Maatregelen voor gezonde weidevogelstand niet toekomstbestendig
Aanvalsplan Grutto is nu 4 jaar onderweg. Door onduidelijkheid over financiering op de lange termijn tussen provincies en Rijk blijft echter veel geld op de plank liggen terwijl het aantal grutto’s verder terugloopt. In een recent artikel in het Nederlands Dagblad kwam een gepassioneerde weidevogelboer aan het woord.
“Boeren die zich inzetten voor weidevogels, verdienen minder dan boeren die dat niet doen. Het zou eigenlijk andersom moeten zijn.”
Het Hollands Particulier Grondbezit is in Zuid-Holland betrokken bij het Actieplan Boerenlandvogels en herkent zich in de situatie van de boer. HPG vindt dat haar leden en agrarische ondernemers die groene diensten leveren, daar ook voordeel van moeten ondervinden. Anders is het niet realistisch om er voor de langere termijn in te investeren.
Rol van HPG-leden
HPG-leden met weidevogels zullen de opmerkingen van de boer uit het artikel herkennen. Ook zij zijn gemotiveerd om bij te dragen aan weidevogelbeheer en het in stand houden van de populaties van grutto’s, scholeksters en andere weidevogels. Het maatregelenpakket van Aanvalsplan Grutto is een samenhangend geheel, waarbij de lange termijnfinanciering door de initiatiefnemers als belangrijke basisvoorwaarde werd benoemd. Dat deze lange termijnfinanciering nog niet degelijk is verankerd vinden we bij HPG problematisch.
Voor HPG is belangrijk dat waardering van de samenleving voor geleverde inspanning in praktische en financiële zin tot uiting komt, zodat het kan bijdragen aan de duurzame instandhouding van weidevogelbiotoop. HPG zou graag zien dat de hele keten daarbij ondersteunend is: banken met rentekorting, melkfabrieken met hogere betalingen voor weidemelk, waterschappen met lagere waterschapslasten. Daarmee wordt het makkelijker voor eigenaren om een positieve afweging te maken over al dan niet meedoen.
Beleid voor de lange termijn nodig
Een belangrijk probleem is dat de subsidies worden bepaald voor een beperkte periode, hooguit zes jaar. Dat is een drempel voor de inpassing in de bedrijfsvoering. Provincies en rijk wijzen naar elkaar voor een lange-termijn-financiering, waardoor het verdienmodel voor boeren en beheerders onzeker blijft. Ook de aanwijzing van kansrijke gebieden waarbinnen het Aanvalsplan moet worden uitgevoerd roept vragen op.
”Er is angst voor nieuwe regelgeving. Als er straks nog maar een paar grutto's over zijn en die zitten bij jou, mag je dan minder op je land en mag je bijvoorbeeld geen stal meer bouwen?”