voor een strooiveld niet, want dat zou volgens de belastinginspectie concurrentie opleveren met crematoria in de omgeving.” Datzelfde geldt ook voor andere overheden. “Ga overleggen”, adviseert hij, “zelfs als het pietluttig lijkt. Als je iets illegaals gaat bouwen, al is het maar een schuurtje, in de verwachting dat er achteraf wel toestemming zal komen, ben je verkeerd bezig en verpest je het voor anderen.”

Hij geeft nog een voorbeeld van de transparantie die het landgoed nastreeft. “Wij functioneren als een soort welstandscommissie voor het dorp. Bewoners komen hier hun plannen tonen voor een verbouwing. Als ik dan adviseer iets te veranderen, maak ik een afspraak met de gemeenteambtenaar om te voorkomen dat de bewoner van het kastje naar de muur gestuurd wordt. Dan gaan we met z’n drieën kijken en hakken ter plekke de knoop door. Dat werkt wel zo efficiënt.”

'Dit dorp is niet voor rijke, westerse vutters'

“Uniek is dat een heel dorp tot het landgoed hoort. Het dorp Vilsteren met de omliggende buurtschappen is een katholieke enclave met 680 inwoners en hoort tot de gemeente Ommen. De dorpsbewoners hebben een streepje voor. De eigenaren van het landgoed willen dat de jeugd in Vilsteren kan blijven wonen. De bewoners krijgen een lagere erfpachtcanon dan marktconform. Dit dorp is er niet voor rijke, westerse vutters”, zegt Hugo Vernhout, met een knipoog. “In onze ogen is het vol. We kunnen nog wel een vrijkomende boerderij ombouwen tot drie of vier appartementen.”

“De familie heeft samen met de gemeenschap diverse voorzieningen aangelegd, zoals de basisschool, de kerk en de molen. Zelfs de voetbalvereniging speelt in de kleuren van Vilsteren.”

Die lijn van vroeger trekt de huidige generatie door. Dat vertelt Liesbeth Cremers, een van de aandeelhouders en bewoner van het grote huis, een rijksmonument uit 1908 van architect Eduard Cuypers. Zij ging samen met haar pachters op zoek naar een andere basis voor de landbouw.

Cremers: “Almaar opschalen en produceren voor de wereldmarkt past niet meer bij Vilsteren. De gevolgen zijn ingrijpend. Een volledig gezinsinkomen halen uit de gangbare agrarische productie wordt steeds moeilijker. Onze zoektocht kwam uit bij ‘Pure Graze’. Dit keurmerk is nog duurzamer dan biologische landbouw, met kortere mineralenkringlopen en regionale distributie, wat de kosten verlaagt en de grond gezond houdt. Pure Graze-boeren drukken de kosten doordat het vee jaarrond buiten loopt, zelf het eten ophaalt en de mest achterlaat. Dat bespaart op investeringen in stallen, machines en mestopslag. Daarbij helpt dat zij hogere prijzen voor hun producten kunnen vragen want het vlees is natuurzuiver omdat er geen antibiotica aan te pas komen, geen kunstmest, geen chemische middelen en geen krachtvoer. Vermarkten onder het merk Landgoed Vilsteren biedt extra steun. Het landgoed zal niet aan deze producten verdienen, maar de boeren hebben weer toekomst. Dat voorkomt leegloop van het dorp en pakt goed uit voor de leefbaarheid en het toeristisch klimaat.”

“Enkele boeren hebben al een eerste stap gezet. Ze verbouwen spelt en haver, wat verwerkt wordt in producten als meel, pasta en koek, onder meer in een kleine houtoven bakkerij die brood bakt van het Vilsterse spelt. Ook produceren en verkopen boeren lakenvelder en lamsvlees. Boeren zaaien en verzorgen bloemrijke akkerranden. En er zijn plannen voor verdere productontwikkeling onder het landgoedmerk.” Begin 2018 startte Vilsteren met een maandelijkse Boerenmarkt op de derde zaterdag van de maand. Eigen boeren en boeren uit de omgeving verkopen er streekproducten uit het Vechtdal.

De komende jaren ziet Vernhout de inkomsten verschuiven van landbouw naar rood, dus van pacht naar erfpacht. “Als een boer stopt, kan een andere boer meer grond krijgen en het erf onder woningen kan veel meer opleveren via erfpacht.” Op Vilsteren zit ook nog ruimte in de canons zelf. “We hebben een canon met 18.000 procent verhoogd en zitten daarmee nog onder de Vilsteren-norm. Dat gezin betaalde al decennia op basis van tien gulden per jaar voor duizend vierkante meter.”

