Federatie Particulier Grondbezit

Samenwerking

27. Besparing van 100 miljoen euro


Het McKinsey-rapport ‘Samen sterk voor de natuur’ van april 2013 becijfert een mogelijke kostenbesparing van 5-10% bij opdrachtgevers Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en 12Landschappen. De drie organisaties kunnen binnen 5 tot 7 jaar jaarlijks €35 tot €60 miljoen vrijspelen met nieuwe verdienmodellen, stroomlijnen van de eigen organisaties en meer samenwerken. Uitgebreid naar de hele natuursector komt McKinsey op een besparing van €50 tot €100 miljoen als de vele tientallen natuurbeherende organisaties gaan samenwerken en een eind maken aan de huidige versnippering. Op die manier kan de natuursector een groot deel opvangen van de halvering van de overheidssubsidies.
De grote drie meldden in februari 2014 dat zij meer gaan samenwerken, geïnspireerd door het McKinsey-rapport. Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en 12Landschappen gaan voorzieningen, huisvesting, personeel en materieel delen. Zij trekken gezamenlijk op in de verkoop van biomassa en sinds eind 2014 in de verhuur van vakantiewoningen. Zie buitenlevenvakanties.nl. McKinsey raamt de extra opbrengst van gezamenlijke oogst en verkoop van hout en biomassa op €10 miljoen jaarlijks. Voor Natuurmonumenten is commerciële houtverkoop een nevenactiviteit.

Voorbeelden en achtergronden 

  • Landschapsbeheer Nederland en de koepel van twaalf provinciale Landschappen zijn sinds juni 2014 landelijk gefuseerd. In vier provincies zijn de twee organisaties al samengevoegd. Maar in andere provincies verloopt dit proces moeizamer. Zo zullen Landschapsbeheer Friesland en It Fryske Gea niet fuseren. Beide organisaties concluderen dat de vereniging It Fryske Gea, met grondbezit en vermogen, lastig te combineren is met de stichting die Landschapsbeheer Friesland is. “We gaan wel samenwerken, maar dan in de vorm van een coöperatie”, zegt directeur Regina ter Steege van Landschapsbeheer Friesland. Landschapsbeheer begeleidt via provinciale afdelingen ruim 70.000 vrijwilligers. De provinciale Landschappen beheren samen 110.000 hectare natuur.
  • De drie grote TBO’s werken al met het zelfde administratie- en managementsysteem. Op sommige plekken delen TBO’s al huisvesting en kantoren zoals op Texel en in Oost-Brabant.
  • Nog meer samenwerking lijkt niet waarschijnlijk, laat staan een fusie. Dat bleek een beladen woord, toen ANWB-topman Guido van Woerkom in november 2012 in Trouw het samengaan van Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de provinciale Landschappen bepleitte. Zo'n fusie zou honderden banen kosten. Zijn betoog werd door de partijen weggehoond, schrijft Trouw-redacteur Hans Marijnissen op 12 april 2013. De ANWB liet bureau Berenschot onderzoeken welke mogelijkheden de automobilistenclub heeft om in natuur en landschap te investeren. De ANWB kan een schakel vormen tussen haar leden en het aanbod van de natuur- en erfgoedorganisaties. Vooral de combinatie van de samenwerkende natuurorganisaties met de ANWB lijkt commercieel zeer aantrekkelijk. Nadien werd niets meer vernomen over samenwerking, noch van de ANWB noch van de drie TBO’s.
  • Regionaal gebeurt er wel wat. Zo werken Landschap Overijssel en Staatsbosbeheer sinds het voorjaar van 2016 samen in het beheer en onderhoud van het Springendal en het Dal van de Mosbeek, vanuit een nieuw gezamenlijk kantoor aan de Hooidijk. De twee gebieden grenzen aan elkaar. De samenwerking gaat verder. Zo hebben organisaties die gebruik willen maken van beide gebieden nog maar een vergunning nodig in plaats van twee verschillende.

