Federatie Particulier Grondbezit

Tweede Kamer worstelt met regeringsbeleid Stikstofaanpak

29 juni 2022 door FPG
Labels:

Op 28 juni stemde de Tweede Kamer over meer dan 40 moties die waren ingediend naar aanleiding van het Stikstofdebat op 23 juni jongstleden. Daarvan werden 22 moties aangenomen. Hiermee heeft de Tweede Kamer een duidelijk signaal afgegeven aan de ministers voor Natuur en Stikstof en LNV om het beleid flink aan te passen.

Dit in aanloop naar de vaststelling van het wetsvoorstel halverwege 2023 waarin de gebiedsgerichte aanpak en doelen formeel worden vastgelegd. Eerst wordt gevraagd aan provincies plannen uit te werken die vastgelegd kunnen worden. De Kamer wil, net als de FPG, verduidelijking van het perspectief voor boeren en meer ruimte voor autonomie en maatwerk op gebiedsniveau..

Brief over perspectief

Door de motie van GroenLinks aan te nemen, vraagt de Kamer dat de regering ruim voor Prinsjesdag een brief stuurt met daarin de politieke keuzes voor de toekomst van de Nederlandse landbouw en wat daarin het toekomstperspectief is van boeren, inclusief een verdienmodel. FPG is blij met deze motie, omdat alleen zo realistische afwegingen genomen kunnen worden in de landelijke transitie.

Eerder heeft FPG haar eigen perspectief gegeven dat verbetering van de natuur en ecologische doelstellingen best samen kunnen gaan met economische en culturele dragers. Voorstellen daarover doet FPG in de notitie “visie landschapsgronden: bekijk het breed”. Daarin wordt ingegaan op mogelijkheden voor andere bedrijfsmodellen zoals boerenlandgoederen waarin grondgebonden en meer natuurgerichte landbouw, natuur, wonen en recreatie worden gecombineerd. Het toekomstperspectief voor boeren en grondeigenaren moet worden verbreed. Dat moet worden meegenomen in elk gebiedsplan.

Op initiatief van Volt en het CDA wil de Kamer ook dat een sociaaleconomische impactanalyse een verplicht onderdeel wordt van een gebiedsplan. Het doel is daarbij om voldoende zekerheid te bieden voor het verdienvermogen, de bedrijfseconomische continuïteit en financierbaarheid van investeringen voor de blijvende agrarisch ondernemers. Met die analyse kan worden bekeken of voldoende perspectief wordt geboden voor de bewoners en belanghebbenden.

Pachters en verpachters

Iedereen in het landelijk gebied moet verantwoordelijkheid nemen. De Kamer vraagt in dat kader, via een motie van de ChristenUnie, om met een plan van aanpak te komen om ook grote verpachtende partijen als terreinbeherende organisaties, het Rijksvastgoedbedrijf, kerken en anderen verantwoordelijkheid te laten nemen in het bieden van perspectief voor hun huidige pachters en omschakeling naar meer extensieve en natuurinclusieve voedselproductie mogelijk en rendabel te maken op hun gronden.

FPG benadrukt daarbij dat het rendabel maken van toekomstige bedrijven voor zowel pachters als verpachters geldt. Veel particuliere verpachters schrijven al jaren rode cijfers als gevolg van de oneerlijke vermogensrendementsheffing visa-vis de door de overheid opgelegd pachtnormen voor reguliere pachtcontracten.

Bij de hervorming van het pachtstelsel en de box 3 hervorming moet dan ook nader gekeken worden hoe de weeffout wordt hersteld en aan rendabele bedrijfsvoering voor pachter en verpachter gewerkt kan worden. Pachtgronden blijven enorm belangrijk voor de mobiliteit en financierbaarheid van de boerenbedrijven van de toekomst.

Zekerheden bieden mogelijkheden

Om te komen tot aanpassingen voor een sterkere natuur in het landelijk gebied, zijn niet alleen meetmodellen nodig. Daarom is FPG blij dat, op initiatief van de VVD, een motie is aangenomen om een landelijk dekkend meetsysteem te ontwikkelen voor emissie en depositie van NH3 en NOx. Hierdoor worden waar mogelijk onzekerheden verminderd, bijvoorbeeld door modellen beter met metingen te valideren.

Een andere aangenomen motie is om innovaties te waarborgen in de transitie. Op initiatief van de VVD en haar coalitiepartners, is de Kamer van mening dat innovaties een volwaardig onderdeel moeten zijn van de oplossing voor emissievermindering van stikstof, en verzoekt de regering om met de sectoren te bezien welke innovaties succesvol zijn of grote potentie hebben om stikstofemissies sterk te verminderen en te waarborgen. Dit moet een plaats krijgen in de gebiedsgerichte aanpak.

FPG vindt dat de regering realistische doelen moet stellen voor de transitie in het landelijk gebied, voldoende tijd moet bieden voor aanpassingen en investeringen in innovatie erkent en stimuleert. Alleen op deze manier biedt de regering namelijk een meerjarige zekerheid, zodat grondeigenaren en agrarische ondernemers ook naar de toekomst toe weten waarom zij vandaag investeren.

Maatwerk en regie door provincies

De Minister voor Natuur en Stikstof is met een richtinggevend plan voor een stikstofreductie gekomen en de minister van LNV moet zorgen voor een perspectief voor de landbouw en boeren, inclusief een verdienmodel.

De Kamer vindt, met de aangenomen motie van het CDA, dat in de uitvoer van de stikstofmaatregelen nu de provincies aan zet zijn met het opstellen van de plannen om de richtinggevende reductiedoelen te behalen. Eerder zijn al diverse provinciebestuurders in verzet zijn gekomen tegen de opgelegde doelen. Om de doelen alsnog te kunnen halen, geeft de Kamer met deze motie aan dat de provincie een eigen bestuurslaag is met zelfstandige bevoegdheden en autonomie. FPG ondersteunt dit principe, en roept de provincies om samen met de belanghebbenden in het gebied met gedragen plannen te komen.

Met deze motie verzoekt de Kamer dat de regering de provincies de regie laat nemen in hoe het stikstofbeleid en het budget in te zetten voor investeringen in innovatie, verplaatsen van bedrijven en opkoop, mits de optelsom van alle provincies maar leidt tot 50% stikstofreductie in 2030 en de opgaven op het gebied van water en klimaat.