Federatie Particulier Grondbezit

Veelgestelde vragen

Dit hoofdstuk is voor u niet geheel zichtbaar, omdat u niet bent ingelogd.
Inloggen kunt u in de linker kolom bij Mijn FPG.
Bent u FPG-lid en heeft u nog geen inlogcode of kunt u anderszins niet inloggen? Neem contact op!

Veelgestelde vragen over GLB

Hier vindt u het antwoord op veelgestelde vragen over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie. Hebt u een andere vraag of een reactie, leg die dan voor aan andere FPG-leden die deze site bezoeken op de reactiepagina. U kunt uw vraag ook voorleggen aan de stafmedewerker van uw Provinciale Vereniging of aan de FPG.

Deel I - Toeslagrechten (2006–2014) en Betalingsrechten (2015-2020)

  • Welke landbouwers komen in 2015 in aanmerking voor de betalingsrechten in het nieuwe GLB?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    De voorwaarden zijn: een actieve landbouwer zijn, een betaling voor Directe steun hebben ontvangen in 2013, subsidiabele landbouwgrond in gebruik hebben in 2015 en in 2015 een aanvraag doen om betalingsrechten toegekend te krijgen.

    De volgende landbouwers kunnen ook betalingsrechten krijgen in 2015:

    • landbouwers die in 2013 groente, fruit, (poot- of consumptie-) aardappelen of bloembollen/sierplanten hebben geteeld of een wijngaard hebben geëxploiteerd
    • landbouwers die nooit toeslagrechten hebben gehad, maar aan kunnen tonen wel landbouwer te zijn geweest in 2013.

    Nadat betalingsrechten in 2015 zijn toegekend, kunnen deze worden verhandeld tussen alle actieve landbouwers in Nederland.

  • Wat is de waarde van de betalingsrechten?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Vanaf 2015 bestaat een bedrijfstoeslag uit een basispremie en een vergroeningspremie. Voor de basispremie geldt een overgangsregeling. De vergroeningspremie is een vast bedrag voor iedereen en is ongeveer € 100,- per recht. De basispremie gaat in de periode 2015 t/m 2019 naar een gelijk bedrag voor ieder betalingsrecht, namelijk circa € 256,- per recht. Dit bedrag is o.a. afhankelijk van de nog te maken nationale budgetkeuze en kan maximaal circa € 40,- per recht lager uitvallen. Het totaal bedraagt dus ca. 365,- euro per hectare.

  • Wat gebeurt er met de bestaande toeslagrechten?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    De bestaande toeslagrechten vervallen per 31 december 2014 en ze worden dan vervangen door nieuwe betalingsrechten.

  • Hoeveel betalingsrechten krijgen actieve landbouwers toegekend?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Per subsidiabele hectare die de landbouwer in 2015 aangeeft, ontvangt hij 1 betalingsrecht. Iedere landbouwer krijgt dus evenveel betalingsrechten als subsidiabele grond. De huidige toeslagrechten vervallen. Dat aantal toeslagrechten in Nederland (ongeveer 1,4 miljoen) is lager dan het aantal betalingsrechten straks in het nieuwe GLB (vermoedelijk meer dan 1,8 miljoen).

  • Kom ik straks als vollegrondstuinder, boomteler of fruitteler in aanmerking voor betalingsrechten?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Vollegrondstuinders, boomtelers en fruittelers hadden kwamen tot op heden niet in aanmerking voor toeslagrechten. Om in 2015 in aanmerking  te komen voor betalingsrechten, moet u voldoen aan de volgende voorwaarden: een actieve landbouwer zijn, een toeslagrecht ontvangen hebben in 2013 en in 2015 een aanvraag doen om betalingsrechten toegekend te krijgen. Vermoedelijk behoort u tot de uitzonderingsgroep die betalingsrechten krijgt, omdat u groente en/of fruitteler was of bloembollen/sierplanten teelde.

