Korte eerste reactie FPG op coalitieakkoord
De teerling is geworpen. Na 9 maanden is een nieuw coalitieakkoord gesloten door de VVD, D66, CDA en
De teerling is geworpen. Na 9 maanden is een nieuw coalitieakkoord gesloten door de VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Hieronder een korte reactie vanuit de Federatie Particulier Grondbezit op de belangrijkste onderdelen uit het akkoord. FPG heeft ook de meest relevante passages van het coalitieakkoord op een rij gezet. Die vindt u hier.
Stikstofaanpak
In dit coalitieakkoord wordt tot 2035 25 miljard euro vrijgemaakt voor een transitiefonds waarmee de stikstofimpasse moet worden losgetrokken. FPG snapt dat dit smeermiddel is voor de grote transitie die plaats moet gaan vinden. Er is echter relatief veel geld voor nieuwe natuur, opkoop en afwaardering van veehouderijbedrijven en landbouwgrond opgenomen en veel minder voor innovatie. FPG vindt dat onevenwichtig. De oplossing van de stikstofcrisis moet door een samenspel van maatregelen worden bereikt: investeringen in robuuste natuur, goed beheer, extensivering waar nodig, grondgebonden landbouw en innovatie. De gebiedsgerichte aanpak die de coalitie centraal stelt moet van onderop zijn beslag krijgen. Verbetering van de natuur en versterking van het verdienvermogen van bedrijven en grondeigenaren zijn voorwaarden voor succes. Meer landelijke regie kan helpen, maar de decentralisatie van de afgelopen 10 jaar moeten we met deze stap niet weer omkeren. Het moet in de regio, in de gebieden en op de bedrijven gebeuren.
Vergunningen en instrumentarium
Met een integrale aanpak wil de coalitie stikstofruimte creëren en uitgeven door middel van stevige juridische kaders en vergunningverlening. Het bestaande instrumentarium ziet ook FPG als afdoende voor nu en het is goed dat onteigening niet in het akkoord terug komt maar tussen de regels lijkt die mogelijkheid wel open gehouden worden. Het helpt daarbij niet dat de lat hoger wordt gelegd door de stikstofdoelen in de Stikstofwet fors aan te scherpen. Er zou juist ruimte moeten zijn om natuurdoelen te evalueren en onhaalbare doelen te verlaten.
Vermogensrendementsheffing
De coalitie maakt werkt van de aanpassing van de vermogensrendementsheffing. Per 2025 zal er een nieuw box 3 stelsel op basis van reëel rendement worden ingevoerd, waarbij inkomsten uit vermogen worden belast op basis van werkelijk rendement. FPG ziet hierin een signaal dat de Nederlandse overheid naar een eerlijker belastingsysteem wil voor grondeigenaren. Het is namelijk een feit dat het huidige systeem van vermogensrendementsheffing ernstige weeffouten in zich heeft, met grote gevolgen voor de grondgebonden landbouw en de instandhouding van het Nederlandse erfgoed. De door FPG eerder geïdentificeerde oplossingen zullen met de nieuwe coalitie worden besproken bij de verdere uitwerking van dit akkoord. Positief is overigens dat deze coalitie niet lijkt te willen tornen aan de BOR en Landbouwvrijstelling.
Energie en pacht
De coalitie investeert in het nieuwe waterstofnetwerk en de energietransitie. Dat is belangrijk en een goede zaak. FPG zal daarin vol inzetten op een faire tegemoetkoming voor het faciliteren van het benodigde netwerkenstelsel. Samen beheren en bezitten grondeigenaren twee derde van Nederland, zij verdienen een eerlijke vergoeding voor het beschikbaar stellen van hun grond. Een andere belangrijke kostendrager voor grondeigenaren die niet vergeten moet worden: Pacht. Het begrip wordt één keer genoemd als onderdeel van de transitie naar kringlooplandbouw. Dat is een gemiste kans omdat pacht juist voor de gehele stikstofaanpak essentieel is. Grondmobiliteit en financiering vergen een flexibeler pachtinstrumentarium dat tegelijkertijd de vraag naar duurzaamheid kan invullen.
Grondbank
De coalitie wil met een grondbank de instap voor jonge boeren en het vinden van ontwikkelruimte vergroten. Deze grondbank geeft vrijkomende grond uit te voor het extensiveren, omvormen en verplaatsen van bedrijven van boeren die graag door willen en voor natuur. FPG is niet voor een grondbank en blijft pleiten voor een terughoudende rol van de overheid vanwege de financiële risico’s, marktverstoring, en ambtelijke capaciteit bij (mede)overheden vaak ontbreekt. Open en transparante uitgifte van grond moet geborgd worden in lijn met de recente uitspraak van de Hoge Raad.
Nieuw verdienmodellen
De coalitie wil nieuwe verdienmodellen als ‘bio-based’ bouwen en CO2-certificaten stimuleren. Ook wordt ingezet op meer langjarige overeenkomsten en een passende vergoeding voor (agrarisch) natuur en landschapsbeheer. FPG vindt dat een goede stap en hoopt dat de vrijgemaakte gelden, echt structureel worden om het langetermijn perspectief voor grondeigenaren te borgen. Daarnaast wil de coalitie verder afspraken maken binnen de keten om het verdienmodel voor boeren te verbeteren. Dat is een goede ontwikkeling volgens FPG, omdat dit de verdiencapaciteit vergroot van voedselproducenten in het buitengebied en leidt tot meer draagkracht in de regio.
Landschapsgrond
Deze coalitie creëert een tussenvorm van natuur- en landbouwgrond: landschapsgrond. Op het eerste oog lijkt dit een sympathiek idee, maar het is eigenlijk tegenstrijdig aan een integrale aanpak door verdere zonering van gronden. FPG kijkt hier kritisch naar, ook vanwege het gevaar van nieuwe regels en inperkingen voor gebruikers. Dat leidt ook tot discussies rondom fiscaliteit, vergoedingen en waarde op deze gronden. Bij de verdere uitwerking zal FPG hierover in gesprek gaan met het ministerie.
Bos en erfgoed missen
Dit coalitieakkoord is nog niet af en zal verder worden ingevuld in de komende periode. FPG zal in die periode een lans breken voor meer middelen voor uitbreiding van het bosareaal. De Nederlandse bossenstrategie vraagt 37.000 extra hectares aan bos, maar daar is amper geld voor beschikbaar. In het kader van onze klimaat- en natuurdoelstellingen is het essentieel dat hier geld voor vrij wordt gemaakt. Ook voor bescherming en onderhoud van onze groene monumenten is geen extra geld vrijgemaakt. Dat is een gemiste kans, gezien de recente evaluatie van de Subsidieregeling instandhouding Monumenten waaruit blijkt dat de middelen onvoldoende zijn om ons cultureel erfgoed te beschermen.