Federatie Particulier Grondbezit

Natuurbegraven & strooivelden

12. Natuurbegraven 

Overheden, natuurorganisaties en landgoedeigenaren duikelen over elkaar heen in het dossier natuurbegraven. Met een klacht in Brussel van twee landgoederen tegen Natuurmonumenten over illegale staatssteun, met gemeenten die particuliere aanbieders beconcurreren, met verdeeldheid in de branche zelf, met een fiscus die onduidelijkheid schept voor NSW-landgoederen en met twee Alterra-onderzoeksrapporten die selectief gebruikt worden. “Een onwenselijke situatie”, concludeert FPG-voorzitter Roel Robbertsen. “De FPG staat voor een vrije markt, maar in dit geval hebben we aanvullend ruimtelijk beleid nodig om wildgroei te voorkomen.”
De jonge sector natuurbegraven lijdt onder wildgroei. Sommige gemeenten kennen al drie initiatieven binnen een straal van vijf kilometer. Branchevereniging BraNa telt ruim zeventig initiatieven met een omvang die per project kan oplopen tot 10.000 graven. Dat enthousiasme is verklaarbaar.
Jarenlang horen natuurbezitters over royale inkomsten. De bedragen spreken tot de verbeelding. Neem Heidepol van Natuurbegraven Nederland (NBN), waar een graf €3500 kost. Een snelle rekensom leert dat dat bij ruim zeventien hectare en een dichtheid van 450 graven per hectare in totaal 7250 graven dus bruto €25,3 miljoen oplevert. Daar moeten de kosten vanaf. Martine Drieling van NBN noemt personeelskosten voor zeven medewerkers gedurende de hele exploitatieperiode van veertig jaar. 
Daarbij speelt een rol dat natuurbegraven aanzienlijk goedkoper is dan een gewone begrafenis, gemiddeld €4000 tegen €8000, volgens de uitvaartverzekeringwijzer. Zie: https://uitvaartverzekeringwijzer.net/algemene-informatie/kosten-begrafenis/
Marktonderzoeken illustreren vooral dat niemand weet hoe groot de markt is. Volgens Gé Peterink, voorzitter van branchevereniging BraNa, blijft het een niche. Maar een recent onderzoek van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen signaleert interesse bij 11% van de bevolking. De praktijk zit daar ver vandaan met tweehonderd natuurbegravingen in 2014. Dat is nog geen 0,15% van de 140.000 overledenen in dat jaar.
Natuurbegraven Nederland kijkt naar de volwassen markt in Groot-Brittannië. In twintig jaar heeft de vraag daar geleid tot drie natuurbegraafplaatsen per 1 miljoen inwoners. Voor Nederland zou dat neerkomen op ruim vijftig natuurbegraafplaatsen. Maar dat kan lager uitvallen. Want 75% van de Britten kiest voor crematie, in Nederland ligt dat lager, op 63%. In die groep bestaat de meeste interesse voor natuurbegraven, vooral omdat eeuwige grafrust betekent dat nabestaanden geen verantwoordelijkheid meer dragen, net als bij crematie.
Opvallende afwezige in deze discussie is de eeuwige grafrust van de islam. Het aantal islamieten in Nederland is gegroeid naar 5% van de bevolking. Velen van hen laten een overledene begraven in het land van oorsprong omdat gewone begraafplaatsen geen onbeperkte grafrust kennen.

Grootste plannenmaker is de vereniging Natuurmonumenten met tien tot vijftien natuurbegraafplaatsen van 10.000 graven elk, zoals op landgoed Jachtslot de Mookerheide en in Heerenduin bij Santpoort waar een plan ligt voor een begraafplaats van zeven hectare in het nationaal park Zuid-Kennemerland, deels eigendom van Natuurmonumenten. De vereniging geeft eigen grond in erfpacht aan NBN die zelf diverse natuurbegraafplaatsen bezit en ontwikkelt, waaronder Heidepol bij Arnhem. In polder Bonnen bij Hoek van Holland heeft Natuurbegraven Nederland grond gekocht voor 34.000 graven. Trouw citeert uit een studie van 2012 waarin staat dat Natuurmonumenten per jaar twee tot vier ton winst kan halen uit begraven in de eigen natuurgebieden. Zie: natuurmonumenten.nl/natuurbegraven.
Het eerste project van Natuurmonumenten en NBN in het Brabantse Huis ter Heide stuitte op stevig verzet van onder meer milieuorganisatie Het Groene Hart en stichting Natuurbegraafplaats-waaromniet.nl van oud-advocaat Theodoor Sandberg uit Bathmen, die een beroep hebben ingesteld bij de Raad van State. Het hoogste rechtscollege heeft op 16 november 2016 het bestemmingsplan van de gemeente Loon op Zand vernietigd en de bezwaren toegewezen zoals onduidelijkheid over het maximaal aantal graven en over het maximaal aantal te kappen bomen.
Directeur Roy van Boekel van Natuurbegraven Nederland toont in Trouw begrip voor de onrust. Het bedrijf opende in 2012 de eerste natuurbegraafplaats op het landgoed Heidepol bij Arnhem. "De biodiversiteit is daar spectaculair toegenomen. Wij kunnen met deze natuurlijke begraafplaatsen iets moois doen voor natuur en mensen." In reactie op de uitspraak van de Raad van State zegt Van Boekel te gaan bekijken hoe het bos van Huis ter Heide beter kan worden beschermd.