180216springendalflickr

Gezamenlijk beheer van Staatsbosbeheer en Landschap Overijssel van het Springendal in Twente. Foto: Johan Wieland / Flickr

  • Nog onduidelijk is of Staatsbosbeheer de andere TBO’s concurrentie aan doet op de geefmarkt. Directeur Marc van den Tweel van Natuurmonumenten uitte in een brief aan toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma van 5 november 2013 zijn vrees voor fondsenwerving door Staatsbosbeheer, via leden, donateurs, met als uitingsvormen volksaandelen, magazines, klantenkaarten en loyaliteitsprogramma's. Inmiddels werft Staatsbosbeheer donaties via buitenfonds.nl voor afgebakende projecten.
    Dijksma heeft die vrees van Natuurmonumenten voor een groot deel weggenomen in een Kamerbrief van eind januari 2014 waarin staat dat Staatsbosbeheer eigendom blijft van het ministerie van Economische Zaken, maar wel meer geld moet ophalen uit de markt. “Er liggen mogelijkheden in de energiemarkt en in de vrijetijdsmarkt.” Daaraan voegt de staatssecretaris toe: “Hierbij is het niet mijn bedoeling om Staatsbosbeheer te laten concurreren met goede-doelenorganisaties. Maar financiële ondersteuning van projecten via stichtingen en fondsen met bijdragen vanuit het bedrijfsleven of derden moet mogelijk worden, onder dezelfde voorwaarden als andere terreinbeherende organisaties.”
    Woordvoerder Staatsbosbeheer Joke Bijl legt uit: “Ik lees erin dat Dijksma niet wil dat we van Staatsbosbeheer een organisatie maken met donateurs of leden. We kunnen ook niet aankloppen bij de Postcodeloterij, want we krijgen geen Cbf-keurmerk. Wel mogen we geld van fondsen en stichtingen ontvangen.” Dijksma staat ook strategisch portefeuillebeheer toe. Joke Bijl: “Ik ga ervan uit dat ze doelt op de huidige praktijk. Namelijk, als er een maatschappelijke wens of noodzaak is om natuur om te vormen, bijvoorbeeld voor de verbreding van een snelweg zoals de A12, dan krijgen we daar meer voor dan de natuurwaarde, namelijk de grijze prijs. Voor de verbreding van de A12 is een hele strook natuur omgezet in grijs. En de hoeveelheid verdwenen natuur moet wettelijk gecompenseerd worden op een andere plek. Het geld dat eventueel overblijft, gaat terug naar de terreinen of onze maatschappelijke doelen.”

28. Natuurruilverkaveling


Natuurorganisaties moeten door onderling gebieden te ruilen, grote reservaten stichten die nog maar één beheerder hebben. Daardoor gaan de kosten van het onderhoud fors omlaag. Dit ruilverkavelingsplan komt van Rein Munniksma, toenmalig gedeputeerde in Drenthe. Hij kreeg bijval van collega's in de provincies Overijssel en Gelderland. Kavelruil maakt aan deze inefficiënte lappendeken een einde. Zijn voorstel sluit aan bij de conclusie van adviesbureau McKinsey dat onderlinge concurrentie de natuurorganisaties veel geld kost. Zij kunnen jaarlijks €60 miljoen publieksgeld besparen als zij beter samenwerken.
Boeren en natuurorganisaties kunnen ook onderling kavels uitwisselen, bepleit Munniksma, omdat boeren vooral vruchtbare grond zoeken en natuur juist arme grond nodig heeft. Zo staan boeren en beschermers niet langer tegenover elkaar, aldus Munniksma, maar helpen zij elkaar.

