Tweede Kamer verbaasd over RLI rapport Veenweide
In de Tweede Kamer is met verbazing gereageerd op het Veenweide-rapport van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur.
In de Tweede Kamer is met verbazing gereageerd op het Veenweide-rapport van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur. In het rapport stelt de RLi dat maatregelen om bodemdaling in veenweidegebieden tegen te gaan getroffen kunnen worden zonder de grondeigenaar te compenseren. FPG constateerde in september al dat de RLi zich hiermee erg gemakzuchtig toont (klik hier). Tijdens de technische briefing over het rapport in de Tweede Kamer deelde Jacco Geurts (CDA) onze bedenkingen hierover en vraagt om opheldering.
RLI-rapport legt problemen bij de eigenaar
De RLi stelt in haar rapport dat er bij maatregelen tegen bodemdaling in veenweidegebieden niet per se aan de orde hoeft te zijn van waardedeling. Bovendien stelt ze dat wanneer herinrichtingsplannen al lang van te voren bekend zijn, compensatie niet nodig is: “Agrarische ondernemers kunnen er dan lang genoeg van tevoren rekening mee houden en hun gebouwen en dergelijke tegen die tijd hebben afgeschreven”. RLi stelt hiermee eigenlijk dat, zolang de last zoveel mogelijk wordt uitgesmeerd in de tijd, de financiële gevolgen prima op het bord van de eigenaar gelegd kunnen worden. Volgens FPG is dit veel te gemakzuchtig en volstrekt onacceptabel en zal het vooral niet leiden tot de gewenste verandering.
Bij de presentatie in de Tweede kamer zetten ook Jacco Geurts (CDA) en Helma Lodders (VVD) grote vraagtekens bij de benadering van de RLi. Op verzoek van Geurts moet RLI hierover een aanvullende memo opstellen. Geurts heeft hierover inmiddels ook een politiek vervolgoverleg aangevraagd.
Friese Veenweideprogramma getuigt van realiteitszin
Tijdens de behandeling van het RLI-rapport refereerde Jacco Geurts ook aan het onlangs vastgestelde Friese Veenweideprogramma (klik hier). Hierin staat helder opgenomen dat de vernattingsmaatregelen zorgen voor een grondwaardedaling van in totaal €225 miljoen. De Friese veenweidevisie heeft daarmee aanmerkelijk meer realiteitszin dan het rapport van de RLi. In het Friese Programma is ook duidelijk opgenomen dat het beschikbare budget leidend zal zijn bij de uitvoer van de plannen. Bovendien is mooi om te zien dat het Friese Veenweideprogramma een cruciale rol voorziet voor het landgoedmodel zoals FPG dat doorgaand bepleit.
Ambities zonder middelen alleen mooi op papier
FPG gaat veranderingen bepaald niet uit de weg, zeker niet als het verduurzaming betreft. Daarbij hebben grondeigenaren echter geleerd dat ambities in lijn moeten zijn met beschikbare middelen wil er daadwerkelijk sprake zijn van resultaat. Als beleidsambities vergaande gevolgen hebben voor de grondeigenaar en inkomens- en vermogensschade optreden, en als deze gevolgen niet worden opgevangen, zullen de beleidsambities niet slagen.
Hoe nu verder: behandeling Tweede Kamer en inzet FPG
Tijdens de technische briefing heeft de RLi afgelopen maandag toegezegd met een nadere toelichting te komen op haar opvatting dat geen sprake zal zijn van (compensatie) voor waardedaling door vernatting. Daarnaast heeft de vaste Kamercommissie LNV vandaag het kabinet verzocht om met een kabinetsreactie komen op het RLi-rapport. Vervolgens zullen het RLi-rapport en de kabinetsreactie besproken worden in een schriftelijk overleg van de commissie LNV.
Ook FPG blijft zich mengen in dit dossier. Zo gaat FPG-voorzitter Roel Robbertsen in gesprek met de voorzitter van de landelijke Regiegroep Veenweide, Hanke Bruins Slot en staat een gesprek gepland met de RLI over het veenweiderapport. Hierbij zal FPG opnieuw onderstrepen dat grondeigenaren in het algemeen zich graag inzetten voor verduurzaming en bereid zijn mee te werken aan een gebiedsplannen, maar wel op basis van vrijwilligheid en tegen redelijke en billijke voorwaarden. Ook zullen we opnieuw duidelijk maken dat er van de ambities voor de aanpak van de veenweideproblematiek niets terecht zal komen wanneer deze niet in lijn zijn met de beschikbare middelen.
Inmiddels heeft FPG van LNV de toezegging om gezamenlijk verder te kijken naar de vraag waaraan compensatieregelingen voor waardedaling moet voldoen.