  • Voorziet Europa in inkomensondersteuning voor niet-grondgebonden bedrijven zoals mijn varkensbedrijf?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Er is in de nieuwe verordening géén inkomenssteun voorzien voor landbouwers die geen subsidiabele hectaren hadden in 2013 of die geen subsidiabele hectaren hebben in 2015.

  • Kunnen de zogenaamde ‘pensioenboeren’ nog toeslagrechten activeren? En de hobbyboeren?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Binnen de nieuwe verordening bestaat de mogelijkheid om bepaalde landbouwers uit te sluiten, bijvoorbeeld landbouwers waarvan de voornaamste economische activiteit niet landbouw is. Hierover moet nog een beslissing genomen worden in Nederland. De kans is groot dat een landbouwer in elk geval ingeschreven moet zijn bij de Kamer van Koophandel om betalingsrechten te kunnen krijgen.

  • Wanneer merken landbouwers de veranderingen in de Gecombineerde opgave, uitbetaling toeslagrechten en vergoedingen beheersovereenkomsten?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Voor de toeslagrechten gaat de overgang in twee stappen. In 2014 wordt de waarde van alle huidige toeslagrechten verlaagd om te kunnen voldoen aan de nieuwe Europese meerjarenbegroting (2014-2020). Vanaf 2015 verdwijnen de toeslagrechten, met de nieuwe betalingsrechten als vervanger. Deze rechten zullen in waarde dalen of stijgen in de periode 2015 tot en met 2019. Landbouwers worden in 2015 geïnformeerd over de waarde van hun rechten voor de gehele periode.


    Voor de tweede pijler van het GLB (plattelandsontwikkeling) geldt dat deze regeling per 1 januari 2014 van kracht wordt onder de zgn. POP3. Voor de grondgebonden maatregelen van de tweede pijler (met name agrarisch natuurbeheer) geldt echter dat de nieuwe regels die direct gelinkt zijn aan de eerste pijler (zoals cross compliance en vergroening) pas per 2015 van kracht worden.

  • Welke waarde hebben mijn toeslagrechten na 2014 nog? Ik heb een aantal dure toeslagrechten. Behoor ik dan sowieso tot de verliezers?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Als gevolg van de beslissingen in de Europese meerjarenbegroting is het budget voor de directe inkomenssteun aanzienlijk gedaald. Alle landbouwers die in het verleden hoge toeslagrechten hadden, zien de waarde van hun rechten dalen. Ook het budget dat nodig is voor de extra ondersteuning voor jonge landbouwers en voor gekoppelde steun (als Nederland hiervoor kiest), veroorzaakt een extra daling.

  • Wat gebeurt er in 2015 met de speciale toeslagrechten?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Voor toeslagrechten met speciale voorwaarden is het belangrijk om te weten dat er in 2015 geen ‘speciale betalingsrechten’ meer zijn, maar alleen ‘gewone betalingsrechten’.


    Heeft een landbouwer in 2015 één of meer subsidiabele hectares grond? Dan krijgt hij voor die hectares betalingsrechten. De waarde van zijn speciale toeslagrechten wordt meegenomen voor de overgangsregeling tussen 2015 en 2019. Heeft de landbouwer in 2015 geen enkele subsidiabele hectare grond, dan worden er geen betalingsrechten toegekend. Waarschijnlijk is een minimumoppervlakte van 0,3 ha nodig om betalingsrechten te ontvangen.

Deel II - Vergroening

  • Kan elke individuele landbouwer kiezen voor de basistoeslag zonder het extra bedrag voor vergroening?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Nee, de vergroening is een verplichting voor iedereen die de basisbetaling wil ontvangen. De basisbetaling en de vergroeningstoeslag zijn met elkaar verbonden. De sanctie die na 2017 opgelegd wordt bij het niet nakomen van de vergroeningsregels, luidt: bovenop het inhouden van de vergroeningspremie zelf, wordt een extra kortingsbedrag oplopend tot 25% van het vergroeningsbedrag berekend. Op het vergroeningsbedrag zelf kan ook vóór 2017 een korting toegepast worden bij het niet voldoen aan de voorwaarden.

