Federatie Particulier Grondbezit

Uitkomst internetconsultatie NSW-rangschikkingsbesluit gepubliceerd

16 maart 2020 door FPG

Het nieuwe concept NSW-rangschikkingsbesluit is afgelopen vrijdag 

Het nieuwe concept NSW-rangschikkingsbesluit is afgelopen vrijdag 13 maart 2020 in het kabinetsberaad vastgesteld. Het besluit van het kabinet volgt op de internetconsultatie van vorige zomer, die nog tot enkele wijzigingen leidde. De resultaten en bevindingen van die consultatie zijn op 16 maart gepubliceerd (hier). Het concept NSW-rangschikkingsbesluit gaat nu voor advies naar de Raad van State. Publicatie ervan verwacht de FPG in het Staatsblad op of vóór 1 juli 2020, met een ingangsdatum van 1 januari 2021.

FPG volgt de wijzigingen van het rangschikkingsbesluit op de voet. Een belangrijk deel van onze inbreng is overgenomen. Voor één van de grootste knelpunten, namelijk de gevolgen van het statusverlies voor huidige landgoederen die niet meer aan de nieuwe rangschikkingseisen kunnen voldoen, voorziet het rangschikkingsbesluit niet in een oplossing. Op basis van ons (FPG) intensief en positief overleg hierover de afgelopen maanden in Den Haag verwachten wij dat hiervoor wél een oplossing  wordt voorzien middels een wijziging van de NSW-wet later dit jaar. Dit artikel gaat hierop nader op in.

De FPG constateerde in het concept NSW-rangschikkingsbesluit zowel verruimingen als aanscherpingen van de huidige regeling. Een deel daarvan kan op instemming van de FPG rekenen. Dat geldt onder meer voor de nieuwe mogelijkheden tot het omzomen van landbouwgrond met natuur, de ruimere definitie van buitenplaatsen en het achterwege laten van een breedtecriterium voor natuur. Een aantal zaken behoeft volgens FPG ook na de laatste wijzigingen nog steeds nadere aandacht. Onderstaand gaan we daar nader op in.

De belangrijkste nieuwe rangschikkingseisen uitgelicht

  • Natuur

Volgens de reactie op de internetconsultatie laat het ministerie laat de beoordeling van de dimensionering van natuurterreintjes over aan de veldtoetsers, zodat de minimale eis van 0,5 hectare voor de oppervlakte van natuur maatwerk wordt. Daarmee komt het Rijk deels tegemoet aan de kritiek van FPG en een motie Lodders. Naar aanleiding van het voorstel van FPG – met oog op het verminderen van de administratieve lastendruk – om beter aansluiting te zoeken bij de Index Natuur & Landschap, werkt LNV aan een hierop geënte lijst van natuurtypen die binnen Natuurschoonwetkader gaan gelden als natuur. Momenteel overlegt het ministerie van LNV hierover met de provincies. Aansluiting bij de SKNL- systematiek van de kwalitatieve verplichting voor de realisatiedatum van nieuwe natuur wordt niet overgenomen. De FPG waarschuwt nogmaals dat hiermee overdrachtsbelasting verschuldigd wordt over nieuw aan te kopen grond, hetgeen zal leiden tot verminderde animo voor natuuraanleg.

  • Aanleunen en samenwerken 

Het ministerie gaat niet in op de suggestie van de FPG om in alle gevallen het in erfpacht of vruchtgebruik uitgeven van percelen te belonen met ongewijzigde rangschikking en de blooteigenaar op te nemen in het eigenaarsbegrip, zodat het moederlandgoed voor haar in blooteigendom uitgegeven delen rangschikking kan aanvragen. Het blijft zoals het was: tot 1 hectare kunnen alleen vruchtgebruikers en erfpachters met opstallen ouder dan 1950 die vroeger bij het landgoed hoorden, rangschikken. Tussen de 1 en de 5 hectare idem, kunnen tevens afgesplitste eigenaren rangschikken, maar moet men beschikken over 50% bos en of natuur.

  • Overig

Aan de wens voor ruim baan voor economische dragers op landgoederen, zoals in de motie Geurts bepleit en ook in de toelichting van het rangschikkingsbesluit vermeld, wordt niet tegemoetgekomen. Het ministerie van LNV erkent dat hiervoor maatwerk nodig is, het rangschikkingsbesluit zelf acht zij daartoe te grofmazig. De FPG zal bij het ministerie vragen hoe ze wel denkt te komen tot maatwerk.

