Update stikstofplannen en het VLGG: Uitvoeringsstrategie
Het programma VLGG (Vitaal Landelijk Gebied Gelderland) is een van de grootste opgaven van onze tijd, dat veelal rechtstreeks raakt aan uw belangen en bezit.
Daarom proberen wij u op de hoogte te houden. We besteden veel tijd aan het bijhouden van alle ontwikkelingen, het mee vergaderen en het zo veel mogelijk bijsturen. Het is een zeer omvangrijk en complex dossier. De verkiezingen, provinciaal en landelijk, maken het niet makkelijker doordat ze koersveranderingen en vertraging veroorzaken.
De plannen worden stapje voor stapje concreter. Steeds meer opgaven kunnen op een kaart worden weergegeven. Daarmee wordt het voor u als grondeigenaar duidelijker wat dit betekent voor uw bezit. De provincie heeft nu de zestien gebiedsprocessen bekendgemaakt die zij de hoogste prioriteit geeft. Kijkt u alstublieft of uw bezit binnen een van die gebieden valt. Het GPG wil graag met de landgoederen in elk gebied in gesprek. U staat sterker als eigenaren tot een gezamenlijke visie of standpunt kunnen komen voor een gebied.
De provincie wil het liefst, uitsluitend, werken op basis van vrijwilligheid. Dat is lovenswaardig maar de realiteit is dat er wettelijke eisen zijn die gehaald moeten worden. Wat er gaat gebeuren als op basis van vrijwilligheid de doelen niet gehaald worden, is nog niet duidelijk. Nu is er in elk geval de ruimte om zelf met plannen te komen die passen bij de eigen visie en belangen en bijdragen aan de VLGG-doelen.
Er is inmiddels een 2.1-versie van het ambtelijk conceptplan VLGG uit. De wijzigingen ten opzichte van de 2.0-versie die besproken is in de vorige Nieuwsbrief zijn niet zodanig groot dat ik daar uitgebreid op in zal gaan. Er is helaas ook in deze versie nog geen duidelijkheid over hoe breed bufferzones langs beken moeten worden. Het WUR-rapport is nog niet klaar. De provincie spreekt tot nu toe over 3 tot 5 meter. Het NPLG van het Rijk spreekt nog steeds over 100-250 meter.
Wel is er een nieuw kaartje voor de Achterhoek waarin ‘kansen voor beekdalbreed herstel’ zijn weergegeven (zie figuur 1). Eigenlijk zijn hier meer prioriteiten dan kansen weergegeven. Met herstel richt men zich op watervoering, vooral voor de beken bij Winterswijk, en op bufferzones om minder stikstof en fosfor te laten uitspoelen naar beken.
Figuur 1. Kansen voor beekdalbreed herstel
De provincie heeft nu ook duidelijk gemaakt dat er inderdaad op basis van deze studie gestuurd wordt op extra vermindering van de stikstofemissie in een zone van 500 tot 1000 meter rondom N2000-gebieden. Landbouwgronden binnen die zone kunnen dus verwachten dat daar met een combinatie van verleiding en dwang gestuurd gaat worden op zeer extensief of natuurinclusief gebruik.
Uitvoeringsstrategie
Er is nog geen nieuw kabinet, maar het wordt wel steeds duidelijker welke kant het op gaat. ‘Stikstof, natuur, water, visserij en voedselzekerheid’ zijn het tweede punt dat besproken moet worden volgens informateur Kim Putters. Die 25 miljard euro, het transitiefonds voor het NPLG, zijn dus ook nog onzeker. Bovendien vroeg Gelderland al om 10 miljard en alle provincies samen om 50 miljard euro. De plannen die de provincies gemaakt hebben, zijn dus zelfs in het beste geval moeilijk allemaal uit te voeren.
‘Wij nodigen eenieder uit op basis van vrijwilligheid bij te dragen aan de ambities. Op een manier die het beste past, zo mogelijk op een moment dat het beste past. Daarbij steunen wij initiatieven waar dat mogelijk is,’ aldus de provincie. Dat laatste valt het GPG in de praktijk tegen. De initiatieven die wij tonen zijn nog niet gehonoreerd. Ook de financiering van de tweede fase van het Baakse Beek-project is nog onzeker.
Het GPG blijft zich inzetten voor de continuering van initiatieven waar onze leden bij betrokken zijn en voor procesgeld om gerichtere voorlichting aan onze leden te geven om u in staat te stellen ‘op basis van vrijwilligheid bij te dragen aan de ambities’ van de provincie.
De provincie ziet voor zichzelf vooral een rol als gebiedsregisseur weggelegd voor wat zij de grootste opgave voor de komende twaalf jaar noemt. Zij is het bevoegd gezag vanuit de Omgevingswet en de Wet natuurbescherming (vergunningverlening), en bovendien biedt de provincie instrumenten aan.