Een andere grote plannenmaker is Natuurbegraafplaatsen van Waarde, die samen met particuliere landgoedeigenaren een tiental natuurbegraafplaatsen onder eenzelfde formule voorbereidt. Hillig Meer en Weverslo zijn de eerste participanten. Op 17 september 2017 ging Eygelshof in Zuid-Limburg open. Dit hooggelegen terrein van 5,6 hectare had al een dubbelbestemming van natuur en begraafplaats. Zie: natuurbegraafplaatsenvanwaarde.nl.

 

huisterheide

Plannen van Natuurmonumenten en NBN voor een natuurbegraafplaats in Huis ter Heide (Brabant) stuiten op verzet waarna de Raad van State het bestemmingsplan vernietigde. Foto: Red Junasun / Flickr

Staatsbosbeheer volgt een heel andere koers. De zelfstandige overheidsorganisatie heeft geen plannen voor natuurbegraafplaatsen vooral vanwege de verwachte verstoring ten nadele van recreatie en natuur. Staatsbosbeheer biedt wel mogelijkheden om bomen te planten of bankjes te plaatsen om momenten of personen te herdenken. Van Hollands Hout laat Staatsbosbeheer uitvaartkisten en urnen maken. Ook kunnen nabestaanden na een crematie de as van een overledene in Staatsbosbeheergebied verstrooien. Zie: natuurlijkherdenken.nl en staatsbosbeheer.nl/over-staatsbosbeheer/dossiers/natuurlijk-herdenken.

Twee Brabantse landgoederen met een natuurbegraafplaats – De Hoevens en Baest - hebben een klacht ingediend bij de Europese Commissie vanwege illegale staatssteun. Natuurmonumenten heeft de grond jaren geleden om niet gekregen dankzij een aankoopsubsidie van het Rijk, terwijl particuliere natuurbezitters geen subsidie kregen voor aankoop van natuurgrond.
De klacht van de twee landgoederen lijkt kansrijk omdat de Europese Commissie al eerder heeft geconcludeerd dat terreinbeherende organisaties als Natuurmonumenten voor een deel van hun activiteiten ondernemer zijn en dus niet bevoorrecht mogen worden door overheden tegenover andere ondernemingen. Die uitspraak kreeg later steun door een uitspraak van het Europese Hof van Justitie in een vergelijkbare zaak waar de Duitse overheid werd teruggefloten.
In reactie zegt Henkjan Kievit, adviseur natuurbegraven van Natuurmonumenten: “Als de toenmalige leveringsvoorwaarden van het Rijk commercieel gebruik uitsluiten, betalen we de subsidie terug. Zo niet, dan laten we het zo. We gebruiken dat geld liever voor natuurbeheer, net als de inkomsten uit natuurbegraven.”

Nog complexer wordt het dossier doordat diverse gemeenten plannen ontwikkelen om hun verlieslatende begraafplaatsen rendabel te maken. Voor zover bekend gaat het om Epe, Ede, Noorderveld, Utrechtse Heuvelrug, Zeist en Doetinchem. Brana-voorzitter Gé Peterink: “Natuurmonumenten en gemeenten hebben minder kosten en doen met lagere tarieven aan oneerlijke concurrentie.”

De FPG ziet begin 2016 wildgroei ontstaan en een ongelijk speelveld. Dat roept de vraag op of er behoefte is aan aanvullende regels in het kader van de ruimtelijke ordening. De meeste provincies zoeken nog naar hun rol in dit dossier. Voorstellen voor ruimtelijk beleid van bijvoorbeeld de provincie Gelderland kwamen uit op 200 graven maximaal op landbouwgrond die wordt omgezet naar nieuwe natuur en 50 graven maximaal in het Natuurnetwerk (voorheen EHS), dus in bestaande natuur. Maar Gelderland heeft dat cijfermatige voorstel na een lobby van BraNa laten vallen en gaat vergunningen verstrekken met eisen voor toetsbare natuurkwaliteit. Volgens het provinciebestuur biedt 23.000 hectare in Gelderland mogelijkheden voor natuurbegraven. Het Gelderse provinciebestuur besloot 15 februari 2017 onderzoek te laten verrichten naar gevolgen van natuurbegraven op de natuur. In afwachting van het onderzoek zou een natuurbegraafplaats maximaal 50 graven per hectare mogen tellen. De provincie Gelderland worstelt al enige tijd met regelgeving voor deze markt. Er liggen zeker vier plannen voor aanleg van natuurbegraafplaatsen maar er is ook stevige tegenstand, vooral van natuurliefhebbers. Het onderzoek moet over een jaar af zijn. Bron: De Gelderlander, 16/02/17.
De provincie Noord-Brabant heeft tot nu toe geen beleid geformuleerd en laat regulering aan de markt over. Dat kan tot wildgroei leiden. Of Brabant dit liberale beleid kan volhouden, valt te betwijfelen.

Een andere bron van onzekerheid vormt de Belastingdienst. Landgoederen dreigen de Natuurschoonwetstatus te verliezen als zij teveel geld gaan verdienen met natuurbegraven. Soms moet een landgoed tienduizenden euro’s aan successierecht betalen bij elke generatiewisseling. Zodra de natuurbegraafplaats meer oplevert dan het beheer kost, haalt de fiscus dat perceel uit de NSW, kreeg het Brabantse landgoed Baest te horen. Landgoed De Hoevens heeft om die reden de natuurbegraafplaats ingericht op landbouwgrond die buiten de NSW-status valt. “Bovendien past dat in onze landgoedvisie waarin natuur voorop staat”, aldus beheerder Floris van der Lande.
De fiscus legt de grens bij honderd graven per hectare. Die limiet haalt de fiscus uit het rapport ‘Terug naar de natuur’ van het Wageningse onderzoeksinstituut Alterra uit 2009. Dat rapport had geen andere pretentie dan een literatuurstudie. Zie: library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/4176. Het inventariserend vervolgonderzoek ‘Natuurbegraven in Nederland’ uit 2013 neemt afstand van die cijfers, maar dat brengt de fiscus nog niet op andere gedachten. Ook de Anbi-status kan vervallen, waarschuwt Brana-voorzitter Gé Peterink, want de fiscus vindt een fonds voor toekomstig beheer in feite eigenbelang.

Omdat een keurmerk nog ontbreekt, hanteert elke natuurbegraafplaats eigen regels. Sommige garanderen eeuwige grafrust zodat er geen ruimingen plaatsvinden. Enkele storten een klein deel van het grafrecht in een fonds om eeuwig natuurbeheer te borgen. Meer overeenstemming is er over het gebruik van afbreekbare markeringen, zoals houten schijven in plaats van grafstenen, maar andere natuurbegraafplaatsen eisen alleen inheemse materialen, dus inclusief regionale zwerfstenen.
Een natuurbeheerplan met vermelding van de resultaten is lang niet altijd een vereiste. Nogal wat organisaties noemen zich een natuurbegraafplaats, maar beperken zich tot een natuurlijke sfeer en onderscheiden zich dus nauwelijks van een reguliere begraafplaats, aldus het tweede Alterra-rapport. Zie: edepot.wur.nl/281598.

Wat ook niet helpt, is dat branchevereniging BraNa nauwelijks groeit. Eind 2016 telde BraNa nog steeds vier leden, namelijk de initiatiefnemers Weverslo, Heidepol, Reiderwolde en Hillig Meer. Eind 2018 waren er vier leden bijgekomen, te weten Maashorst, Friesland, Schoorsveld en Eygelshof. Ook klinkt er kritiek en zelfs een geluid om een andere branchevereniging op te richten, zoals van Roland Pessers van het Brabantse landgoed Baest. Hij en Floris van der Lande van landgoed De Hoevens wijzen op het gebruik van niet-afbreekbare chips voor lokalisatie van graven door Heidepol. Baest en De Hoevens doen de lokalisatie met GPS en vermelding van de coördinaten in de grafakte. Ook voelen de landgoederen zich niet thuis bij in hun ogen grote natuurbegraafplaatsen als Heidepol met ruim 7000 graven en Hillig Meer met 3300 graven, dat wil uitbreiden met negen hectare naar ruim veertig.
Op een drukbezocht symposium van BraNa en het Nationaal Groenfonds op 16 december 2015 presenteerde BraNa een gedragscode, die wordt gecontroleerd door de onafhankelijke toezichthouder op de kwaliteit van organisaties, het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK), opgericht door het ministerie van Economische Zaken in 1991.
De BraNa-gedragscode stelt geen limieten aan het aantal graven per hectare of het totaal aantal graven. Natuurkwaliteit en het natuurbeheerplan zijn leidend, geborgd door een gecertificeerd natuurbeheerder en de planologische hoofdbestemming natuur. Andere hoofdpunten in de gedragscode gaan over organische en inheemse grafmarkeringen, milieueisen aan kleding en kisten, eeuwig grafrecht, eeuwig natuurbeheer en een verbod op asverstrooiing.
BraNa-voorzitter Gé Peterink waarschuwt voor reputatieschade als initiatiefnemers zich onvoldoende voorbereiden. “De risico’s die elke beginnende sector bedreigen – veel afvallers na een enthousiaste start – kan deze branche zich niet veroorloven.” Na een faillissement zal de verantwoordelijke curator waarschijnlijk aankloppen bij de gemeente om de zorg over te nemen voor al aanwezige graven. Peterink hoopt en verwacht dat een gedragscode het aantal mislukkingen kan beperken. Zie: brana.nu.

Naast vele initiatiefnemers zijn er ook mensen die zich verzetten tegen natuurbegraven. Een daarvan is oud-advocaat jonkheer Theodoor Sandberg, eigenaar van drie landgoederen en initiatiefnemer van de website natuurbegraafplaats-waaromniet.nl. Hij verzamelt argumenten tegen natuurbegraafplaatsen in het algemeen en één vlakbij een landgoed van hem in het bijzonder, zoals gevaren voor grond en grondwater omdat het menselijk lichaam een ‘chemisch vuilnisvat’ zou zijn. En: “Nederland is niet groot genoeg als we allemaal een eigen stuk grond eeuwig bezet willen houden.”
Als belangrijkste bezwaar noemt Sandberg dat natuurbegraven een grafstemming in het bos brengt. “Natuurbeleving is niet meer onbekommerd maar vol treurnis, Natuurmonumenten en Natuurbegraven Nederland BV halen de geest uit de fles en weten niet waar dit eindigt. Stel je voor dat 10% van de begrafenissen een natuurgraf wordt. Dat zijn 14.000 begrafenissen per jaar. Willen wij 1750 tot 2800 hectare per jaar omzetten in natuurbegraafplaatsen?”
Henkjan Kievit, adviseur Natuurmonumenten, reageert: “Naast alle focus op negatieve kanten, heeft natuurbegraven mooie pluspunten. Zo kunnen we in Huis ter Heide open plekken creëren die twee heidegebieden verbinden.” Dat pluspunt bestrijdt de voorzitter van het Groene Hart, Adriaan van Abeelen, een van de bezwaarmakers: “Dat de kaalslag van minimaal zes hectare twee heidegebieden gaat verbinden, is onzin. Er is slechts een heidegebied in het zuiden en dat blijft geïsoleerd liggen. Het nieuwe heideveld dient vooral om intensiever begraven mogelijk te maken, omdat niet binnen de boomkroon begraven mag worden wegens te vermijden wortelschade.”
Een ander bezwaar komt van Floris van der Lande van landgoed De Hoevens: “Natuurmonumenten ruilt het ecosysteem bos om voor heide. Van nieuwe natuur is geen sprake. Oude natuur wordt hier misbruikt door het omgevormde terrein te gebruiken als begraafplaats.”Over begraven in bestaande natuur lopen de meningen ook uiteen. De Hoevens wijst het af, mede vanwege schade aan boomwortels. Landgoed Baest begraaft juist in bestaand bos.
Henkjan Kievit, Natuurmonumenten, ziet kansen voor bestaand en nieuw: “Met het geld kunnen we de natuurkwaliteit verhogen en natuurgebieden uitbreiden. Tenslotte is deze natuur het best beschermd, want niemand zal een bedrijfsterrein aanleggen op 10.000 graven. Op een andere plek in Noord-Brabant willen we een begraafplaats van 15 hectare inrichten in een enclave. Die landbouwgrond krijgt dus een natuurbestemming en verbindt bestaande natuur.”

Ook het bestuur van de FPG houdt zich bezig met het onderwerp natuurbegraven. “Als organisatie van particuliere eigenaren staan wij voor een vrije markt en gaan dus niet pleiten voor het beperken van ondernemerschap”, verklaart voorzitter Roel Robbertsen. “We vinden wel dat de eisen waar beheerders aan moeten voldoen voor een ieder gelijk moeten zijn.”
“Verder maken wij ons grote zorgen over de wildgroei die nu dreigt te ontstaan. Daarbij komt dat de eisen die de Wet op de Lijkbezorging stelt aan een minimale afstand tot het grondwater, zal leiden tot concentratie op een beperkt deel van Nederland, namelijk de hogere zandgronden. Zo dreigt er een dichtheid van natuurbegraafplaatsen te ontstaan die niet wenselijk is. Te grote dichtheden doen afbreuk aan de natuurkwaliteit. Een goed afgestemd ruimtelijk ordeningsbeleid moet dat voorkomen, bijvoorbeeld met minimale afstanden tussen natuurbegraafplaatsen. Eenduidige regels zouden kunnen helpen. Zodat voor een ieder duidelijk is waar natuurbegraven mag en hoeveel begravingen in onderscheidende gebieden verantwoord zijn.”
Robbertsen legt uit: “In natuurgebieden kan ik mij andere grafdichtheden indenken dan in niet EHS-gebieden, zoals maximaal 50 graven per hectare in de EHS, 200 in landbouwgrond die omgevormd is tot natuurterrein en 400 buiten natuurgebieden. Maar leidend moet zijn dat de kwaliteit van de natuur niet wordt aangetast.”
Landgoed De Hoevens pleit voor een afstand van minimaal dertig kilometer tussen natuurbegraafplaatsen. BraNa kiest daar niet voor, om de concurrentie en dus de vrije markt niet nodeloos te beperken. “Een principieel punt”, vindt voorzitter Gé Peterink. “Bedenk dat afstand een zeer betrekkelijk criterium is. Zaken als aantal inwoners, demografische ontwikkelingen, marktaandeel en beschikbare capaciteit bepalen mede – naast de kwaliteit van de voorziening en de organisatie – de kans van slagen. De gedragscode van BraNa is bedoeld om kwaliteit en continuïteit van natuurbegraafplaatsen te borgen en niet om concurrentie te beperken. Concurrentie werkt stimulerend voor verbetering van kwaliteit.” BraNa komt wel in ‘t geweer tegen overheden die gaan concurreren met particuliere natuurbegraafplaatsen.
Jac. Meter van het Nationaal Groenfonds ziet ondanks de huidige verwarring en onenigheid mogelijkheden om “op een goede wijze dit concept verder in te zetten voor twee maatschappelijke doelen, namelijk natuurontwikkeling en het oplossen van de beperkte gemeentelijke begraafcapaciteit.”
Roel Robbertsen vatte de discussies op een druk bezochte FPG-bijeenkomst van 24 mei 2016 als volgt samen. (1) Van de overheid verwachten we geen sturing, maar wel een gelijk speelveld. (2) De kwaliteit van de natuur moet leidend zijn bij het verlenen van een vergunning, geen andere argumenten. (3) Zorg voor een redelijke afstand tussen de begraafplaatsen onderling. (4) Maak ruimte binnen en buiten het Natuurnetwerk, voorheen EHS. (5) Natuurbegraven moet ook mogelijk zijn op NSW-landgoederen mits de circulaire economie centraal staat. Robbertsen constateerde een ongelijkheid tussen landgoederen en terreinbeherende organisaties (TBO’s) als Natuurmonumenten en provinciale Landschappen, want TBO’s hebben geen last van NSW-beperkingen.
Natuurbegraven op internet: brana.nubegraven-in-de-natuur.nlwatkostdoodgaan.nlnatuurbegravennederland.nlnatuurbegraafplaats-waaromniet.nlnatuurbegraafplaatsenvanwaarde.nlhttps://uitvaartverzekeringwijzer.net/algemene-informatie/kosten-begrafenis/.

Voorbeelden

  • Op Weverslo in Heide bij Venray vonden in 2010 de eerste begrafenissen plaats. Een dubbelgraf voor onbepaalde tijd kost er €6995. Een urnengraf voor een persoon kost €1995. Volgens eigenaar Gé Peterink is er ruimte voor 550 graven, met een gemiddelde van 25 per jaar, over een periode van 20 jaar. “Dan is 2% van de grond op de schop geweest voor het graven van kuilen.”
    “De start vergde 25 rapporten, onderzoeken en overeenkomsten.” Peterink overlegde vier jaar lang met vijftien organisaties, instellingen, instanties en adviesbureaus. Hoogste hobbel was de dubbelbestemming, als eerste in Nederland, namelijk natuur én begraafplaats. Weverslo heeft op last van de rechter moeten accepteren dat er geen gebouw komt om herinneringsbijeenkomsten te houden en alleen een eenvoudige parkeerplaats. Voor de continuïteit heeft Peterink de stichting Landgoed Weverslo opgericht. Deze stichting beheert de natuurbegraafplaats, ook nadat hij vol is, onderhoudt het landgoed en draagt financieel bij aan het omringende Peellandschap. De exploitatie heeft de stichting ondergebracht in een BV. Zie: weverslo.nl.
  • Landgoed Heidepol, gelegen in de gemeenten Ede en Arnhem, telt 17 hectare, waarvan 7 hectare akker en weiland is omgezet naar heide. Het landgoed ligt in het Natuurnetwerk Nederland en in Natura 2000. Na vijf jaar voorbereiding volgde de start in juni 2012. Een particulier investeerde €4,5 miljoen in de onderneming. Een lening van €500.000 uit een revolverend fonds van het Nationaal Groenfonds wekte vertrouwen bij de investeerder en de gemeentes. De lening van het Groenfonds versnelde de bestemmingswijziging. Het gehele terrein heeft de bestemming natuur met nevenbestemming begraafplaats gekregen.
    Heidepol heeft ruimte voor 7250 graven. De grafmarkeringen bestaan uit een houten schijf met de diameter van een boomstam, zonder bewerking, dus verteerbaar. Die schijf kan vernieuwd worden als nabestaanden dat willen.
    Op alle graven die verkocht worden rust eeuwigdurend grafrecht. Notarieel is via een kwalitatieve verplichting vastgelegd dat de eigenaar van de grond te allen tijde moet accepteren dat er op de betreffende plek een graf ligt. Op het moment dat de begraafplaats vol is, worden de opstallen en verharde paden verwijderd en de natuur met rust gelaten. Dat is opgenomen in de grafaktes en in de huisregels van Heidepol.
    De Triodosbank heeft de lening van het Nationaal Groenfonds omgezet in een bankgarantie voor de gemeente Arnhem. Door onbekendheid bij de gemeente Arnhem met natuurbegraven en de startende ondernemers, drong de gemeente aan op zekerheden in de vorm van een bankgarantie. De bankgarantie valt vrij als ondernemers de verplichtingen naar de gemeente Arnhem nakomen. Het gaat om verplichtingen als het aanleggen van een uitvoegstrook en een toegangsweg, een natuurplan schrijven, natuurdoelen halen en de opzet van de stichting Nieuwe Natuur. Deze stichting beheert een fonds met geoormerkt vermogen dat toeziet op natuurbehoud van Heidepol, ook onverwacht natuurbeheer of nieuwe aanplant na storm of brand. Van ieder verkocht grafrecht gaat €50 naar de stichting. Uit het rendement van het fondsgeld wordt het beheer betaald.
    De eenmalige investeringskosten van natuurbegraafplaats Heidepol bedragen €3,5 miljoen, voor eigendomsoverdracht, achterstallig onderhoud en inrichting. Na ruim een jaar voldeden de resultaten aan de economische verwachtingen.
  • Landgoed De Hoevens heeft na jaren van planvorming en het doorlopen van de bestemmingsplanprocedure groen licht gekregen van de gemeenten Alphen-Chaam en Goirle voor de aanleg en exploitatie van een natuurbegraafplaats. Vanaf voorjaar 2014 worden de eerste grafrechten uitgegeven. Landschapsarchitectenbureau Elings heeft een ontwerp gemaakt met grafheuvels waarop zich heide gaat ontwikkelen. Hiervoor is heidemaaisel ingezaaid van de nabijgelegen Regte Heide, beschikbaar gesteld door het Brabants Landschap. In en aan de rand van deze grafheuvels kan begraven worden.
    In het oude bos worden urnen begraven. Daar is de bovenste grondlaag verwijderd waar bramen en brandnetels groeiden. De onderliggende laag bevat oorspronkelijke zaden waardoor een bosvegetatie de kans krijgt. Ook zijn oude leemputten uitgegraven waarbij de oevers flauwe taluds hebben gekregen, ten gunste van de zeldzame vinpootsalamander. Natuurbegraafplaats De Hoevens heeft een informatiecentrum waarvoor de veldschuur van de Janshoeve verbouwd is. Begin 2014 begon de bouw van een ceremonieel gebouw met materialen van het landgoed.
  • Provinciaal Landschap. Het Utrechts Landschap heeft samen met Begraafplaats en Crematorium Den en Rust in Bilthoven de eerste natuurbegraafplaats in de provincie Utrecht tot stand gebracht. Den en Rust zocht samenwerking met Het Utrechts Landschap in een bosperceel dat aan de bestaande begraafplaats grenst. Er komen geen grafstenen, hekken of verlichting. De natuurbegraafplaats staat alleen het gebruik van afbreekbare materialen toe. De graven worden niet geruimd. Bron: Schetsboek Groene Gebiedsontwikkeling Utrecht.
    Een begraafplaats of urnengraf kost €5100, waarvan bijna een derde naar het Utrechts Landschap gaat. Het Utrechts Landschap biedt ook de mogelijkheid van een Heuvelrugkist of Heuvelrugurn gemaakt van eiken- of grenenhout uit eigen bossen. Ook van deze opbrengst gaat een deel naar Het Utrechts Landschap, al weegt deze opbrengst nog niet op tegen de arbeidskosten om het geschikte hout uit het bos te halen. 

