Federatie Particulier Grondbezit

Boekbespreking 'De laatste heer'

2 september 2024 door FPG

Iedereen die wel eens van Zutphen naar Doesburg of Doetinchem rijdt, komt er geheid langs: Baak. Ik ben een fan van de Achterhoek, maar Baak staat niet echt boven aan mijn lijstje van de meest schilderachtige Achterhoekse plaatsen. Na lezing van De laatste heer – Hoe de bevoorrechte klasse in Nederland plaatsmaakte voor de gewone man van Astrid Schutte is Baak echter voor mij gaan leven. Dat is op zich al een hele prestatie.

Het boek zet twee levens naast elkaar: dat van Werner Helmich, de laatste heer van Baak, en Jan Schutte, de verweesde zoon van een van diens pachters die het mede door de helpende hand van Werner Helmich tot directeur van de lokale Rabobank wist te brengen. In wisselende hoofdstukken volgen we vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw Jans strijd om het bestaan en Werners gevecht om Baak voor zijn familie en nageslacht te behouden. Om een lang verhaal kort te maken: Jan slaagt wonderwel en Werner moet zijn huis (‘het kasteel’) uiteindelijk verkopen.

 

Schutte brengt de twee levensverhalen documentair, hoewel ik denk dat ze er misschien met een beetje meer lef een monumentale roman van had kunnen maken. Ze blijft dicht bij haar bronnen – Schutte heeft uitgebreid en heel degelijk bronnenonderzoek gedaan – maar kan het niet laten in de huid van de twee mannen te kruipen. Jan Schutte was haar vader en staat daarmee dichterbij. Dat maakt het boek tot een heel persoonlijk document.

Toch heeft ze ook Werner zeer overtuigend tot leven weten te wekken. Als lezer voel je de last van de hoge verwachtingen van zijn ouders, en je begrijpt waarom hij tot het uiterste is gegaan om Baak voor zijn familie te behouden. Dat is overigens voor een deel gelukt: alleen het huis is verkocht, de grond is gebleven. Werner stond in zijn zorgen niet alleen en we zijn getuige van een soort embryonaal GPG wanneer Schutte beschrijft hoe Werner en andere Achterhoekse heren geregeld bijeenkomen om hun zorgen boven een goed glas sherry te delen. Voor menig grondbezitter is zijn verhaal buitengewoon herkenbaar.

 

De subtitel is wat mij betreft een laffe poging van de Amsterdamse uitgever om het boek een algemene, nationale relevantie te geven. Laat u niet misleiden: het is een typisch Achterhoekse geschiedenis, die juist daaraan haar charme ontleent.