Voorbeelden en achtergronden 

  • Ook staatssecretaris Sharon Dijksma kreeg mei 2013 van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) het advies om in Nederland robuuste natuurgebieden te ontwikkelen. Die kunnen tegen een stootje en zijn goedkoper in onderhoud. Probleem is echter dat die uitgestrekte gebieden in handen zijn van een groot aantal verschillende organisaties. Zij plaggen allemaal hun eigen stukje heide en verzorgen ieder hun houtoogst. Pas bij verschillend waterpeil in hetzelfde moeras komen ze tot overeenstemming. Die kleinschaligheid maakt de kosten hoog.
  • Het College van Rijksadviseurs bepleit in een advies over de toekomst van Staatsbosbeheer groene kavelruil om te komen tot een nationaal landschappelijk raamwerk. Dat is een samenvoeging van de Nationale Landschappen en de Nationale Parken.
  • “Beheer van natuurgebieden kan veel efficiënter door groen ruilen, stelt Jac. Meter, financieringsspecialist natuur en landschap bij het Nationaal Groenfonds, in een artikel in ROMagazine. “Deze aanpak kan TBO's en andere betrokkenen honderden euro's per hectare opleveren door efficiënter beheer.” Voor dit doel werken Kadaster en Nationaal Groenfonds samen. Kadaster met zijn kennis van verkavelen, Nationaal Groenfonds met zijn kennis van groen financieren en zijn groene netwerk. Bron: ROMagazine, november 2016. Zie: hele artikel uit ROMagazine op de site van het Nationaal Groenfonds. Het eerste voorbeeld van groen ruilen met hulp van Groenfonds en Kadaster is de kavelruil van 110 hectare eind 2016 in de polder Arkemheen ten noorden van Amersfoort die leidt tot 72 hectare particuliere weidevogelnatuur. Zie: o-gen.nl/kavelruil-arkemheen-winst-boer-en-vogel.
  • Boeren die bereid zijn om op 1 hectare grond natuur te ontwikkelen, krijgen het recht om 2 hectare nieuwe grond te kopen. Voor deze aankoop kunnen zij een laagrentende lening van Nationaal Groenfonds krijgen. Deze werkwijze is een van de afspraken in het gebiedsconvenant Groot Wilnis – Vinkeveen, ontwikkeld door Groenfonds, provincie Utrecht en programmabureau Utrecht West. "De succesfactor van natuurinclusieve kavelruil is dat boeren er voordeel van hebben als ze natuur ontwikkelen. Ze kiezen er dus bewust voor om naast hun boerenbestaan ook natuurbeheerder te worden", verklaart Jac. Meter, van Nationaal Groenfonds. In navolging van Utrecht werken ook Gelderland, Zeeland en Flevoland met natuurinclusief verkavelen.
  • Ook zonder overheden komen grote grondruilen tot stand, bijvoorbeeld tussen landgoedeigenaren en Natuurmonumenten. Jan Gorter is sinds een recente reorganisatie manager Midden-Nederland (Noord-Holland, Utrecht en Gelderland) bij Natuurmonumenten, en lid van het landelijk managementteam. Daarvoor werkte hij veel met landgoederen aan grondruil in zijn functies als regiodirecteur van Overijssel en van Gelderland. Een aantal grote ruilprojecten van samen meer dan 900 hectare die hij heeft opgezet, zijn in 2017 vrijwel afgerond. Zie De Landeigenaar van februari 2017.
  • De provincie Friesland stelt €3 miljoen beschikbaar voor kavelruil, met name voor weidevogels. De provincie wil in 2017 en 2018 vrijwillige kavelruil bevorderen om het areaal van geschikte weidevogelgronden te vergroten, binnen de aangewezen kerngebieden. Grondbezitters kunnen subsidie en procesbegeleiding aanvragen via het project Kavelruil foar Fryslân. Bron: Provincie Friesland, 14/12/16. Voorbeeld. Via de ruilverkaveling Baarderadeel zijn 268 hectare in de Hesenser en Lionserpolder bij Jorwerd geschikt gemaakt voor weidevogels. De boeren van de voormalige landbouwgronden en Natuurmonumenten, verenigd in de Natuerkoöperaasje Baarderadiel, beheren de natuurgebieden samen. Bron: Provincie Friesland, 22/12/16.
  • Ook natuurorganisaties ruilen gronden voor efficiënter beheer. Dat kan zonder verandering van eigenaar. Zo beheert Natuurmonumenten een gebied van Landschap Overijssel.
  • Staatsbosbeheer en Brabants Landschap hebben op 2 april 2014 het beheer van 135 hectare grond geruild waarmee zij jaarlijks ruim €10.000 besparen. Staatsbosbeheer heeft het beheer van 107 hectare natuur rond Keent tussen Grave en Ravenstein bij de Maas overgedragen aan Brabants Landschap. Omgekeerd heeft Brabants Landschap het beheer van 28 hectare natuur bij Mill en Langenboom overgedragen aan Staatsbosbeheer. Deze gronden sluiten nu beter aan op grotere gebieden van de hoofdbeheerder. Boswachters hoeven nu niet meer van de ene naar de andere locatie te reizen, wat reiskosten en uren scheelt. Ook de administratieve lasten dalen, omdat er minder beheerplannen hoeven te worden opgesteld. Bovendien dalen de kosten voor monitoring. Tenslotte wordt in Keent bespaard op rasters.

