Federatie Particulier Grondbezit

Vrijwilligers

1. Weinig vast personeel, veel vrijwilligers


Voor het besparen op personeelskosten liggen er veel mogelijkheden. Goedkope arbeidskrachten onderscheiden we gemakshalve in vijf groepen: vrijwilligers, mensen met een straf, uit de sociale werkvoorziening, mensen die op weg zijn naar de arbeidsmarkt (re-integratie) en patiënten uit de gezondheidszorg.

Voorbeelden en achtergronden vrijwilligerswerk

Nederlanders worden actiever in het beschermen van de natuur, concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving in het Compendium voor de leefomgeving uit juni 2016. Het aantal burgers dat vrijwillig activiteiten verricht voor natuur en landschap is volgens een nationale enquête sinds 2006 toegenomen van 50% naar 57% in 2013. Nederlanders verrichten laagdrempelige activiteiten dichtbij huis zoals het plaatsen van nestkastjes, afval opruimen en streekeigen beplanting aanleggen.

Uit een Europese enquête blijkt dat in 2015 gemiddeld 11% van de Europeanen actief is in beheer en onderhoud van natuur en landschap terwijl circa 10% van de Nederlanders actief is. Volgens de Eurobarometer tellen België en het Verenigd Koninkrijk relatief meer groene vrijwilligers, maar Duitsland en Frankrijk minder.

Gegevensbeherende organisaties coördineren de monitoring van soorten voor de rapportages van de Europese vogel- en habitatrichtlijnen. Het aantal vrijwilligers dat soortgegevens verzamelt neemt toe. Zo groeit het aantal actieve gebruikers van waarneming.nl jaarlijks met ongeveer 1000 tot ruim 15.000 in 2015. Bron: Compendium voor de leefomgeving, 2016. 

De mogelijkheden van vrijwilligers zijn divers. In veel gevallen werkt een vaste groep vrijwilligers wekelijks een dagdeel. Een enkele keer gaan vrijwilligers liever solistisch aan de slag op tijden dat het hen schikt. Ook komen werkdagen voor waarbij het lukt een paar honderd mensen op één plek in te zetten, zoals op de jaarlijkse Natuurwerkdag op de eerste zaterdag van november, georganiseerd door Landschapsbeheer Nederland, nu onderdeel van LandschappenNL. Op de Natuurwerkdag hielp in 2014 een recordaantal van 14.500 mensen met beheer en onderhoud op 488 locaties. Op de 16de editie hebben bijna 14.000 vrijwilligers gewerkt op meer dan 540 locaties. Bij de start in 2006 kwamen 10.000 mensen helpen. Zie: natuurwerkdag.nl.

De grootste groene vrijwilligersorganisatie is Landschapsbeheer Nederland, onderdeel van LandschappenNL, die met zijn provinciale afdelingen ruim 70.000 vrijwilligers aanstuurt, verdeeld over ruim duizend groepen. Die begeleiding kost geld. Natuurbezitters betalen Landschapsbeheer daarvoor. Dit vrijwilligerswerk vertegenwoordigt een waarde van €24 miljoen per jaar, heeft Landschapsbeheer berekend. Ander cijfer: het werk van ruim vijfduizend vrijwilligers die zich inzetten voor landschap en erfgoed in de provincie Utrecht vertegenwoordigt een maatschappelijk economische bijdrage van ruim €2,5 miljoen, aldus het Jaarverslag 2012 van Landschap Erfgoed Utrecht.

Provinciale organisaties Landschapsbeheer kunnen ook een bijdrage leveren aan de gebiedscollectieven van het GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) bij het koppelen van financieringsstromen. Een gebiedscollectief bestaat uit partijen die het gebied beheren, zoals agrariërs, terreinbeheerders, waterschappen, provinciale organisaties Landschapsbeheer, gemeenten en recreatieondernemers. Vrijwilligersgroepen en burgerorganisaties kunnen een inhoudelijke rol vervullen vanwege hun inzet en gebiedskennis. Rijk en provincie hebben ook een duidelijke rol, zij het niet in het collectief, maar als opdrachtgever en eindverantwoordelijke. Bron: Nieuwsbrief Landschapsbeheer Nederland 13 december 2012.

Ook op landgoederen, bij Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en provinciale Landschappen werken duizenden ‘eigen' vrijwilligers. Plaatselijke organisaties bieden vrijwilligerswerk, zoals de Markevereniging Gorssel, die het beheer doet van voormalig militair terrein Gorsselse Heide dat de particuliere stichting IJssellandschap in 2011 heeft gekocht. Op landgoed Keukenhof helpt een ploeg van 135 vrijwilligers mee, gemiddeld 15 per dag.