Het ministerie van LNV onderschrijft in haar reactie op onze inbreng in de consultatie de wens tot stroomlijning van de NSW met de Wet waardering onroerende zaken, waarmee het ministerie voorstander is van één landgoedbegrip (30% bos en/of natuur). Een eenduidig landgoedbegrip zorgt ervoor dat een NSW-landgoed altijd in aanmerking komt voor de WOZ-bestemmingswaardekorting op woningen; niet slechts de ‘oude stijl’-landgoederen. Helaas moet stroomlijning komen van een wijziging van de Gemeentewet, waar het ministerie van LNV niet over gaat. Niettemin is deze adhesiebetuiging een steun in de rug voor landgoedbeherend Nederland.

Overgangstermijn

Bij de internetconsultatie in augustus 2019 is er door meer partijen op gewezen dat er weliswaar een ruime overgangstermijn van 10 jaar wordt gehanteerd op de nieuwe rangschikkingseisen, maar dat deze overgangstermijn geen enkele bescherming biedt tegen statusverlies en de daaropvolgende sanctie: invordering van claims korter dan 25 jaar geleden. Deze overgangstermijn is zeker behulpzaam bij het streven om het landgoed aan de nieuwe rangschikkingseisen aan te passen, maar niet ieder landgoed kán dit.

De FPG heeft deze zorgen de afgelopen tijd in Den Haag herhaald, in uitermate constructief overleg. Naar het lijkt is de rijksoverheid inmiddels met ons van mening dat eigenaren niet de dupe mogen worden van een eenzijdige wijziging door de overheid. Er komt naar verwachting daarom op Prinsjesdag een wijzigingswet Natuurschoonwet, vervat in het belastingplan 2021.

Deze wijzigingswet Natuurschoonwet heeft tot doel te voorkómen dat landgoedeigenaren die als gevolg van de nieuwe rangschikkingseisen statusverlies lijden, geraakt worden door invordering van claims op basis van schending van de instandhoudingseis. Meer in detail voorkómt deze wijzigingswet in bepaalde gevallen de werking van artikel 8 en 9c NSW. Deze artikelen regelen de invordering van eerder genoten erf- en schenkbelastingvoordeel als gevolg van niet-instandhouden, respectievelijk de naheffing van eerder vrijgestelde overdrachtsbelasting op grond van niet-instandhouden. Let wel: claims die gaan optreden als gevolg van de werking van artikel 8a, dat is de bezitseis, worden niet afgevangen. Dit laatste is volgens de rijksoverheid te billijken, omdat verkoop van een landgoed de eigen keuze van de eigenaar is.

Update 19 mei: In een schrijven aan de Kamer bevestigt de staatssecretaris van Financiën dat in het pakket Belastingplan 2020 een maatregel zal worden opgenomen inzake Overgangsrecht natuurschoonwet 1928, ter begeleiding van aanpassing van de voorwaarden NSW-landgoederen n.a.v. evaluatie NSW (hier).

Openstellingsbesluit volgt

Naast de nog te publiceren wijziging van de NSW ten behoeve van de overgangsperiode, werkt het ministerie van LNV nog aan twee documenten die straks samen met het rangschikkingsbesluit ook op 1 januari 2021 ingaan en dat zijn:

  • het Openstellingsbesluit Landgoederen. De FPG is hierover nog in overleg met het ministerie van LNV.
  • de lijst van natuurtypen die binnen het rangschikkingsbesluit gaan gelden als natuur. Deze lijst wordt, zoals eerder gemeld, geënt op de Index Natuur en Landschap. Het ministerie van LNV is hierover in overleg met de provincies.

Goede voorlichting essentieel

Het ministeries onderkent het belang van goede voorlichting over de aankomende wijzigingen. Dit zal onder andere zijn beslag krijgen in het met ons gedeelde voornemen dat de Belastingdienst Eindhoven ieder bekend landgoed in 2021 per brief informeert over de aankomende wijzigingen. Ook zullen landgoederen worden opgeroepen op tijd te onderzoeken of men de toets van de nieuwe rangschikkingseisen kan doorstaan of niet. De FPG gaat daarnaast voorlichtingsbijeenkomsten organiseren.

Achtergrond

De doelstellingen van de Natuurschoonwet zijn gericht op behoud van het natuurschoon op landgoederen door het stimuleren van onversnipperd eigendom, het bevorderen van de openstelling van landgoederen voor het publiek en het stimuleren van de ontwikkeling en beheer van natuur en bos.

Meer over onze reactie bij de recente inspraakronde vindt u hier:

Over onze inspanningen richting Tweede Kamer en bijbehorende moties leest u meer hier: