Stikstofwet minister Schouten voorziet in wettelijke verankering stikstofdoelen
Het kabinet kiest voor wettelijke verankering van stikstofdoelen maar gaat ook met de Europese Commissie in gesprek over haalbaarheid.
Het kabinet kiest voor wettelijke verankering van stikstofdoelen maar gaat ook met de Europese Commissie in gesprek over haalbaarheid. Dit blijkt uit het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering dat het kabinet dinsdag 13 oktober naar de Tweede Kamer stuurde. Hiermee is er niet bijzonder veel nieuws onder de zon vergeleken met eerder gepresenteerde plannen maar zien we vooral meer aandacht voor de haalbaarheid van de plannen.
Natuur staat centraal maar haalbaarheid weegt mee
Minister Schouten geeft, in navolging van de Adviescommissie Remkes, aan dat de natuur centraal komt te staan bij de aanpak van de stikstofproblematiek. Het zal met de gepresenteerde maatregelen echter niet lukken om de stikstofdruk in alle gevoelige natuurgebieden dusdanig te verlagen dat er weer sprake is van gezonde natuur. Herstel is wel mogelijk maar tegen welke prijs vraagt Schouten zich openlijk af. Dit blijkt uit de doorlichting van Natura 2000-gebieden die de minister heeft laten uitvoeren.
De minister gaat daarom samen met de provincies het gesprek aan met de Europese Commissie. Hierbij zal de vraag centraal staan wat er op het gebied van natuur redelijkerwijs van Nederland gevraagd kan worden. FPG is blij met deze stap die getuigt van een realiteitszin die op dit dossier nodig is (klik hier voor meer informatie).
Wettelijke verankering maar met lagere doelstelling
Het kabinet verplicht zichzelf met een wettelijk verankerde resultaatverplichting in 2030 de helft van de hectares stikstofgevoelige natuur op een gezond stikstofniveau te brengen. Deze wettelijke verankering was een van de belangrijkste aanbevelingen van de Adviescommissie Remkes. Echter, kiest het Kabinet hierbij voor een lager ambitieniveau dan de Adviescommissie. Waar Remkes pleitte voor een totale stikstofreductie van 50%, komt de ambitie van het kabinet neer op een reductie van ongeveer 26%.
FPG was kritisch op een wettelijke verankering van onrealistische doelen zoals deze door de Adviescommissie Remkes werd bepleit. Nu het kabinet met een meer realistische doelstelling komt en bovendien het gesprek met de Europese Commissie aangaat over de haalbaarheid van natuurdoelen in structureel zwakke gebieden wordt er in ieder geval beter gekeken naar de uitvoerbaarheid van de plannen.
Respect voor eigendom
Minister Schouten stelt in haar reactie dat het haar intentie is om boeren en veehouders die willen blijven boeren te ondersteunen om dit duurzamer te doen. Hiervoor kondigt ze een Omschakelfonds en een subsidieregeling voor brongerichte verduurzaming aan. Deze regelingen worden volgens de minister gebaseerd op de principes van kringlooplandbouw. Hierbij heeft de minister ook specifiek aandacht voor de belangrijke rol van grondgebonden landbouw in de aanpak van de stikstofproblematiek. FPG is positief dat de minister hiermee de grondgebonden landbouw een stevigere positie geeft in haar stikstofaanpak.
Wanneer boeren de omslag naar kringlooplandbouw niet kunnen of willen maken, kunnen zij gebruik maken van de beëindigingsregeling. Hierbij neemt de minister vrijwilligheid als uitgangspunt maar sluit onteigening niet uit. FPG is gekant tegen gedwongen verkopen en wijst op het belang dat particuliere eigenaren de kans van zelfrealisatie wordt geboden. Particuliere beheerders zijn in het algemeen bereid mee te werken aan gebiedsplannen, maar wel op basis van vrijwilligheid met een gezond bedrijfseconomisch perspectief op de toekomst. Naast mogelijkheden voor een gezonde bedrijfsvoering vereist dat reële vergoedingen voor vermogensdaling en voor beperkingen in grondgebruik, zo blijft FPG benadrukken.
Ook bij de gebiedsgerichte aanpak van de stikstofproblematiek wijst FPG op het belang van respect voor eigendom. Iedereen praat mee bij gebiedsgericht beleid, maar de eigendomsrechten van de eigenaren zullen bepalend zijn.