  • Wat zijn de vergroeningsvoorwaarden?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Er zijn drie vergroeningsvoorwaarden:

    
1. Blijvend grasland
    
Het huidige systeem van blijvend grasland verandert waarschijnlijk niet. Dus als het totale areaal blijvend grasland niet (teveel) achteruitgaat, hoeven er geen verplichtingen op individueel bedrijfsniveau te worden opgelegd. In specifieke gebieden, zoals Natura2000-gebieden, geldt altijd dat grasland niet omgezet mag worden in bouwland.

     
2. Gewasdiversificatie
    De verplichting gewasdiversificatie geldt als het totale areaal bouwland op een bedrijf groter is dan 10 hectare. Tussen de 10 en 30 hectare moet u minimaal 2 akkerbouwgewassen hebben, waarvan het grootste gewas niet meer dan 75% van het areaal beslaat. Heeft u meer dan 30 hectare, dan moet u minimaal 3 gewassen hebben waarbij het grootste gewas maximaal 75% van het areaal akkerbouw beslaat en 2 gewassen samen maximaal 95% van het areaal. Voor vrijstelling van deze verplichting, zie onder ‘Wanneer ben ik als landbouwer vrijgesteld van de vergroeningsregels?’


    
3. Ecologisch aandachtsgebied

    Op het bouwland van een ontvanger van inkomenssteun moet 5% van het oppervlak bestemd zijn voor ecologisch aandachtsgebied (EFA).
Deze vergroeningsmaatregel geldt vanaf een oppervlakte bouwland van meer dan 15 hectare, waarbij de meerjarige gewassen niet meetellen. Voor deze maatregel geldt ook dat er nationale keuzes moeten worden gemaakt over wat meetelt voor de invulling van deze 5%. Zo is het mogelijk om bufferstroken en landschapselementen op bouwland mee te tellen. Belangrijke keuzes die Nederland moet maken, zijn: mogen stikstofbindende gewassen zoals luzerne als EFA meegerekend worden? en: wil Nederland ook wegingsfactoren toepassen, waardoor de ene EFA-invulling zwaarder mag ‘meetellen’ dan een andere? Pas na verloop van jaren zou dit percentage alsnog verhoogd kunnen worden naar 7%. Voor 

  • Wanneer ben ik als landbouwer vrijgesteld van de vergroeningsregels?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Biologische bedrijven krijgen vrijstelling van alle vergroeningsvoorwaarden. Bedrijven die vrijstelling voor gewasdiversificatie en EFA kunnen krijgen zijn bedrijven met meer dan 75% grasland (blijvend en tijdelijk) in hun areaal als ze niet meer dan 30 hectare bouwland (exclusief tijdelijk grasland) hebben. Een enkele extra vrijstelling is definitief gemaakt: een landbouwer die op jaarbasis meer dan 50% van zijn totale areaal bouwland met andere boeren wisselt, voldoet aan de gewasdiversificatie, op voorwaarde dat hij bewijst dat elk perceel van zijn bouwland wordt bebouwd met een ander gewas in vergelijking met dat van het voorafgaande kalenderjaar. 

  • Hoe kan ik snel nagaan of ik vrijstelling krijg voor de gewasdiversificatie (GWD)?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Bekijk het stroomschema.

  • Hoe kan ik snel nagaan of ik vrijstelling krijg voor het hebben van 5% ecologisch aandachtsgebied (EFA)?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Bekijk het stroomschema.

  • Tijdelijk grasland telt voor de gewasdiversificatie mee als akkerbouwgewas. Voor de bepaling van minimaal 75% grasland telt het mee bij grasland. Is dit niet dubbelop?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Nee. Boeren met veel gras (zowel blijvend als tijdelijk) zijn vrijgesteld van gewasdiversificatie.

  • Wanneer telt binnen de vergroening tijdelijk grasland wel en wanneer niet mee?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Tijdelijk grasland telt mee bij bouwland als het gaat om de ondergrens en bovengrens voor het voldoen aan ecologische aandachtsgebieden en gewasdiversificatie. Het gaat dan om het aantal hectares bouwland inclusief tijdelijk grasland.