De provincie overlegt met gemeenten over de inzet van gemeentelijke ruimtelijke instrumenten zoals het omgevingsplan, het beleid t.a.v. de VAB (Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing) en vestigingsvraagstukken. Ruimtelijke ordening is namelijk deels gedecentraliseerd per 1 januari 2024. Voor 1 januari 2027 moet elke gemeente een omgevingsvisie hebben. Vele gemeenten zullen dus nog inspraakrondes organiseren. Het loont de moeite als grondeigenaar om die processen in de gaten te houden en in te spreken. Wij hebben daar eerder al een webinar over georganiseerd.
Voor de uitvoering ziet de provincie twee lijnen: een generieke, provincie-brede lijn en daarbovenop in deelgebieden specifieke arrangementen.
Provincie-brede lijn
Bij deze generieke lijn horen ook de maatregelen die het Rijk treft. Het gaat hier om financiële middelen, (subsidie-)regelingen en beleidskaders. Het is de bedoeling dat de vijf opties voor boeren – innoveren, verbreden, extensiveren, verplaatsen of beëindigen – mogelijk worden gemaakt door de inzet van verschillende instrumenten. Natuurbeheerders zullen worden gestimuleerd om projecten uit te voeren voor natuur, water of klimaatadaptatie.
Regioarrangementen
Het VLGG is niet de enige opgave met grote gevolgen voor de ruimtelijke ordening. Woningbouw, infrastructuur en energietransitie moeten ook nog een plek krijgen. De zeven bestuurlijke regio’s (zie figuur 2) zullen een ruimtelijk plan maken waar het VLGG en de andere opgaven in verwerkt zijn. In deze regioarrangementen worden afspraken gemaakt en vastgelegd tussen de vier overheden. De verschillende opgaven worden afgewogen en afgestemd. Alleen als oplossingen uit het VLGG niet raken aan andere opgaven worden die onveranderd opgenomen in het regioarrangement. Het VLGG gaat dus alléén over natuur, water, klimaat en landbouw.
Gebiedsspecifieke programma’s
De schaal waarop uitvoering plaatsvindt zal kleiner zijn dan die van de zeven bestuurlijke regio’s. De grenzen van gebieden waarin een samenhangend pakket aan maatregelen getroffen zal worden, zullen vaak niet overeenkomen met de grenzen van de zeven regio’s. Voor de gebieden op deze schaal zullen gebiedsspecifieke programma’s gemaakt moeten worden, met name in gebieden waar verscheidene opgaven tegelijk spelen. De provincie zal dan met de andere overheden samen de kaders moeten vastleggen voor zo’n gebied. Het gebiedsproces moet vervolgens uitmonden in een gebiedsprogramma. De ervaring die is opgedaan in Winterswijk en het gebied GEUS (Garderen, Elspeet, Uddel en Speuld) leert ons dat als de kaders en spelregels niet heel helder zijn vastgelegd voordat het gebiedsproces begint er problemen ontstaan. Het GPG blijft dit benadrukken bij de provincie.
De provincie stelt dat alle betrokken partijen deelnemen aan een gebiedsproces, niet alleen overheden. En dat een gebiedsprogramma uiteindelijk wordt vastgelegd door de vier overheden. Dit kan in de nieuwe Omgevingswet. ‘Het gebiedsprogramma is daarmee zelfbindend voor de overheden die het op- en vaststellen, het is transparant, en het is de basis voor participatie en inspraak en is de basis voor de latere monitoring.’ Hoe dit dan ook de afspraken met niet-overheden vastlegt, is mij niet helemaal duidelijk.
Figuur 2. Indeling Gelderland voor het VLGG in drie gebieden en 7 (bestuurlijke) regio’s
VLGG-Uitvoeringsprogramma
Het is niet zo dat de uitvoering nog moet beginnen. Winterswijk en GEUS werden al genoemd als lopende gebiedsprocessen, de landelijke bedrijfsbeëindigingsregelingen voor veehouders LBV(+) lopen al en met SPUK-geld worden al projecten voor natuurherstel gefinancierd. In het VLGG-plan staat ook dat begin 2024 de provincie het initiatief zal nemen ‘om per regio te komen tot een nadere invulling van de uitvoeringsorganisatie’. De ambitie en het optimisme lijken groter dan de uitvoeringskracht helaas. Verder wil de provincie ‘in samenspraak per regio [te] komen tot nadere bepaling van maatregelen. Hierdoor ontstaat een uitvoeringsprogramma in de vorm van een tabel. Daarin staan per regio maatregelpakketten met projecten, maatregelen, instrumenten en gebiedsprocessen, met inzicht in VLGG-doelbereik (prestaties) en kosten. Dit uitvoeringsprogramma is de basis voor de uitvoeringsafspraken die wij voor het VLGG maken, zowel met het rijk als met de uitvoeringspartners.’
Voor de korte termijn, vier jaar, wil de provincie concrete afspraken maken over maatregelpakketten voor de ‘meest urgente en prioritaire’ gebieden. Het GPG maakt zich er hard voor dat in elk geval de lopende gebiedsprocessen waar particulieren bij betrokken zijn genoeg geld en aandacht krijgen, zoals Winterswijk, Baakse Beek, en GEUS.
