Veenweiden: Schouten wil compensatie bij waardedaling grond
Minister Schouten geeft via
Minister Schouten geeft via een Kamerbrief afgelopen vrijdag aan dat waardedaling van landbouwgrond moet worden gecompenseerd bij veenweide-ambities. FPG ziet hiermee de erkenning van haar positie en inzet. Schouten onderschrijft hiermee de noodzaak voor een faire beloning voor grondeigenaren bij de veenweide-agenda. Schouten stuurde de brief in reactie op het advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur(RLI) 'Stop bodemdaling in veengebieden: het Groene Hart als voorbeeld' en in navolging van een nadere toelichting door de RLI op ‘waardedaling en nadeelcompensatie’. Die toelichting was gevraagd door de Tweede Kamercommissie. Eerder zei het kabinet al toe geen doel ten aanzien van vermindering van de bodemdaling te willen vastleggen in dit stadium.
Op grond kan niet worden afgeschreven
FPG uitte eerder scherpe kritiek op het Rli-rapport dat vorig jaar uitkwam. Dat betrof met name de stelling in het advies dat compensatie voor waardedaling niet nodig is, als herinrichtingsplannen maar lang genoeg van te voren bekend zijn. Met deze reactie van het ministerie lijkt realiteitszin en respect van eigendom beter gewaarborgd. In haar brief onderschrijft Schouten wel dat ondernemers aanpassingen in hun bedrijfsvoering moeten of kunnen doen “voor zover deze betrekking hebben op investeringen waarop wordt afgeschreven zoals met betrekking tot gebouwen, machines en instrumenten.”
Maar voor landbouwgrond moet de overheid of de maatschappij de grondeigenaar tegemoet komen. Als argumentatie schrijft ze daarover: “Landbouwgrond behoudt (mede op basis van vraag en aanbod) ook op de langere termijn zijn waarde waarop niet wordt afgeschreven, tenzij er sprake is van een bestemmingswijziging (naar bijvoorbeeld natuur) of het stellen van voorwaarden aan het gebruik binnen de huidige bestemming die aanzienlijke gevolgen heeft voor het opbrengend (producerend) vermogen.”
Geen verplichte doelen vermindering bodemdaling
Minister Ollongren reageerde al eerder namens het Kabinet in februari over het advies en het vastleggen van doelen, maar liet het deel over waardedaling en compensatie nog in het midden in die brief. FPG sloeg daar ook op aan. Het kabinet gaf in die eerdere reactie van Minister Ollongren aan dat een verplicht doel van 50% in 2030, zoals RLI dat adviseerde, voor de vermindering van bodemdaling op dit moment geen toegevoegde waarde heeft. Het kabinet zal zich wel bezinnen op zulke doelen bij het concretiseren van de 2e fase van haar Veenplan en de inzet tot 2050. Volgens FPG is dat de juiste volgorde, waarbij we zeer geïnteresseerd zijn hoe het kabinet die concretisering vormgeeft bij het huidige ontoereikende budget daarvoor.
Veenplan eind 2021
Met oog op het gapende gat tussen de geformuleerde ambities en de middelen voor de dekking van de kosten daarvan heeft FPG veel interesse in het totale financiële plaatje dat wordt aangekondigd als onderdeel van het aangekondigde Veenplan. Het is voorzien dat dit eind van dit jaar wordt opgeleverd door een nieuw Kabinet. FPG is door deze brief van Minister Schouten wel voorzichtig positief dat de daadwerkelijke kosten zullen worden doorgerekend en grondeigenaren de benodigde compensatie bij peilverhoging tegemoet kunnen zien. in dat kader is het ook interessant dat in Friesland reeds wordt gewerkt aan methode voor nadeelcompensatie.