29. Limburgse bundeling


Een marktplaats en platform voor alle vrijwilligerswerk in het Limburgse landschap is Buitenkracht dat 17 mei 2017 werd gelanceerd door Staatsbosbeheer, stichting IKL, stichting Limburgs Landschap en vereniging Natuurmonumenten. Het platform brengt vraag en aanbod bij elkaar: landschapsorganisaties kunnen er klussen op plaatsen en vrijwilligers kunnen zich melden om de klus uit te voeren. Zie: ikl-limburg.nl/3247-2.

30. Recreatie en natuurorganisaties


Recreatieschappen en natuurbeheerders in Noord-Holland denken dat vergaande samenwerking een antwoord is op dalende subsidies. Dat blijkt uit onderzoek van de provincie en het adviesbureau Twynstra Gudde. Recreatieschappen zien de samenwerking op termijn resulteren in een fusie. Maar dat gaat de natuurbeheerders te ver. Zij hechten aan het behoud van hun zichtbaarheid vanwege de inkomsten uit de private markt en de binding met hun achterban. Tien terreinbeherende organisaties in de provincie deden mee aan het onderzoek: Landschap Noord-Holland, Goois Natuurreservaat, PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Waternet, Recreatie Noord-Holland, Amsterdamse Bos, Recreatieschap Westfriesland en Recreatie Midden-Nederland (Plassenschap Loosdrecht).

31. TBO helpt particulieren en daarmee zichzelf


Het Goois Natuurreservaat helpt particulieren aan extra grond als zij niet genoeg hebben om de grens van vijf hectare te halen voor een NSW-status. Zij sluiten een gebruiksovereenkomst voor vijf jaar. Die overeenkomst beschouwt de fiscus als voldoende om bezit aan te tonen. Het beheer blijft in handen van het Goois Natuurreservaat; er komen geen nieuwe hekken of afscheidingen. Het fiscale voordeel komt bij de particulier die dat deelt met de terreinbeherende organisatie. De fiscus steunt hiermee natuurbeheer indirect.
Mede dankzij deze samenwerking weet het Goois Natuurreservaat incidenteel flinke bedragen los te krijgen van rijke particulieren in het Gooi voor bijvoorbeeld kinderactiviteiten. Dat werkt twee kanten uit. Zo wilde een verkopende bewoner precies weten wanneer de hei bloeit, om de prijs van zijn huis zo hoog mogelijk te maken. En onlangs heeft de boswachter twee sjeiks een excursie gegeven inclusief catering in een eigen theehuis. De stichting Goois Natuurreservaat is een samenwerking van de provincie Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam, Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren en Naarden.

Nog twee voorbeelden 

  • Inrichting voor de een, beheer voor de ander. Natuurmonumenten herstelt de parkaanleg en de huiseigenaren zorgen voor het onderhoud op landgoed Hakenberg in het Twentse Beuningen. Eigenaren Paul en Anne-Marie Kamphuis herstellen hun woning in oude staat. Liefst samen met herstel van het omliggende bos en landbouwgebied waar Natuurmonumenten eigenaar is. “Maar het financiële plaatje kwam niet rond. Het herstel kost veel geld, ook het onderhoud daarna”, aldus boswachter Jaap Braad. Door samenwerking kan het herstel van Hakenberg toch van start. “Zo kun je samen iets moois tot stand brengen. Een voorbeeld voor de rest van Nederland", aldus Braad.
  • Brede samenwerking biedt de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE). Deelnemers zijn Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De12Landschappen, FPG, het ministerie van Defensie en de Vereniging van Gemeentelijke Bos- en Natuurterreineigenaren (VGBNE). De VGBNE spreekt namens ruim 240 gemeenten, die samen bijna 50.000 hectare bos en natuur bezitten. De twee oprichters – Nunspeet en Venray - bezitten de meeste natuurgrond. De gemeente Nunspeet beheert ruim 3250 hectare en de gemeente Venray bijna 2600 hectare. Bij de voorganger van de VBNE, het Bosschap, ging het om een publiekrechtelijke organisatie met verplichte registratie en bijdragen van boseigenaren. Het Bosschap verdween eind 2014 op grond van een politiek besluit, de wet opheffing bedrijfslichamen. 

