Adviescollege Remkes : geen oog voor fouten in het verleden, grondgebonden landbouw de dupe
Het vandaag gepresenteerde rapport van het adviescollege stikstof zal de komende maanden de gemoederen nog flink bezighouden. Het college, onder leiding van Johan Remkes, zet vol in op natuurbeleid, waarvoor de grondgebonden landbouw moet inschikken. Volgens FPG spant de commissie daarmee het paard achter de wagen.
De FPG vindt het onbegrijpelijk dat het adviescollege een fundamentele discussie over de houdbaarheid van de huidige EU-richtlijnen uit de weg gaat. Bovendien grijpt ook dit adviescollege weer naar technocratische oplossingen voor de landbouw, ditmaal via een “afrekenbare stoffenbalans”. Het zet de grondgebonden landbouw verder op achterstand, terwijl juist deze onmisbaar zal blijken voor een duurzaam buitengebied.
FPG tegen wettelijke verankering
Het Adviescollege acht het stikstofbeleid uit de Kabinetsbrief van 24 april (hier) onvoldoende en te vrijblijvend om op lange termijn een sterke reductie van stikstofdepositie te garanderen. Het college bepleit daarom een betere waarborg dat de emissies in 2030 met 50% zijn gereduceerd. In 2040 zou de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden onder de Kritische Depositie Waarde (KDW) moeten liggen.
Het Kabinet heeft in dat verband vorige week al voorgesteld om een KDW-streefwaarde wettelijk vast te leggen in de Wet Natuurbescherming. FPG heeft daarop kritisch gereageerd (hier). Verstandiger lijkt het FPG de Kritische Depositie Waarden eerst eens op hun realiteitszin te beoordelen. Het PBL concludeerde al dat als er in Nederland géén stikstof wordt uitgestoten de kritische depositiewaarde in veel gebieden nog steeds wordt overschreden.
FPG wil geen zombiegebieden
Bij de eerdere plannen van het kabinet voor bufferzones, is FPG bevreesd voor economische zombie-gebieden. FPG bepleitte daarom een meer duurzame inrichting ervan, met ruimte voor duurzame economische activiteiten en ontwikkelingsruimte voor de grondgebondenlandbouw en de koe in de wei. FPG heeft dit ook nadrukkelijk onder de aandacht gebracht in haar gesprek met het Adviescollege. Het adviescollege spreekt nu over overgangsgebieden. Het college schrijft dat het daarmee de veerkracht en robuustheid van natuurgebieden versterken, met daarbij een optimale verwevenheid van functies (natuur, landschap, water, extensieve landbouw, transitie duurzame energie, woningbouw, recreatie.
Het adviescollege bepleit echter, haaks op haar eigen benadering van verwevenheid van functies, een concentratie van grondgebonden landbouw op de daarvoor meest geschikte gronden. Dit vanuit de illusie daarmee “minder agro-productieve gronden vrij te spelen voor natuur”. FPG is van de overtuiging dat zonder grondgebonden landbouw, gebieden ernstig onder druk komen te staan door economische leegloop en gebrek aan dynamiek
FPG kritisch over verbindingszones
Daarnaast kiest het adviescollege voor nieuwe verbindingszones. Verbindingszones kunnen bijdragen aan herstel biodiversiteit, maar dragen op zich niet bij aan oplossing van de Stikstofproblematiek die al lastig genoeg is en waar volgens FPG derhalve de focus zou moeten liggen. Juist de grondclaims voor verbindingszones in praktijk zullen tot veel verzet leiden, omdat de impact van doorsnijding van het landelijk gebied en hun uitgestrektheid enorme economische en ruimtelijke impact heeft.
Afrekenbare Stoffenbalans als technocratische oplossing
Als klap op de vuurpijl introduceert het college de invoering van “de Afrekenbare Stoffenbalans”. Het instrument zou volgens het adviescollege voor zowel niet-grondgebonden bedrijven als grondgebonden bedrijven ingevoerd moeten worden. Daarmee zou ook alle rechtensystemen (dierrechten, fosfaatrechten, varkensrechten) afgeschaft kunnen worden.
FPG gelooft niet in weer een nieuwe technocratische oplossing om te sturen op de ontwikkeling van de agrarische sector. Ook de technische benadering waarvoor het adviescollege kiest, onderkent onvoldoende dat er meer is dan mineralenbalans bij de transitie van de landbouw. Ook zaken als bodem, agrarisch natuurbeheer, landschapskwaliteit, duurzaamheid en maatschappelijke acceptatie moeten daarin meer expliciet betrokken. FPG ziet daarom veel meer in een overgang naar een grondgebonden landbouw.
Eigendom respecteren
FPG sprak in april met het Adviescollege. In onze inbreng hebben we de noodzaak van een integrale benadering benadrukt, waarin Grondgebonden Landbouw en het Landgoedmodel een belangrijke rol spelen. Daarnaast hebben we gewezen erop gewezen dat voor de daarbij noodzakelijke gebiedsprocessen, respect voor eigendom cruciaal is. Iedereen praat mee bij gebiedsgericht beleid, maar de eigendomsrechten van de eigenaren zullen bepalend zijn.
FPG is dan ook sterk gekant tegen gedwongen verkopen en wijst op het belang dat particuliere eigenaren de kans van zelfrealisatie wordt geboden. Particuliere beheerders zijn in het algemeen bereid mee te werken aan gebiedsplannen, maar wel op basis van vrijwilligheid met een gezond bedrijfseconomisch perspectief op de toekomst. Naast mogelijkheden voor een gezonde bedrijfsvoering vereist dat reële vergoedingen voor vermogensdaling en voor beperkingen in grondgebruik, zo blijft FPG benadrukken.