Ambtenaren denken tegenwoordig mee

“Ambtenaren van gemeente en provincie denken tegenwoordig mee. De waardering en de steun voor particulier natuurbezit zijn gegroeid.” Hugo Vernhout heeft de omslag meegemaakt. Zo heeft hij ook de investering in het Landgoedcentrum onderbouwd. “Direct levert het niets op, maar wel indirect. Alle ambtenaren zijn hier al eens geweest, krijgen een praatje van mij en een rondleiding. Dat helpt bij de subsidieaanvragen, want zo iemand kan zich er dan iets bij voorstellen en weet vanuit welke visie wij hier werken.”

Vernhout klaagt niet graag. Maar na enig aandringen, schetst hij een netelige ervaring. Over een brief van de gemeente die begon met ‘Gefeliciteerd! Ook de kluizenaarshut heeft nu een huisnummer’. “De gevolgen zag ik aankomen. Dit wordt een opstapje om onroerendzaakbelasting te kunnen heffen. Daarna volgt het waterschap. De postbodes gaan er reclamefolders brengen. Dus ben ik gaan praten met de betrokken ambtenaar. Toen bleek dat ze niet waren gaan kijken.”
“Het gebouwtje voldoet niet aan de normen voor een huisnummer, want dan zou het aan vier kanten dicht moeten zijn. Dus moest de gemeenteraad twee keer een besluit nemen. En mij kostte het ook veel tijd.”

Karakteristieken Vilsteren

  • 1051 hectare, waarvan 416 hectare landbouw, 464 hectare bos, 60 hectare heide, 7 hectare bloemrijk grasland en 104 hectare dorp, water en wegen.
  • In 1381 voor het eerst genoemd, met Herman van Vilsteren als leenman van de Bisschop van Utrecht, later eigenaar. Was daarvoor bezit van de graaf van Bentheim. Sinds 1850 in bezit van de familie Cremers.
  • Jaaromzet: 9 ton.
  • Belangrijkste gebouwen: hoofdhuis uit 1908 van architect Eduard Cuypers met park van 140 hectare is rijksmonument; kerk, basisschool, molen, 11 boerderijen, twee restaurants, Landgoedcentrum met winkel en vergaderruimte, beschermd dorpsgezicht.
  • Recreatie: landgoedkampeerterrein, bungalowpark, filosofenwandelroute met theekoepel, kluizenaarshut, uitzichtpunten als kurkentrekker en ‘Kiek-in-de-Vecht’ uit 1810. Aan de rand van 60 hectare hei is een uitzichtheuvel gebouwd aan het zuideinde van een zichtas die via het hoofdhuis loopt naar de theekoepel in het noorden.
  • Enkele vrijwilligers, te weten tien dames die een aantal uur per jaar helpen in het Landgoedcentrum en bij de lessen voor het basisschoolproject ‘Van Luchtkasteel tot Dassenburcht’.

Inkomsten

  • Gasverdeelstation op 40 hectare erfpachtgrond, goed voor €320.000 per jaar. Dat is ruim een derde van de inkomsten van het landgoed.
  • Pacht en erfpacht van landbouwgrond en ondergrond verkochte woningen. Beduidend lager dan marktconform en uitsluitend voor mensen uit Vilsteren.
  • Vijver met acht visrechten van €200. Vernhout: “Ik had er tientallen meer kunnen verkopen. Een inkomstenbron zonder veel kosten, want controleren doen we toch. Blijft over jaarlijks de visplekken snoeien.”

Uitgaven

Personeel. Acht mensen verdeeld over zes fte’s. Voltijdbanen: BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar), bouwvakker, boswerker, hovenier, beheerder kampeerterrein, die alle vijf multifunctioneel inzetbaar zijn. Verder een directeur voor 3,5 dagen per week, een boekhouder voor 1 dag en een beheerder van het Landgoedcentrum voor 1 dag.

Plannen

Vilsteren ontwikkelt een eigen merk met producten van het Landgoed. Voor het onderzoek kwam steun à €24.000 uit gebiedsontwikkelingsprogramma Ruimte voor de Vecht.

Hugo Vernhout heeft bosbouw gestudeerd in Wageningen, gaf leiding aan de Bosgroep Salland-Twente, begeleidde de fusie van Bosgroepen tot de eenheid Noord-Oost Nederland, waarvan hij coördinator werd. Later combineerde hij die functie met die van beleidsmedewerker van de pas opgerichte FPG. Sinds 1997 voert Vernhout de directie van Landgoed Vilsteren. Inmiddels is hij ook directeur-rentmeester van Landgoed Nijenhuis en Westerflier met 515 hectare.