Vrijwilligers kunnen worden ingezet om relatief eenvoudig werk te doen. Patrick Jansen van Probos adviseert: “Kies niet werk dat machinaal gedaan kan worden zoals afvoer van snoeihout, maar juist specifiek uitgevoerd dient te worden door handarbeid zoals wilgen knotten, bomen trekken op heide, snoeien van een houtwal, verwijderen van bosopslag, opruimen na een houtoogst en bouwen van eenvoudige bruggetjes. Dit zijn arbeidsintensieve klussen die tijd kosten en dat maakt de bijdrage van vrijwilligers nuttig. Andere voordelen: geen loonkosten, gemotiveerde vrijwilligers zijn ambassadeurs, er ontstaat waardering voor natuur en betrokkenheid bij het gebied die uitstraalt naar buren, vrienden en familie. Maar vrijwilligerswerk is zelden helemaal gratis. Het vergt organisatie en publiciteit, soms alleen koffie en koekjes, maar in ieder geval tijd voor uitleg. Want de mate van vakkennis en kwaliteit tussen vrijwilligers kan sterk uiteenlopen.”

Sommige terreinbeheerders zorgen voor kleding, gereedschap en verzekeringen. Daarbij zien vrijwilligers graag iets terug voor hun werk, in de vorm van bijvoorbeeld een gastvrije ontvangst, catering of waardering. Het risico bestaat dat vrijwilligers vertrekken als ze het werk beu zijn. Maar in de praktijk blijkt dat tijd investeren in het motiveren van een vrijwilligersgroep vaak een jarenlange band oplevert.

Wetenschappelijk onderzoek naar vrijwilligers is nog schaars. Maar Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt online communities en hun financieringskansen. Dat gebeurt in het project ‘Sympathy for the commons’ binnen het NWO-programma ‘Biodiversiteit werkt’. Daarin trekken Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer samen op met Nationaal Park Lauwersmeer en Alde Feanen. Beheerders van andere natuurterreinen worden uitgenodigd om zich aan te sluiten. Dat schrijven dr. Frans Sijtsma en Michiel Daams MSc van de Groningse faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Basiseenheid Economische Geografie en Vastgoed in De Levende Natuur van maart 2013. Zij denken dat het online verbinden van mensen rondom hun positieve natuurbeleving veel beter kan. Zie: rug.nl/staff/f.j.sijtsma/projects.

Meer onderzoek naar groene communities: bij Natuurmonumenten: civtu.nl/nl/coe/kcnl/show/Evaluatie-van-communities-Natuurmonumenten.htm; artikel in Groen: http://edepot.wur.nl/408556; bij Staatsbosbeheer: http://edepot.wur.nl/357182.

180216volunteer

Vele handen maken licht werk. Foto: Pixabay. 

2. Met burgers


Provincie Gelderland steunt activiteiten van burgers in natuur, landschap en groen met kennis, ervaringen en deskundigheid. De provincie kent daarvoor een subsidieregeling, die in het najaar van 2016 open ging. Er is een netwerk opgericht voor het onderling uitwisselen van ideeën en ervaringen. Verder gaat de provincie financieel bijdragen aan vernieuwende projecten via een tender.
Jan Jacob van Dijk, toenmalig gedeputeerde voor Natuur en Landschap: "Inwoners voelen zich enorm betrokken bij hun directe omgeving en hebben ideeën, plannen en voorstellen. En niet altijd kunnen zij die plannen een stap verder brengen omdat ze tegen barrières oplopen. Wij willen deze betrokkenheid steunen met kennis, ervaringen en goede voorbeelden." Zie: gelderland.nl/Burgerbetrokkenheid-bij-natuur,-groen-en-landschap.

Voorbeelden en achtergrond

  • Een Groene Loper heeft als doel bewoners en bedrijven in Overijssel te betrekken bij natuur, landschap en biodiversiteit in hun eigen omgeving. Een Groene Loper verbindt bestaande buurtinitiatieven aan elkaar en maken deze zichtbaar, zodat zoveel mogelijk mensen in aanraking komen met de natuur dicht bij huis. Overijssel kent zeven pilots die samen de Groene Loper Overijssel vormen. Groene Lopers liggen in Zwolle, Vechtdal, Deventer, Almelo, Oldenzaal, Enschede en in de IJsseldelta. Zie: http://groenelopersoverijssel.nl.
  • Natuurmonumenten wil meer burgers betrekken bij beleid en beheer van hun omgeving. Daartoe organiseerde de vereniging in 2016 diverse Streekconferenties. Ongeveer 250 bewoners van de Graafschap bepleitten 21 mei 2016 tijdens de Streekconferentie Graafschap 400 elk jaar 1% landbouwgrond toe te voegen aan natuur.