Over De Utrecht vertelt Sengers dat de investeringskosten van €1 miljoen zijn opgebracht door de eigenaar van het landgoed, verzekeraar ASR. Sengers en partners hebben stichting EEN&AL Natuurbegraven opgericht. De stichting pacht 27 hectare van het 2500 hectare grote landgoed, tot 2076, dus voor zestig jaar. “ASR ziet het als maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar het is ook een investering waar de verzekeraar rendement uit wil halen. Een deel van elk verkocht graf gaat naar ASR. Mocht er verlies zijn, dan is dat voor de stichting.” Het eerste jaar zag Sengers af van een salaris. Bron: Anja Krabben in De Begraafplaats, juni 2016. Zie: begraafplaats.nl/artikelen_db/730.

  • Natuurbegraafplaats De Utrecht heeft een ereveld waar dichters en andere schrijvers herbegraven kunnen worden. Het ereveld heet Kunstrijk en is in gebruik genomen op 2 september 2016 met de herbegrafenis van Halbo C. Kool die sinds 1986 begraven lag in Hilversum waar zijn graf weg moest. Net als op de rest van het terrein mogen er op Kunstrijk geen grafstenen of monumenten komen. Alleen een vergankelijke boomschijf met naam en dichtregel markeert de nieuwe rustplaats van Kool.

  • Roland Pessers van landgoed Baest in Oostelbeers startte in Noord-Brabant als eerste met een natuurbegraafplaats op een locatie met de passende naam ‘Bos van de Heilige Geest’. Een enkel graf van 12,5 m2 kost €7500, een dubbel graf van 25 m2 €12.500, een familiegraf van 40 m2 €15.000. Baest laat kiezen tussen een grafrecht van 50 jaar of onbepaalde tijd.

  • In Sint-Odiliënberg ligt het acht hectare grote Bergerbos. De huidige eigenaar ontdekte in 2003 dat de bestemming begraafplaats lag op zijn bosgrond. Bron: ‘Leren van het energieke platteland, Lokale en regionale coalities voor duurzame plattelandsontwikkeling’, Planbureau voor de Leefomgeving, augustus 2013. Zie: pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL_2013_Hoofdrapport_Het%20energieke%20platteland_769.pdf.

bergerbos

Natuurbegraafplaats Bergerbos had al de bestemming begraafplaats. Foto: Johan Wieland / Flickr 

  • Aanvraag afgewezen. Landgoed Herinckhave in Tubbergen had plannen voor een strooiveld en een urnenbegraafplaats als economische dragers, aansluitend bij drie historische grafheuvels. Een urn met een chip zou nabestaanden met hulp van een GPS-systeem de exacte locatie wijzen, zonder gebruik van gedenkstenen. Kap van bomen was niet nodig. Maximaal tien parkeerplaatsen en een schuilhut zou volstaan voor de opvang van groepen die een urn willen plaatsen of as willen verstrooien. De gemeente Tubbergen wees in september 2012 de aanvraag af, verwijzend naar de regio-archeoloog van het Oversticht die verwacht dat de Rijksdienst Cultureel Erfgoed geen monumentenvergunningen zal geven voor bodemingrepen in de urnenbegraafplaats vanwege de kans op archeologische vondsten. De nieuwe activiteit zou afbreuk doen aan de gebiedsdoelstelling voor bos en natuurgebieden, te weten de natuurwetenschappelijke, landschappelijke of cultuurhistorische waarden, temeer omdat het bosgebied deel uitmaakt van een monumentaal complex. Van een urnenbergraafplaats gaat een verkeer aantrekkende beweging uit. Tenslotte moet een gebouw worden opgericht in het bos, aldus het besluit van de gemeente Tubbergen. Zie: tubbergen.nieuws.nl/nieuws/20120919/geen-toestemming-aanleg-begraafplaats-voor-urnen-op-landgoed-herinckhave en herinckhave.nl/pdf/Landgoed_Herinckhave_G_Bijleveld_2016_reduced.pdf.

  •  Drie kamerstukken over natuurbegraven: rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2007/03/16/gedragslijn-natuurbegraven-en-asverstrooiingrijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2007/09/27/beantwoording-vragen-mbt-natuurbegraafplaatsenrijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2009/04/01/terug-naar-de-natuur.