32. Inventarisatie van hele gebied


De gemeente Purmerend heeft een volledige soorteninventarisatie van het hele grondgebied laten maken door Bureau Regelink met zijn FloraFaunaCheck.nl. Dat bespaart kosten, omdat nu niet voor elke locatie en voor elke ingreep apart een inventarisatie nodig is in het kader van de Omgevingswet. De app FloraFaunaCheck.nl maakt een inschatting van de mogelijke aanwezigheid van beschermde flora en fauna op basis van actuele verspreidingsgebieden en typologieën van groeiplaatsen en leefgebieden. Om gebruik te maken van nieuwe technische mogelijkheden werkt Regelink sinds mei 2017 samen met Nieuwland Geo-Informatie aan het vernieuwen van om de webapplicatie.

33.  Brede coalitie voor Natuurnetwerk


Zoals in de provincie Utrecht hebben in Overijssel geheel verschillende organisaties, van werkgevers tot natuurbeheerders, elkaar gevonden in een herijkte versie van de EHS (Ecologische Hoofdstructuur, nu Natuurnetwerk Nederland). Het akkoord leidt ertoe dat Overijssel 9000 hectare van de EHS schrapt. In die zone, ‘ondernemen met natuur en water’ genoemd, zijn economische ontwikkelingen mogelijk. De aanleg van nieuwe natuur is teruggebracht tot ruim 8000 hectare. De zestien Overijsselse organisaties zijn: Landschap Overijssel, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Natuur en Milieu Overijssel, Overijssels Particulier Grondbezit, LTO Noord, Natuurlijk Platteland Oost, Recron, provincie Overijssel, VNG Overijssel, VNO-NCW en de waterschappen Groot Salland, Reest en Wieden, Regge en Dinkel, Rijn en IJssel en Velt en Vecht.

34. Landbouw, landgoederen en jagers


Limburg heeft een eigen samenwerkingsverband dat kort na de oprichting in 2013 al de verantwoordelijkheid voor het beheer van een natuurgebied kreeg. Natuurrijk Limburg is de naam van een samenwerking tussen agrariërs in de LLTB, landgoedeigenaren in het Limburgs Particulier Grondbezit en SBNL die ontstaan is uit groepen jagers die willen laten zien dat ook particulieren natuur kunnen beheren. Natuurrijk Limburg bestaat uit vier zogenaamde gebieds-ANV’s (Agrarische Natuurverenigingen). Samen zijn zij gebiedsdekkend in Limburg.

36. Samenwerkende landgoederen


Zes landgoederen in de gemeente Rheden hebben in september 2014 de coöperatie Landgoedbeheer Veluwezoom opgericht, samen met groenopleiding Helicon, werkvoorzieningschap Presikhaaf en Siza (zorg voor gehandicapten). Het sextet biedt mensen van Presikhaaf en Siza een beschutte werkplek. Zij doen onderhoudswerk dat anders blijft liggen, aanvullend op het werk van hoveniers en eigen personeel, zoals het arbeidsintensieve vrijmaken van watergangen. De coöperatie biedt studenten van Helicon stageplekken. Klimop Groenonderhoud, aan Siza gelieerd, doet de planning in de coöperatie.
De coöperatie ging van start met zes landgoederen, te weten Gelderse Toren, De Bockhorst, Hof te Dieren, Rhederoord, Middachten en De Valkenberg.

180216rhederoordflickr

Landgoed Rhederoord, bij Arnhem. Foto: Nelis Zevensloot / Flickr

37. Efficiënter toezicht door samenwerking 


Boswachters van Staatsbosbeheer maken sinds september 2016 gebruik van het landelijke communicatiesysteem van de hulpdiensten C2000. Het gaat om boswachters met een handhavingsbevoegdheid, oftewel BOA's (buitengewone opsporingsambtenaren).
Staatsbosbeheer heeft honderd BOA's in dienst. De aansluiting op het C2000 netwerk moet de praktische communicatie in het veld met de hulpdiensten verbeteren. Daarnaast investeert Staatsbosbeheer in de samenwerking met hulpdiensten en andere terreinbeheerders op organisatorisch niveau, het opleidingsniveau van de BOA's en het aantal uren handhaving en toezicht in de terreinen. Bron: Staatsbosbeheer, 16/09/16.