  • Slechts weinig burgerinitiatieven werken in het Nationale Natuurnetwerk. Dat is opvallend, vinden onderzoekers van Wageningen UR, want groene burgerinitiatieven richten zich meer op de ecologische waarde van de natuur dan op recreatie of natuureducatie. Bovendien bedreigen teruglopende financieringsmogelijkheden de continuïteit van veel initiatieven, concluderen onderzoekers van Wageningen UR na analyse van 264 burgerinitiatieven.
    Een ruime meerderheid van de initiatieven draagt bij aan natuurbescherming door zelf te zorgen voor beheer en bescherming van groene gebieden, variërend in omvang van postzegelparkjes tot tientallen hectares.
    Daarnaast heeft ongeveer 40% van de initiatieven de insteek om natuur beter beleefbaar te maken, en om natuureducatie voor kinderen of volwassenen aan te bieden.
    Ruim een derde van de groepen probeert het natuurbeleid van overheden of natuurorganisaties te beïnvloeden voor een betere bescherming of om een ander soort natuur te promoten. De burgerinitiatieven vernieuwen het natuurbeleid door bijvoorbeeld nieuwe ideeën en verdienmodellen te ontwikkelen. De groepen die zich richten op beleidsbeïnvloeding zorgen voor kritische reflectie en dragen daarmee bij aan betere maatschappelijke inbedding van het natuurbeleid.
    Alhoewel initiatieven creatief zijn in het aanboren van nieuwe financieringsbronnen, blijven overheidssubsidies de belangrijkste inkomstenbron. Het teruglopen van subsidies zien veel initiatieven als bedreiging voor hun continuïteit. De huidige natuurbeschermingsvisie om natuur in handen van mensen te leggen, lijkt daarmee op gespannen voet te staan met de dagelijkse praktijk van veel groene burgerinitiatieven, aldus de Wageningse onderzoekers. Zie: wur.nl/nl/nieuws/Heeft-het-natuurbeleid-baat-bij-groene-burgerinitiatieven.htm. Gepubliceerd op 19 mei 2016.

 

3. Met subsidie Groen en Doen


Er was tot 2017 ook rijkssubsidie voor vrijwilligers. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft duizenden vouchers Groen en Doen toegewezen aan vrijwilligerswerk op het gebied van natuur- en landschapsbeheer en groen in de stad. Vrijwilligers konden een voucher van €1000 aanvragen om hun kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Jaarlijks kregen twee vrijwilligersprojecten een prijs van €50.000. Een deel van het Groen en Doen budget keerde het ministerie rechtstreeks uit aan zes grote vrijwilligersorganisaties: Landschapsbeheer Nederland, VOFF, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, IVN en de provinciale Landschappen.
Samen met provincies en natuurvrijwilligersorganisaties zoekt EZ naar nieuwe wegen om groene vrijwilligers te ondersteunen bij hun werk voor natuur en samenleving. Ook GreenWish verkent wegen om Groen en Doen een vervolg te geven. Tot zo lang blijft de website in de lucht. Zie: groenendoen.nu.
Voor bewoners- en vrijwilligersgroepen biedt de provincie Utrecht vouchers ‘Beleef en bewonder’ van €500 of €1000. Aanvragen kon tussen 21 augustus en 21 november 2017. De provincie vindt het belangrijk dat burgers meer betrokken raken bij hun groene woonomgeving en dat het natuurbeleid midden in de samenleving komt te staan. De uitvoering van de voucherregeling is in handen van de organisatie Groen aan de Buurt met subsidie van de provincie Utrecht.

4. Met boeren


Een proef van drie jaar waarin boeren en vrijwilligers samen landschap in Zuid-West-Drenthe beheren, blijkt een succes. Bij de start van dit streekbeheer in 2013 waren 750 vrijwilligers actief, verdeeld over 40 groepen. Drie jaar later, in 2016, was het aantal deelnemers verdrievoudigd tot 2200 mensen verspreid over 125 groepen en 5 gemeenten. De provincie Drenthe wil de proef met streekbeheer vanaf 2017 omzetten in een structurele manier van landschapsbeheer en stelt een jaarlijkse subsidie van €300.000 beschikbaar.
Het streekbeheer krijgt steun van verschillende Drentse gemeenten, provincie, waterschap en enkele stichtingen. Landschapsbeheer Drenthe steunt en adviseert, net als de agrarische natuurvereniging Drenthe. De combinatie van vrijwilligers die iets willen en boeren die iets moeten, blijkt te werken. Bron: Dagblad van het Noorden, 27/06/16.

