Moties bejaagbare soorten geen verrassing
Foto: Vincent van Zalinge
De Tweede Kamer heeft afgelopen dinsdag drie moties aangenomen die betrekking hebben op de bejaagbaarheid van verschillende diersoorten in Nederland. Twee daarvan kunnen positief worden uitgelegd. De derde motie van Akerboom (PvdD) over het schrappen van soorten die in hun voortbestaan worden bedreigd van de landelijke vrijstellingslijst kwam niet als een verrassing gezien de uitspraak van de Raad van State in Noord-Holland eind april in een procedure tegen het goedkeuringsbesluit Faunabeheerplan Algemene soorten 2017-2023.
Medio mei heeft het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland de bejaging van de vrijgestelde soorten van deze provincie per direct gesloten. De Raad van State oordeelde dat zowel de landelijke als de provinciale vrijstellingen in het faunabeheerplan van de provincie onvoldoende zijn onderbouwd.
Voorsorteren op nieuwe situatie
De uitspraak heeft ook de andere provincies doen inzien dat de Faunabeheerplannen in de toekomst – ook daar waar het de landelijk vrijgestelde soorten betreft – beter onderbouwd dienen te worden. Het afgelopen half jaar hebben veel provincies daarom al voorgesorteerd op deze situatie. Het is de vraag of de minister uitvoering zal geven aan de motie, gezien zij al meerdere keren heeft aangegeven bezig te zijn met een stelselwijziging van het faunabeheer in Nederland.
Daarnaast suggereert Akerboom (PvdD) in haar motie dat meerdere diersoorten op de landelijke vrijstellingslijst in hun voorbestaan bedreigd zouden worden. Dit is voor alle soorten op de vrijstellingslijst onjuist. Enkel het konijn staat op de Rode Lijst als zijnde ‘gevoelig’. Dit is de meest lichte status: de geschatte populatie bedraagt tussen de 1.1 en 3.4 miljoen (bron: WEnR). Dit betekent dat deze motie – wanneer deze zou worden uitgevoerd – waarschijnlijk geen gevolgen heeft voor de bejaging van de diersoorten op de landelijke vrijstellingslijst, op het konijn na. Ook als een soort (tijdelijk) niet is vrijgesteld, blijft bejaging op basis van een ontheffing eventueel wel mogelijk, maar de regeldruk neemt fors toe. Ook voor de boeren is deze motie een potentiële tegenvaller, gezien de grote schade die de vrijgestelde soorten toebrengen aan de gewassen.
Mooie opsteker
De motie van Van der Plas (BBB) die pleit voor een landelijke aanpak van het invasieve exotenbeleid, gezien de provinciale verschillen, werd niet onwelwillend ontvangen door de demissionair minister voor Natuur en Stikstof en door een grote meerderheid van de Kamer aangenomen. Hetzelfde geldt voor de motie van Akerboom die de demissionair minister verzoekt om de essentiële rol van grote predatoren voor het functioneren van het ecosysteem mee te nemen in het toekomstbestendig maken van het natuurbeleid. In het eerste antwoord op deze motie stelt Van der Wal dat er in de natuurbeschermingsregelgeving ook vanuit wordt gegaan, dat bij beschermde soorten zoals de wolf nodig kan zijn beheersmaatregelen te treffen.