    Tijdelijk grasland telt mee bij grasland als het gaat om de vrijstelling bij 75% hectare grasland. Hier gaat het om tijdelijk en blijvend grasland. Bij de vrijstelling waarbij 30 hectare bouwland als maximum geldt, telt het tijdelijk grasland niet mee. Het gaat dan om het aantal hectares bouwland exclusief tijdelijk grasland.

  • Wat is het verschil tussen de vrijstelling bij meer dan 75% grasland voor ecologisch aandachtsgebieden en die voor gewasdiversificatie?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Bij de vrijstelling voor ecologische aandachtsgebieden mag je binnen de 75% grasland ook de vlinderbloemige gewassen meetellen.

  • Landbouwers die beschikken over een SKAL-certificaat worden gezien als biologisch. Worden andere certificaten nog steeds niet geaccepteerd om vrijstelling voor vergroening te krijgen?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Nee, Nederland heeft nog geen andere vrijstellingsopties gekozen of nieuwe certificaten aangedragen die ook kunnen gelden om vrijstelling te krijgen.

  • Wat is de definitie van ‘grond uitwisselen’ voor de vrijstelling voor gewasdiversificatie?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Om aan deze vrijstelling te voldoen, moet je als landbouwer minimaal 50% van je subsidiabele landbouwgrond slechts één jaar in gebruik hebben van een andere landbouwer. Je moet dan kunnen aantonen dat er het jaar ervoor een ander gewas verbouwd werd. Dat kan door een andere landbouwer zijn gedaan.  Deze vrijstelling is vooral bedoeld voor bollentelers en gespecialiseerde (poot- of consumptie-)aardappeltelers.

  • Worden silomaïs en korrelmaïs als twee aparte gewassen beschouwd?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Nee. Granen zoals maïs, gerst en tarwe tellen als aparte gewassen mee. Ook zomer- en wintergraan worden beschouwd als verschillende gewassen. Een verdere opsplitsing naar levenscyclus of bestemming (bijvoorbeeld silomaïs - korrelmaïs) is niet de bedoeling.

  • Wordt agrarisch natuurbeheer nog betaald naast de vergroeningspremie?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Agromilieubetalingen (tweede pijler) zijn alleen mogelijk wanneer de landbouwer meer doet dan de zogenaamde ondergrens, of baseline. De baseline wordt vanaf 2015 uitgebreid met de drie vergroeningsverplichtingen. Voor Agrarisch natuurbeheer wordt dan alleen het extra bedrag betaald boven de vergroeningspremie, indien op dat areaal een vergroeningspremie van toepassing is. De Europese Commissie zal nog met nadere regels komen over hoe dit te berekenen. Bij de huidige stand van zaken in de onderhandelingen lijkt het erop dat ook (sommige) maatregelen uit het agrarisch natuurbeheer kunnen dienen als alternatief voor de gehele vergroeningsverplichting, of kunnen dienen als invulling van het ecologisch aandachtsgebied.

  • Tellen grasland of perceelranden en erosiestroken uit de beheersovereenkomsten mee als ecologisch focusgebied?

    Laatst gewijzigd op: 05-12-2023

    Dat moet nog bepaald worden. Als algemeen principe geldt, dat er geen dubbele betaling gegeven mag worden voor dezelfde inspanningen die geleverd worden in de vergroening en die plaatsvinden in beheersovereenkomsten. Er moet echter nog verder op technisch vlak uitgewerkt worden hoe dit in de praktijk moet worden vermeden.

    

Voorbeeld
    
Wanneer een landbouwer een bufferstrook nodig heeft om aan zijn 5% ecologisch aandachtsgebied te voldoen, dan kan voor de aanleg ervan geen betaling meer plaatsvinden vanuit een beheersovereenkomst. Wanneer de landbouwer meer dan 5% ecologisch aandachtsgebied heeft op zijn bedrijf, dan komt alles boven die grens in principe wel in aanmerking. Het onderhoud van dergelijke stroken is eventueel wel via een beheersovereenkomst mogelijk.