5. Steeds meer geld uit markt voor vrijwilligers


Grote ambities heeft de stichting IKL (Instandhouding Kleine Landschapselementen), de Limburgse tak van Landschapsbeheer Nederland, terwijl een rigoureuze bezuiniging nog maar net verwerkt is. Overheden bouwden vanaf 2014 structurele subsidies af en wilden voornamelijk geld geven aan kortlopende projecten. Deze bezuiniging en veranderingen in de markt leidden er toe dat IKL in 2014 de hele uitvoerende dienst met 42 banen beëindigd heeft. “Nu werken iets meer dan twintig mensen bij IKL 2.0 aan de nieuwe missie: Landschap bewust laten leven en beleven, door landschapsdromen van mensen te laten uitkomen”, vertelt Léon Jongen, regiomanager Zuid-Limburg, boer en natuurbeheerder uit Simpelveld. “Onze werkmethode is: ‘Alle Limburgers maken Limburg mee!’ Daarin zit inderdaad actieve én passieve betrokkenheid.”

Deze methode is uitgewerkt in drie onderdelen:

  1. Buitenkracht brengt vraag en aanbod bij elkaar: landschapsorganisaties kunnen klussen plaatsen op de website en vrijwilligers kunnen zich aanmelden om de klus uit te voeren. In Buitenkracht werkt IKL samen met Staatsbosbeheer, vereniging Natuurmonumenten en stichting Limburgs Landschap. IKL organiseert via Buitenkracht de betrokkenheid van burgers bij natuurgebieden en verzorgt cursussen. De TBO’s kunnen zich nu richten op hun kerntaken: inrichting en beheer van gebieden.  Zie: https://buitenkrachtlimburg.nl.
  2. In Buitenkennis bouwt IKL aan de functie van kenniscentrum. Dat krijgt in de tweede helft van 2017 de vorm van een digitaal kennisforum.
  3. Buitenkans bundelt project- en procesregie-activiteiten.

 “Nog twee projecten waar IKL aan werkt zijn de opzet van een Limburgs Landschapsfonds en een Masterplan vermaatschappelijking", aldus Léoin Jongen. "Vele partijen hebben het over vermaatschappelijking, maar vaak worden verschillende zaken bedoeld. IKL ziet het streven naar betrekken van mensen graag verankerd in beleid, zodat er ook middelen beschikbaar komen. Vele projecten op dit gebied lopen al, onder andere met vluchtelingen.” Het jongste IKL-initiatief heet Grenslandroute, dat landschap, cultuurhistorie, horeca en leisure in Noord-, Midden- en Zuid-Limburg via wandelpaden verbindt. Zie: https://vimeo.com/195270288.
Hoe krijgt IKL zoveel activiteiten van de grond? “Dit doen wij via onze maatschappelijke aanbestedingsladder. Deze houdt in dat wij bij elk landschapsproject allereerst naar de eigenaar stappen. Als die niet in staat is om ontwikkeling of beheer zelf op te pakken, vragen we omwonenden of andere betrokkenen, zoals scholen. Als we geen vrijwilligers kunnen vinden, benaderen we de zorgsector. Daarna kijken we naar andere mensen met afstand tot arbeidsmarkt of samenleving. Denk hierbij aan vluchtelingen. Lukt dat ook niet, dan gaan we praten met sociale werkvoorziening. Mocht dat ook niet lukken, dan geven we een opdracht aan een aannemer. Inmiddels geven 30 van de 32 Limburgse gemeenten subsidie voor projecten. De helft van onze omzet komt uit subsidies. De rest halen we uit de markt en dat deel groeit.” Zie: ikl-limburg.nl.

 

6. Met mede-eigenaren


Natuurmonumenten heeft gekozen voor meer mede-eigenaarschap en telde juni 2017 al 53 ‘communities’, groepen vrijwilligers met eigen verantwoordelijkheden voor een gebied. Dat blijkt uit onderzoek door hogeschool Van Hall Larenstein in Velp. José Meijer, lector duurzaam landschapsbeheer, gaf de belangrijkste resultaten op het symposium ‘Burgers, boswachters en buitenlui aan de slag in de natuur’ op 8 juni 2017 in kasteel Hackfort te Vorden. Zij deed al eerder soortgelijk onderzoek voor Staatsbosbeheer. “Zelfstandig werken blijkt het belangrijkste verschil met een vrijwilligersgroep, want vrijwilligers werken onder leiding van een boswachter. Deelnemers zijn vaak omwonenden, maar ook ondernemers, landgoedeigenaren, zorginstellingen, andere terreinbeherende organisaties. De kleinste community telt vier mountainbikers actief in het Bergherbos. De grootste community heet Gebiedsgroep Delfzijl en telt honderd deelnemers, uiteenlopend van de Lions tot de Vleermuiswerkgroep. Er zijn nog geen communities die geheel zelfstandig werken en de boswachter overbodig maken. Natuurmonumenten heeft dus nog steeds invloed”, aldus José Meijer. Marc van den Tweel, algemeen directeur van Natuurmonumenten: “Een prachtig voorbeeld is Hoge Broek in het Overijsselse Raalte. Wij hadden geen geld voor dat mooie gebiedje. Een groep leden zei toen, dan doen we het zelf.”