Financiering
De uitkering van de gelden voor maatregelpakketten verloopt via een SPUK-regeling (specifieke uitkering). De regeling, inclusief criteria en termijnen, is nog niet gepubliceerd maar wel als definitief concept beschikbaar. Dit komt doordat LNV nog niet beschikt over de gelden voor deze regeling. Deze dienen middels een begrotingswijziging LNV te worden toegevoegd aan de LNV-begroting. De Tweede Kamer heeft inmiddels ingestemd. Nadat ook de Eerste Kamer en de Ministerraad instemmen kan het Rijk ‘rond de zomer van 2024’ de SPUK-beschikking afgeven.
Subsidieplafond Gelderland maximaal €33mln
Op 1 februari 2024 heeft de minister in antwoord op Kamervragen tijdens de begrotingsbehandeling van LNV aangegeven dat de provincies in juli 2023 gezamenlijk 2.701 miljoen euro hebben aangevraagd. LNV heeft in zijn begrotingswijziging slechts 1.280 miljoen euro gereserveerd. Daarvan is het voor Gelderland maximaal beschikbare bedrag gesteld op 33 miljoen euro in plaats van de aangevraagde 42 miljoen euro.
Huidige situatie
Op 26 maart 2024 is het conceptprogramma VLGG nog niet vastgesteld door GS, zoals de planning was. Het is ‘ter kennis aangenomen’ zodat het wel ingediend kan worden bij het Rijk. De feedback op de Gelderse maatregelpakketten is verwerkt tot verbeterde maatregelpakketten die uiterlijk 1 april ingediend worden. Dit omvat een totale financiële aanvraag van totaal 95 miljoen euro, als volgt verdeeld:
1. Gebiedsprocessen, incl. watermaatregelen WRIJ (€76,5 mln)
2. Landschapsversterking; groen-blauwe dooradering (€8,5 mln)
3. Bosrevitalisering (€10 mln).
Bij de provincie wordt er al van uitgegaan dat het waarschijnlijk minder dan 95 miljoen euro wordt. Hoe er dan geprioriteerd gaat worden is nog niet duidelijk. Waarschijnlijk zal dat vooral op basis van verwacht doelbereik gebeuren, dus voorrang voor stikstofreductie en maatregelen in en naast N2000.
Het programma met ondersteunende stukken zoals GS ter kennis heeft aangenomen en die zij bij het Rijk heeft ingediend, worden na 1 april 2024 bekendgemaakt. Daarbij horen twee studies die nog niet bekend waren bij het bredere publiek, een studie naar beekdalherstel en een Sociaal Economische Impact Analyse. Het lijkt erop dat de sociaaleconomische impact van de maatregelen die boeren raken veel kleiner is dan verwacht op de schaal van de regio. Voor individuele boeren kan de impact natuurlijk wel groot zijn.
De studie naar beekdalherstel gaat in op de vraag hoe breed de beekdalen, de bufferzones, moeten worden. Gaat het om 100-250 meter zoals in het NPLG staat of kan het met 5 meter zoals de provincie voorstelt? De meest actuele informatie kunt u vinden via de volgende links. Het VLGG in het algemeen, de planning en de belangrijke documenten.
Gebiedsprocessen
Het maatregelpakket gebiedsprocessen zet in op 16 gebiedsprocessen (zie fig. 3) verspreid over Gelderland en verdeeld over de gebieden Veluwe, Achterhoek-Liemers en Rivierengebied (Fruitdelta en GMR).
- Gebiedsaanpak Vitaal Platteland Winterswijk
- Gebiedsaanpak Landgoederenzone Baakse Beek en Lochem
- Gebiedsproces Haarlo Olden Eibergen
- Deelgebied ’t Zand incl. gebiedsaanpak rond ’t Klooster
- Stelkampsveld en omgeving
- Groene Mantel & Blauwe Motor rondom Nijmegen
- Middengebied Groene Metropoolregio
- Oostelijke beekdalen Veluwezoom
- Gelderse Poort (onderdeel Rijntakken)
- Binnenveld
- GEUS (Garderen, Elspeet, Uddel en Speuld)
- Ede Barneveld
- Renkums beekdal
- Groene Vallei-lint (Landgoedzone Veenhuizerveld, Gerven en Hell en Schuitenbeek)
- Masterplan IJsselvallei, vier deelgebiedprocessen:
- Zuidelijke IJsselvallei
- Noordelijke IJsselvallei
- Veluweflank
- Uiterwaarden
- Hoenwaard (Hattem).
Er moet dus ernstig rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat het toegekende budget vanuit het Rijk onvoldoende zal zijn voor alle zestien gebieden. Wilt u dat uw regio tot prioritair gebied wordt gemaakt, of juist niet, laat het ons weten. Velen van u voeren al projecten uit die bijdragen aan het oplossen van de opgaven. Het GPG ziet mogelijkheden voor regionale samenwerking tussen leden om gezamenlijk bij te dragen. Mocht u daar interesse in hebben, neemt u dan contact op met ons.
figuur 3. globale aanduiding ligging gebiedsprocessen