  • Onderzoekers van Wageningen Environmental Research hebben in opdracht van Natuurmonumenten onderzocht hoe natuurbegraven de vegetatieontwikkeling beïnvloedt. Ze hebben op Heidepol bij Arnhem onderzoek gedaan naar de effecten op grasland en bos. Op Heidepol hebben inmiddels honderden begrafeniseen plaatsgevonden. De geplande grafdichtheid zal variëren van 200 tot maximaal 1000 graven per hectare. Dat betekent dat 7% tot maximaal 35% van het oppervlak wordt vergraven. De onderzoekers hebben de directe omgeving van de graven vergeleken met controleplots en konden geen significante verschillen vinden, zo blijkt uit het rapport 'Effecten van Natuurbegraven op de vegetatie op natuurbegraafplaats Heidepol'. Bron: Groen Kennisnet, 15-2-18.

13. Fort als gedenkplaats 

Het Fort bij Nigtevecht is vanaf 5 juni 2016 geopend voor het publiek als gedenkplaats. Nabestaanden kunnen in de natuur rond het fort een eigen gedenkteken plaatsen en de as van hun dierbaren bestemmen of verstrooien.
Het fort heeft de status van Unesco Werelderfgoed, hoort bij de Utrechtse gemeente De Ronde Venen en is een van de zes forten van de Stelling van Amsterdam. Provincie Utrecht wil ondernemersinitiatieven stimuleren voor een duurzaam behoud van dit werelderfgoed. De gedenkplaats is een initiatief van eigenaar Natuurmonumenten en cultureel ondernemer Marian van Weert. Drie jaar werkte Marian van Weert aan de ontwikkeling van Gedenkplaats Fort Nigtevecht. Met creatieve workshops inspireert Van Weert nabestaanden zelf een gedenkteken te maken van natuurlijke materialen.
Natuurmonumenten is na het Amsterdamse Stadsherstel de grootste monumentenbezitter van Nederland en heeft diverse forten in haar bezit. Een nieuwe bestemming bleek een uitdaging bij dit fort. Vanwege zijn robuuste betonnen en bakstenen muren, leent dit gebouw zich niet eenvoudig voor een nieuwe functie. De provincie Utrecht financierde een deel van de parkeerplaats en doneerde aan een pluktuin samen met de provincie Noord-Holland, Stichting Liniebreed Ondernemen, gemeente Ronde Venen en Natuurmonumenten. Met de ondernemer gaat provincie Utrecht onderzoeken hoe zij de energiehuishouding op het fort kan verbeteren. Bron: provincie Utrecht, 6 juni 2016. Zie: natuurmonumenten.nl/natuurgebied/fort-bij-nigtevecht/over-fort-bij-nigtevecht.

14. Urnenbegraafplaatsen 


Urnengedenkparken Nederland BV, actief sinds 2014, biedt op drie plaatsen de mogelijkheid om een urn met as van een overledene te begraven, te weten het Nationale Park De Hoge Veluwe, de abdij Sint-Willibrords te Doetinchem en het landgoed Westerflier te Diepenheim (O). De bijzetting van 1 asurn kostte eind 2016 €2915. Daar komt nog een afkoopsom bij voor het toekomstige beheer en onderhoud van het bos à €340. Zie: urnengedenkparken.nl/index.php/hoofdmenu/urnengedenkparken/de-hoge-veluwe.

Iets dergelijks biedt het Herinneringsbos van 200 hectare op het landgoed Hees, tussen Soest en Den Dolder. Hier is verstrooien mogelijk met de mogelijkheid een Herinneringsboom te laten planten. In het bos mogen geen herdenkingsvoorwerpen worden achtergelaten. De prijzen variëren van €150 voor een eenvoudige verstrooiing tot €1175 voor een asbegraving en een boom. Zie: herinneringsbos.nl.

Marga en Jan ten Sijthoff werken in hun twee hectare bos bij het Drentse Anloo aan een urnenveld naast een familiebegraafplaats met dertien graven. Marga (1943): “We willen het karakter van het bos handhaven en zoveel mogelijk aansluiten bij prehistorische traditie van de urnencultuur.” Jan (1945): “Op ons veld geldt eeuwigdurende grafrust. Je koopt een plek voor een kleine tweeduizend euro.” Bron: NRC Handelsblad, rubriek De Derde Helft, 24 mei 2014.

15. Dierencrematorium en -begraafplaats


Op dezelfde manier als natuurbegraven kan een begraafplaats voor huisdieren en inkomstenbron vormen voor beheer en onderhoud van natuur en landschap. Eind 2016 waren alleen plannen bekend van Staatsbosbeheer in het Kuinderbos in de Noordoostpolder.