7. Met landgoedwerkgroepen


Een landgoedwerkgroep is een groep van zes tot twaalf vrijwilligers die jaarrond werken, gemiddeld 1 tot 4 keer per maand. Dit initiatief volgde op publieksbijeenkomsten onder gastheerschap van landgoed Verwolde bij Lochem. Stichting Landschapsbeheer Gelderland faciliteert landgoedwerkgroepen met gereedschap. Na landschapsonderhoud volgt ander onderhoud zoals aan paden. Ook landgoed Appel en landgoed Tongeren tonen interesse. Op Verwolde werkt inmiddels ook een moestuingroep die drie dagen per week komt.


8. Met Geocachers


Geocachers blijken op diverse plaatsen in het land een nieuwe bron van vrijwilligers. Geocachen is een gratis schattenjacht in de natuur. Spelers proberen verborgen schatten, zogenaamde geocaches, op basis van coördinatoren via GPS of smartphone te vinden. Om iets terug te doen voor de natuur en het landschap waarin zij hun schatten verbergen, organiseren zij CITO-events, een afkorting voor ‘Cache In Trash Out’. Het begon met rommel opruimen, maar gaat verder. Zo kreeg Natuurmonumenten op een zaterdag in 2013 hulp van 45 geocachers bij het onderhoud van het eikenhakhoutbos in de Kaapse Bossen.

Daarnaast organiseerde de Vlinderstichting in 2013 op tien plaatsen in Nederland een CITO-event, met steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Staatsbosbeheer ontving veertig mensen op een zaterdag in februari in het libellenreservaat van het Kuinderbos. Zij snoeiden bomen en struiken rond veertig poelen, voor de voortplanting van libellen. Alle geocachers kregen later dat jaar een libellenexcursie onder leiding van de lokale expert van de Vlinderstichting, Gerard Eggens. Staatsbosbeheer ontving 135 geocachers op een zaterdag in maart in Kootwijkerzand. Daar trok een deel jonge dennetjes uit de hei en een ander deel plagde de bovenste laag van de bodem. Beide met als doel het leefgebied voor de zeldzame kleine heivlinder te vergroten.

180216geocache

Een zogeheten 'geocache'. Foto: Pixabay. 

9. Met scouting


Een andere bron van vrijwilligers levert Scouting. In totaal 650 scouts hebben op vijf plaatsen natuurwerk gedaan op een Natuurwerkdag in september 2010 bij de viering van de honderdjarige stichting Scouting Limburg samen met de stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg (IKL). Geld - €85.000 - kwam van provincie, ministerie van EL&I (€25.000), ENCI, Zuid Limburgse Stoom Maatschappij, Scouting en IKL zelf. Andere provincies overwegen ook zo’n dag voor Scouting-leden.


10. Met organisaties, bedrijven 


Vrijwilligers en financiële steun komen ook van verslavingszorg, reclassering, dagopvang van GGZ, sociale werkvoorziening en recreatieschappen. Op tal van plaatsen werkt personeel van bedrijven als onderdeel van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Voorbeelden: Intel, RWE, Ricoh, Omron, JobHouse, Haarlemmermeers Leerwerkbedrijf, maar ook serviceclubs als Rotary en Lions. Bron: Burgers en Landschap, deel 5. Effecten van burgerinitiatieven en de rol van de rijksoverheid, Rosalie van Dam, Irini Salverda en Roel During, augustus 2011, Alterra en ministerie van LNV.

Landschap Overijssel nodigt twee keer per jaar sponsorende bedrijven uit op zogenaamde Vriendenwerkdagen. De eerste keer, op zaterdag 9 maart 2013 kwam het initiatief van LenS accountants in Raalte en Sonodruk in Heino. Zij hebben de overige Vrienden van Landschap Overijssel uitgenodigd. Aannemersbedrijf Gerwers Tilligte BV en adviesbureau Tauw sloten aan. Zo’n twintig medewerkers van de deelnemende bedrijven hebben op de Lemelerberg één van de heidevelden ontdaan van ongewenste begroeiing als grove den, prunus en berk.

In de terreinen van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer organiseert natureXP groene bedrijfsuitjes, van feesten tot onderhoudswerk. De kosten per deelnemer starten bij €48,50. De minimum groepsgrootte is 20 deelnemers. Zie naturexp.nl.


11. Met werkzoekenden


Natuurbezitters en zorgboerderijen helpen werklozen aan arbeidservaring. Zo twittert Arjan Snel, districtshoofd Staatsbosbeheer Rivierenland in juni 2013: “Nieuw! Werkcoaching. Werkzoekenden aan werkervaring helpen in natuurterreinen van Staatsbosbeheer. Samenwerken met gemeente Nijmegen.”

Voorbeelden en achtergronden 

  • Staatsbosbeheer begeleidt op meer plaatsen mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Zij werken van oudsher in gemeentelijke plantsoenen, maar gaan nu ook aan de slag in 'Groot Groen', niet alleen om zich nuttig te maken maar ook voor hun ontwikkeling en doorstroming naar regulier werk. Erna van de Wiel, adviseur zorg en participatie arbeidsmarkt bij Staatsbosbeheer: “Sinds de Participatiewet pakken we het anders aan. Zo hebben we in Drenthe een project waar we mensen vanuit de Participatiewet niet alleen aan het werk hebben, maar waar ze ook werknemersvaardigheden leren. Ze ontwikkelen zichzelf en ontwikkelen vakkennis. Op de 15 Participatieplekken die we hebben, zijn al 39 mensen ingestroomd. Niet iedereen redt het, maar 14 van de 39 zijn dankzij die plek doorgestroomd naar een baan op de reguliere arbeidsmarkt. Als iemand zijn tractordiploma wil halen, gaan we kijken of dat mogelijk is. Of een certificaat voor motorzagen of bos maaien.” Bron: Binnenlands Bestuur.
    Ook in Zeist loopt een project voor werkzoekenden succesvol, meldt het AD op 17 augustus 2017. Een half jaar na de start is meer dan de helft van de 15 deelnemers doorgestroomd naar een baan binnen de reguliere arbeidsmarkt.  In november 2017 volgde een soortgelijke pilot in en met de gemeente Houten.

  • Landschap Overijssel heeft met een aantal gemeenten en het AOC het project Baanbrekend Landschap ontwikkeld. Dat is een proefproject waarin mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een half jaar werkervaring opdoen in het landschapsbeheer in combinatie met een opleidingstraject. Doel van het project is om veertig deelnemers door te laten stromen naar regulier werk. Aan het project doen acht gemeenten mee: Almelo, Wierden, Hof van Twente, Tubbergen, Dinkelland, Enschede, Oldenzaal en Haaksbergen. Dat kan ook met gehandicapten: Ernest Briët, directeur Landschap Noord-Holland, twittert in juni 2013: ”8 terecht trotse Wajongeren vanmiddag hun diploma Beroeps Begeleidende Leerweg I ontvangen. Zij werken in de Groenploegen van het Landschap Noord-Holland.”

  • Sommige zorgboeren proberen mensen via het boerenerf weer aan het werk te krijgen. Een voorbeeld is het project Boeren met Pluskracht, waarin melkveehouders een uitkeringsgerechtigde betalen om mee te helpen op hun bedrijf. De uitkeringsinstantie blijft een deel van de uitkering betalen. Het project Boeren met Pluskracht past in de Kennis- en Innovatieagenda Zorglandbouw, opgesteld door de Federatie Landbouw en Zorg, een aantal zorgboeren, lokale bestuurders, experts uit de reguliere zorg en financieel adviseurs. In de projectbeschrijving staat: “De zorgboerderij biedt gestructureerde arbeidsmatige dagbesteding die haar cliënten optimaal voorbereidt op werken bij het vrije bedrijf.” Volgens initiatiefnemer en adviseur Teus Verhoeff is er landelijk belangstelling. Hij overlegt met overheden over de financiering op lange termijn. Zie deze video, zie https://www.box.com/s/dfqc2a2cw0mcjfdcodmt en ook multifunctionalelandbouw.net.

12. Met vluchtelingen


. Een gemotiveerde groep vluchtelingen werkt sinds begin 2016 in het landschap rond Zwolle. Zij helpen mee met de zomersnoei van oude fruitbomen, werken in onder meer de gemeenschapstuin van verzorgingscentrum De Vogellanden en de moestuinen van de Groentefabriek. Zij leren ook omgaan met een zeis. De verwachting is dat enkelen van hen zo de smaak te pakken hebben dat ze actief blijven in het landschapswerk. Professionals en vrijwilligers van Vluchtelingenwerk Oost-Nederland en Landschap Overijssel begeleiden ook bij de kennismaking met taal en cultuur, zodat deze activiteit de vluchtelingen helpt met inburgeren. 

In het najaar van 2016 begon een zelfde traject rond Deventer. Dit initiatief maakt deel uit van het project 'Zorgend landschap' van de provincie Overijssel. Het doel van ‘Zorgend Landschap’ is om via beheer van de groene omgeving participatie en integratie te bevorderen en gezondheid te versterken van jong dementerenden, kinderen uit de jeugdzorg en vluchtelingen. Landschap Overijssel werkt samen met Carintreggeland, Trias Jeugdzorg en Vluchtelingenwerk Oost-Nederland. Bron: Landschap Overijssel, 19/05/16.

. Ruim dertig vluchtelingen met een verblijfsvergunning in Almere werken in en rond stadslandgoed De Kemphaan. De gemeente Almere, zorginstelling Kwintes en Staatsbosbeheer willen de statushouders helpen om een nieuw leven op te bouwen. Het gaat om klussen als snoeiwerk, maaien en onderhoud van paden. Een jaar lang kunnen 33 statushouders 2 dagen per week in het bos aan het werk. Het project sluit aan bij een soortgelijk programma voor jongeren in Almere, Binnenstebuiten. Daar werken 60 jongeren in de leeftijd van 18 tot 27 jaar een halfjaar 24 uur per week in de natuur.

. De Vlinderstichting verzorgde woensdag 25 november 2015 samen met stichting Present, gemeente Ede en Landschapsbeheer Gelderland een activiteit voor vluchtelingen die zijn ondergebracht in de Mauritskazerne in Ede. Een groep van 15 mannen en vrouwen ging de natuur in om vlinders te helpen door boompjes en struikjes uit de grond te trekken om te voorkomen dat de hei dichtgroeit.

13. Met straf


Er zijn organisaties – waaronder Staatsbosbeheer, landgoed Het Lankheet en stichting IJssellandschap – die mensen met een straf inzetten voor het onderhoud. Harco Bergman, boswachter Kuinderbos (SBB): “Staatsbosbeheer werkt samen met Reclassering Nederland, tot grote tevredenheid. Zo heeft Staatsbosbeheer in heel Nederland wekelijks groepen veroordeelden aan het werk.”
Als het om korte taakstraffen gaat, kost de begeleiding veel tijd, al komt die merendeels van Bureau Halt. Niet elke gestrafte is even gemotiveerd of geschikt voor werken in het groen. Daarbij bestaat het risico, zeker bij minder aansprekende klussen, dat het werk slordig gebeurt. Anderzijds heeft een deel van deze mensen ervaring in het werkveld. Reclassering Nederland stuurt elk jaar zo’n honderd mensen met een werkstraf naar Staatsbosbeheer. Om iets nuttigs te doen voor de samenleving. Zie: staatsbosbeheer.nl/Over-Staatsbosbeheer/Maatschappelijk/succesvolle-samenwerkingen/reclassering.

14. Met geestelijke problemen


Patiënten uit de geestelijke gezondheidszorg kunnen vaak meer dan alleen eenvoudig onderhoudswerk. Op landgoed Welna maken ze allerlei producten van hout. Hun arbeid werkt besparend, blijkt ook uit ervaringen van GGZ Friesland die mensen met een psychotische stoornis een woon-, leer- en werkprogramma aanbieden op landgoed Wilhelminaoord. In het werkproject groen van deze GGZ betalen particulieren een vrijwilligersvergoeding van €2,20 per uur plus de kosten voor de begeleiding. Niet alleen de eigenaar profiteert van goedkope arbeid, maar de patiënten functioneren beter en herstellen sneller in een groene omgeving, ervaart GGZ Friesland. Er is echter wel enig risico. Werk kan vanwege de ziekte van de patiënt misschien niet goed of op tijd worden uitgevoerd. Daarbij komt dat de behandeling van de patiënt voorop staat en het werk in dienst staat van de behandeling. Diverse landgoederen hebben positieve en langjarige ervaringen, zoals Mariënwaerdt, het Lankheet, Welna. Laagduurswoude, ‘t Zelle, Heerde en Linge’s Zorglandgoed.

  • Op zorglandgoed Laagduurswoude in Ooststellingwerf wonen mensen met niet-aangeboren hersenletsel of een lichte verstandelijke handicap. Zij doen mee aan dagactiviteiten in natuur, landbouw of recreatie. Voor hen zijn er ook therapieën. Maar het landgoed heeft geen zorginstellingskarakter. Het landgoed bestaat uit 18 hectare grond met bosschages, weides en vijvers. Voor bezoekers is er een theetuin, kinderboerderij, zwembad, sauna en fitnessruimte. Bron: ‘Leren van het energieke platteland, Lokale en regionale coalities voor duurzame plattelandsontwikkeling’, Planbureau voor de Leefomgeving, augustus 2013.
  • Meer voorbeelden. Landgoed ‘t Zelle tussen Hengelo (Overijssel) en Ruurlo, 360 hectare waarvan 85 hectare 18-holes golfbaan, met zorgboerderij. Een zorglandgoed van 9 hectare met 45 wooneenheden in Heerde voor mensen met een niet-aangeboren hersenafwijking. Linge’s Zorglandgoed in Rumpt (Betuwe) van 17,5 hectare voor dertig dementiepatiënten en hun begeleiders.
  • Natuurmonumenten en Triade werken samen in het Flevolandse Waterloopbos en het Harderbos. Triade biedt gehandicaptenzorg, jeugdzorg en GGZ. Ook biedt Triade arbeid op maat aan mensen met een psychische, sociale of lichamelijke functiebeperking. Naast het opruimen van zwerfvuil en snoeiwerk hebben cliënten van Triade een begin gemaakt met het opknappen van Speelnatuur in het Harderbos. Bron: Natuurmonumenten, 25/08/16.

180216zelle

Landgoed 't Zelle beschikt over een golfbaan en een zorgboerderij. Foto: Landgoed Zelle / Nederlandse Landgoederen

15. Gemeenten zoeken zorgboerderijen


Zorgboerderijen kunnen een belangrijke rol spelen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor mensen met dementie. Dat stelt het onderzoeksinstituut RIVM. Zorgboeren moeten dan wel meer gaan samenwerken en zich kenbaar maken, en ook gemeenten moeten meer ‘de boer op’. Want tot nu toe weten gemeenten en zorgboerderijen elkaar nog niet voldoende te vinden.
De overheveling van de dagopvang van de AWBZ naar de Wmo gaat gepaard met een korting van 25% op het budget, terwijl het aantal mensen met dementie naar verwachting blijft stijgen. Zorgboerderijen verbinden al meer doelgroepen aan elkaar op één locatie en kunnen daardoor een goede match maken met de Wmo-doelen, zoals participatie van brede lagen van de bevolking, aldus het RIVM-onderzoek. Zorgboeren kunnen dus bijdragen aan kostenbesparing. Om hier meer over te weten, doet het RIVM nog nader onderzoek. Net zoals over de bijdrage die dagopvang op zorgboerderijen kan leveren aan het stimuleren van de maatschappelijke participatie van mensen met dementie en hun mantelzorgers, een belangrijke taak van gemeenten.

16. Van vrijwilligers naar ondernemers


Niet overal bieden vrijwilligers de beste oplossing. Na jaren werken met vrijwilligers is landgoed Grootstal aan de rand van Nijmegen overgestapt op ondernemers. Mede-eigenaar Kien van Hövell tot Westerflier ziet synergie groeien tussen de zeven ondernemers die de taken van de hobbyisten hebben overgenomen, zoals de Nijmeegse hoogleraar duurzaam ondernemen Jan Jonker meervoudige waardecreatie beschrijft. Zie o.a.: ‘Nieuwe Business Modellen, Samen werken aan waardecreatie’, Jan Jonker (red.), OCF 2.0 en Academic Service, 2014.
Kien van Hövell: “Kleine ondernemers hebben de taak van de hobbyisten overgenomen. Zij beoefenen hun vak op een professionele manier die past bij het landgoed. De moestuin bijvoorbeeld, levert nu 'belevenissen', namelijk eten uit de tuin in de tuin. Pachter Martina biedt haar gasten biologisch voedsel uit haar prachtig onderhouden moestuin, in een bijzondere landschappelijke omgeving. Dat laatste maakt dat we een hogere huur kunnen vragen dan de standaard pachtprijs. Dat geld investeren we in het verbeteren van de infrastructuur op het landgoed. En in plaats van 48 luiken te schilderen, kan ik mij nu toeleggen op de regie van het geheel.”
“De gebruikers en de huurders van het landgoed moeten dus in het plaatje passen. Het landgoed faciliteert kleinschalig ondernemerschap, en zorgt ervoor dat de activiteiten elkaar versterken. Zo genieten Martina's gasten mee van de grazende kudde schapen, van de pastorale rust en van de wijde blik over de boerenakker. Het samenspel van functies is zo meer dan de som der delen", aldus de mede-eigenaar van Grootstal.